woensdag 23 januari 2013auteur: Sieta van Keimpema

Eindelijk betrouwbaar kostprijsonderzoek

Zoals ieder jaar, was de EMB present op de Grüne Woche in Berlijn met o.a. een persconferentie. Een zeer druk bezochte persconferentie deze keer, door de presentatie van het kostprijsonderzoek voor melk. De opdracht voor deze wetenschappelijke studie om een betrouwbare berekeningsmethode te ontwerpen waarmee de productiekosten in de zuivelsector kunnen worden berekend per land/regio, werd door de EMB en de MEG Milch Board in opdracht gegeven aan het bureau Agrarsoziologie und Landwirtschaft, BAL (Wetenschappelijk Bureau voor Landbouweconomie en Plattelandsbeleid). De resultaten van deze wetenschappelijke studie tonen aan dat de kostprijs voor het produceren van een kilo melk in Duitsland, inmiddels ver boven de 40 cent ligt.

Er had natuurlijk al veel eerder een betrouwbare berekeningsmethode moeten zijn om de productiekosten in de zuivelsector vast te stellen. Zeker nu in de aanloop naar de afschaffing van de melkquotering, door producentenorganisaties kan worden onderhandeld over de melkprijs. En hoe kan je onderhandelen over de noodzakelijke opbrengstprijs, als je de actuele kostprijs niet kent?

Berekende arbeid
De berekeningsmethode houdt rekening met de arbeidsuren van de bedrijfsleider en hun gezinsleden, differentieert de kosten per regio en laat cijfers zien die in heel Europa met elkaar vergelijkbaar zijn. Voor het onderzoek zijn gespecialiseerde melkveebedrijven met tenminste tachtig koeien uit de bedrijfsgegevens gefilterd.

Cijfers EU Commissie
De studie is gebaseerd op de data uit de Farm Accountancy Data Network (FADN) van de Europese Commissie. Dit is een betrouwbare en algemeen, wettelijk geaccepteerde informatiebron. Omdat de cijfers uit het Europese netwerk slechts tot 2009 verkrijgbaar zijn (de EU Commissie publiceert altijd met een vertraging van drie jaar), zijn de cijfers tot en met oktober 2012 voor bijvoorbeeld landbouwbenodigdheden als voer, meststoffen, zaadgoed, energie enz. uit de prijsindexen van het Duitse Federale bureau voor de Statistiek gebruikt.
Een derde belangrijke informatiebron voor de kostprijsberekening is de berekening van het arbeidsloon. Het loon voor de bedrijfsleiders en hun gezinsleden zijn meeberekend op grond van gegevens van een wettelijk erkend bureau dat deze tarieven vaststelt voor professionele agrarische bedrijfsleiders (in Duitsland onderhandelt o.a. de Deutsche Bauern Verband – Duitse LTO - deze tarieven uit). Voor het loontarief van meewerkende familieleden is een lager, maar ook wettelijk erkend tarief, gebruikt.

Resultaten
De Duitse kostprijs tot oktober 2012 is als volgt (voor melk met 3,3% eiwit en 4% vet, excl. BTW): Voor het Noorden (Noordrijn-Westfalen, Neder-Saksen, Sleeswijk-Holstein) bedraagt de kostprijs gemiddeld 43.06 cent per kilo melk. De subsidies en toeslagen zijn hier al vanaf getrokken (gemiddeld 6 cent).
Het Zuiden (Saarland, Beieren, Baden-Württemberg, Rijnland-Palts, Hessen) bedraagt de gemiddelde kostprijs 51.03 cent per kilo melk na aftrek van de subsidies en toeslagen. In het Oosten (Thüringen, Saksen, Saksen-Anhalt, Brandenburg, Mecklenburg-Voorpommeren) bedraagt de gemiddelde kostprijs 45.07 cent per kilo melk zonder subsidies en toeslagen.

De kostprijsresultaten zijn nu voor Duitsland bekend en kunnen ieder kwartaal worden bijgesteld. Maar ook voor andere EU lidstaten zal dezelfde methodiek in de komende maanden en jaren worden gebruikt om de gemiddelde kostprijs te berekenen. De resultaten voor Frankrijk worden al eind maart verwacht. Dat betekent eveneens, dat de cijfers met elkaar kunnen worden vergeleken – een belangrijk punt in de internationale zuivelmarkt.

Duurzame melkprijs
Ook voor politici en beleidsmakers is de studie van de EMB, belangrijk. De uitkomsten van deze studie tonen de enorme behoefte aan een monitoringsagentschap aan waarin alle gegevens en data verzameld worden over o.a. de kostprijs voor melk. Deze cijfers zijn essentieel en kunnen als basis fungeren om vast te stellen op welk niveau een eerlijke, duurzame melkprijs zou moeten liggen. Iedere zuivelvertegenwoordiger of woordvoerder die praat over duurzame melkveehouderij, terwijl de boerenmelkprijs ver beneden een kostendekkend niveau ligt, is niet meer geloofwaardig te noemen nu de harde cijfers over de realistische kostprijs op tafel liggen.

Met een flexibele volumeregulering kan ook de melkveehouder een kostendekkende melkprijs uitbetaald krijgen. In een zogenaamd “vrije “markt, zullen zowel overproductie als onderproductie altijd ten koste van de melkveehouders worden doorberekend in de opbrengstprijs: door overproductie daalt de prijs, door onderproductie moeten melkfabrieken melk bijkopen om aan reeds afgesloten contracten te voldoen waardoor de boerenmelkprijs van de eigen leden/leveranciers, lager uitvalt. De ontwikkelingen en melkprijsmodellen in Zwitserland tonen dat inmiddels klip en klaar aan.

Kloof
Deze studie toont in harde, onweerlegbare cijfers de enorme kloof tussen de melkprijs en de reële kostprijs, aan. Terwijl de Duitse melkveehouders een melkprijs van rond de 50 cent nodig hebben om hun kosten te dekken, was de gemiddelde melkprijs in Duitsland in 2012, 31.5 cent per kilo melk.

De DDB wil met de ontwikkelde methodiek, de Nederlandse kostprijs laten berekenen. Alleen een kostprijsberekening die rekening houdt met alle kosten en posten op een boerenbedrijf, hoort serieus genomen te worden. Veel als “kostprijs” gepresenteerde studies, laten slechts een deel van de totale kosten zien. Arbeid wordt over het algemeen helemaal niet meegenomen in de berekeningen. Waarmee met onrealistische “kostprijscijfers” ten onrechte de indruk wordt gewekt dat melkveehouders geen beloning hoeven voor hun werk.

De EMB is totaal transparant over de gevolgde methodiek: iedereen mag meerekenen. Bezoek de Duitstalige EMB-site (de vertaling van het rapport is nog niet voltooid voor de Engels en Franstalige site) of klikt u op de volgende link:

http://www.europeanmilkboard.org/fileadmin/Dokumente/Press_Release/EMB-allgemein/2013/130114_Was_kostet_die_Milch_-_Bericht_zum_Gutachten_UZ.pdf