zaterdag 27 april 2013auteur: Sieta van Keimpema

Gemarginaliseerd

In april is over het algemeen het agrarisch vergaderseizoen wel zo’n beetje afgelopen en wordt de agenda wat leger. Dit jaar is dat niet het geval. Het nieuw GLB en EU zuivelbeleid is daar mede debet aan. En om er voor te zorgen dat het opgelegde beleid meer in het belang van boeren wordt vastgelegd, moet er worden vergaderd, gelobbyd en gedemonstreerd.

Een paar weken geleden reisden we met vier mensen uit Nederland naar Berchtesgaden in Duitsland, om onze collega’s van de BDM te steunen bij hun driedaagse demonstratie tijdens de Duitse landbouwministers conferentie aldaar. Naast collega’s uit Nederland, waren er ook Zwitserse, Oostenrijkse, Belgische en Italiaanse melkveehouders naar het koude Beieren afgereisd waar de sneeuw nog tot een meter hoog lag. Onder andere landbouwminister Aigner sprak de boeren toe en zorgde voor veel wrevel met haar opmerking dat “de politiek de boeren geen gegarandeerde prijzen kon beloven”. Een onnozele opmerking aangezien de BDM en de EMB daar nooit om gevraagd hebben. Wat we nodig hebben zijn wettelijke instrumenten om onze positie in de markt te verstevigen waarmee we overproductie en lage prijzen kunnen voorkomen. Dat politici onwaarheden moeten verkondigen om hun positie vol te houden, is een teken aan de wand.

Dat de problematiek in de melkveehouderij niet op zichzelf staat, bleek opnieuw nadat ik was benaderd door de Vissersbond om op hun themadag, 21 april j.l. een lezing te houden. Zij stuiten op precies dezelfde rigide mededingingsregels als andere primaire producenten wanneer het er om  gaat om hun  aandeel van de opbrengst van de verkochte vis binnen te halen. Ook zij gaan gebukt onder gebrek aan machtsevenwicht in de keten en het onvermogen om een vuist te maken die tot eerlijke prijsvorming leidt.

En afgelopen week was er het zuivelsymposium van de Duurzame Zuivelketen in Den Haag. Staatsecretaris Dijksma prees de Nederlandse boeren. Niet in de eerste plaats om de excellente kwaliteit van de melk, de hoge diergezondheidsstatus of het niveau van het dierenwelzijn. Nee, de Nederlandse boeren werden geprezen omdat ze er voor zorgen dat Nederland de tweede exporteur van landbouwproducten in de wereld is. Waarbij Dijksma benadrukte dat we deze positie vooral moeten behouden.  

Wat dit feit in hemelsnaam met duurzaamheid te maken heeft, ontging mij ten ene male. Want juist een verschuiving van bulk naar meer hoogwaardige zuivelproducten, zou meer duurzaamheid opleveren maar waarschijnlijk ook minder export naar de wereldmarkt waar bulk voor veel omzet zorgt, maar bestaat bij de gratie van lage prijzen, en de Nederlandse melkveehouders daarom weinig te bieden heeft.  

Dijksma stelde dat boerenorganisaties op zeer korte termijn  moeten zorgen voor een oplossing voor het mestprobleem.  Want anders zou zij dierrechten opleggen.

Een dreigement uit de hoek die allerminst in de positie is om deze te uiten. Het is immers de Nederlandse overheid die al decennialang boetes voor het overtreden van de mestwetgeving int, maar nooit één euro (of gulden) daarvan heeft besteed aan het oplossen van de mestproblematiek. De Nederlandse overheid, die met haar aannames en bureaustudies over de excretie , de sector en de bodemvruchtbaarheid in de problemen heeft  gebracht, waardoor we nu onze gronden hard achteruit zien gaan.

Waar blijven de praktijkproeven om met goede praktijkonderbouwing de excretienormen vast te stellen? Zodat we de echte problemen op kunnen lossen en niet de veronderstelde. De boeren mogen in een zeer kort tijdsbestek oplossen wat  de politiek zelf jarenlang heeft nagelaten.

Zoals het tevens de Nederlandse overheid was, die ons verbood de ketsplaat te gebruiken. Terwijl die over de Nederlandse grens juist verplicht is, omdat andere methodes zoals injecteren te veel schade opleveren aan de bodem. Alleen de Nederlandse boeren moeten de mest in de bodem injecteren of met de sleepvoet werken , waardoor de weidevogelstand nu is geëlimineerd: knap kuiken die met zijn kleine snaveltje nog ooit aan een worm toekomt. Problemen die vervolgens ook weer op het bord van de boer terecht zijn gekomen. Los het maar even op. Binnen de Nederlandse regelgeving natuurlijk! Evenals de overlast van ganzen, kraaien enz.: politiek gecreëerde problemen die men op de boeren afschuift zodra de boel in het honderd loopt. En bedankt!  

Ik hoop dat mevrouw Dijksma goed heeft geluisterd naar het betoog van de heer Ferwerda, ecoloog en verbonden aan de Rotterdam School of Management. Zijn waarschuwing dat de huidige  “tucht van de markt onze achtertuin verschraalt”, zou een goede waarschuwing moeten zijn voor de staatsecretaris dat de huidige landbouwpolitiek niet duurzaam is.   

Ferwerda stelde ook vast dat boeren, zowel door natuurorganisaties als de landbouwbeleidsmakers, ten onrechte zijn gemarginaliseerd. Het ontbreekt aan de wil om zich in de ander te verplaatsen, eigen belangen tellen zwaarder dan de wil om samen te werken. Een juiste constatering.   

Luisteren naar boeren, naar hun praktijkervaring en kennis is essentieel. Om boeren te houden, om te kunnen blijven genieten van het platteland, van landbouwproducten van eigen bodem en om er achter te komen waar de problemen liggen. Luisteren is niet de sterkste kant van de Nederlandse overheid, die gelooft blijkbaar niet in de partnerships – samenwerkingsverbanden-  die door bovengenoemd ecoloog als oplossing werd aangedragen. Ook deze nieuwe staatsecretaris vervalt tot het dreigen met het opleggen van beleid.

Funest beleid heeft de boeren gemarginaliseerd. En daar wordt uiteindelijk niemand beter van.