Amsterdam maandag 14 maart 2011auteur: Sieta van Keimpema

Week 11 - Platteland als podium

Week 11 - Platteland als podium

Een Anton Pieck plaatje. Zo kijkt volgens mij de gemiddelde stadsmens het liefst naar de landbouwsector. Die gedachte werd zaterdag opnieuw bevestigd toen ik de trekkeroptocht in Amsterdam aan zag komen voor het kunstproject “Platteland als Podium” in Paradiso. De prachtig opgeknapte oldtimertrekkers (met ‘boeren’ erop compleet met rode zakdoek), hebben immers niets te maken met de huidige landbouw maar zijn slechts een geromantiseerd beeld uit vroeger tijden.

Dat de belangstelling van Amsterdammers voor het platteland niet zo groot is, bleek uit de geringe opkomst voor het landbouwdebat met als thema “Hoe maken we van de Nederlandse landbouw weer het trekpaard van vroeger”. Slechts een vijftigtal mensen kwam hiervoor naar Paradiso. Jammer voor de organisatoren want ze hadden een prima programma georganiseerd beginnend met een ‘boerenlunch’(?); daarna was ‘Sicco Mansholt’ weer even onder de mensen om zijn visie op de hedendaagse landbouw te geven.
Er werd een lezing gegeven door Henk Haagsman (WUR) over kweekvlees en daarna volgde het landbouwdebat met als deelnemers Bas Eickhout, Europarlementariër voor Groen Links, Henk Haagsman (die Willem van Eelen, de ontwikkelaar van het kweekvlees, verving die in het ziekenhuis lag) en ondergetekende.

Discussieleider Pieter Hilhorst bracht de discussie goed op gang door ons alle drie te vragen wat voor ons de ideale landbouw voor de toekomst zou zijn en ging daarna in op de antwoorden door het publiek vragen te stellen. We kwamen al snel op de ontwikkelingen in de dierhouderij: megastallen, zijn die goed of slecht? Haagsman benadrukte de voordelen van megastallen terwijl Bas Eickhout de nadelen benoemde. Het was jammer dat de bestuurder van LTO Noord niet aanwezig was om te vertellen waarom hij voor zijn grote kuikenstal geen vergunning kreeg. De aanwezigen bleken vooral bang voor megastallen.

Ook onderwerpen als antibioticagebruik, inkomenssteun en marktmacht passeerden de revue. Voor de melkveehouderij heb ik benadrukt dat het antibioticagebruik in de melkveehouderij ieder jaar daalt! Maar ook dat het inkomen van een landbouwer slechts 50% is van dat van een gemiddelde Europeaan. En dat de melkprijs ver onder de kostprijs ligt.

Omdat er een Europarlementariër aanwezig was, heb ik ook mijn kritiek geuit op de Europese en Nederlandse overheid die wel goed zijn in het innen van boetes en het toekennen van kortingen, maar zich passief opstellen als het op oplossingsgericht denken en handelen aankomt. Bijvoorbeeld het mestprobleem: sinds de tachtiger jaren heeft de overheid geen enkele energie gestoken in het oplossen van het ‘mestprobleem’ . Onderzoek naar het raffineren van mest (gefinancierd met het boete- en kortingsgeld van de veehouders) had er voor kunnen zorgen dat meststoffen nu al tot waarde konden worden gebracht. Bas Eickhout was het met me eens.

Na afloop vertelde één van de kunstenaars, verbonden aan het project, dat toen hij en zijn collega’s met het project ‘Platteland als podium’ begonnen, velen de gedachte hadden: “Laat de landbouw maar verdwijnen uit Nederland, opgeruimd staat netjes”. Maar nu, na afloop van het hele project waarbij zij met veel boeren en mensen van het platteland hadden kennisgemaakt en veel dieper in de materie zaten, zagen ze het grote belang van de landbouw voor Nederland en de vervelende bijwerkingen van reacties gebaseerd op emotie.

Na een dagje ‘grote stad’ met de stadse inbreng over het platteland, werd mij opnieuw duidelijk hoe de maatschappelijke discussie over de landbouw wordt beheerst door kleine pressiegroepen die wild om zich heen slaan om de landbouw in een kwaad daglicht te stellen. Want de gemiddelde stedeling toont zich niet betrokken, gezien de opkomst in Amsterdam. Moeten we dan maar accepteren dat een kleine minderheid de toekomst van de melkveehouderij bepaalt? Of is het tijd voor wat tegengas?

Als sector kruipen we teveel in onze schulp en verweren we ons te weinig tegen de valse beschuldigingen en aannames van pressiegroepen. Met het landbouwdebat van afgelopen week werd slechts een klein deel van de Nederlandse burgers bereikt. Als we niet in hetzelfde schuitje willen belanden als de intensieve veehouderij, wordt het tijd om burgers goed te informeren over de positieve bijdragen van de melkveehouderij en zuivelproducten.
Informatie die feitelijk onderbouwd is en niet op ‘onderbuikgevoel’ is gebaseerd. Via schoolprojecten, leermateriaal, voorlichtingscampagnes en zelfs tot op het melkpak, kunnen we de burger bereiken. Een mooie uitdaging lijkt me, voor zuivelindustrie en NZO. En veel beter dan een geromantiseerd of verwrongen beeld van onze mooie, eigentijdse sector.

Sieta van Keimpema, voorzitter