donderdag 7 september 2017auteur: Sieta van Keimpema

Eerlijke prijs voor Eerlijke zuivel

Op zaterdag 16 september start Milieudefensie een actie genoemd Eerlijke-melk. Via een belactie wordt de druk op supermarkten opgevoerd om melkveehouders een eerlijke melkprijs te betalen voor duurzame melk. Wat duurzame melk is, heeft Milieudefensie in een aantal punten uiteen gezet op haar site.

De DDB is sinds ruim een jaar, samen met de Nederlandse Melkveehouders Vakbond en Netwerk GRONDig in gesprek met Milieudefensie over duurzame melkproductie. Dat we op verschillende fronten een verschil van inzicht hebben over wat duurzaam is of een eerlijke melkprijs, is in principe niets nieuws. Die discussie voeren we ook met de zuivelindustrie, politici en beleidsmakers. Over het algemeen stellen deze zich op het standpunt dat de markt de prijs bepaalt, terwijl we aan de winstmarges van de andere schakels in de zuivelketen zien dat dit in de huidige markt alleen voor producenten lijkt op te gaan: alleen zij ervaren volatiliteit en (prijs)crises aan den lijve.

DDB is het in een aantal opzichten niet eens met de eenzijdige benadering van Milieudefensie als het om problemen in de melkveehouderij gaat. De problemen die gesignaleerd worden door groepen in de samenleving zijn veelal veel  complexer dan wordt voorgesteld, zoals op de site van Milieudefensie.

Toch heeft de DDB besloten het overleg met Milieudefensie voort te zetten omdat we, door met elkaar in gesprek te blijven, onze kant van veel zaken in de melkveehouderij kunnen toelichten. En begrip kweken voor de situatie waarin melkveehouders zich bevinden.

We vinden het initiatief van deze organisatie om eerlijke zuivel centraal te zetten in hun campagne, zonder meer positief. Want een eerlijke prijs is inderdaad essentieel voor het voortbestaan van veel familie- en gezinsbedrijven in de melkveehouderij. Het is sinds het begin dé doelstelling van de DDB. En momenteel mag de melkprijs zich dan wel in een stijgende lijn bevinden: er is aan de prijssystematiek, het beleid en de volatiliteit die deze systematiek veroorzaakt, nog niets veranderd. En dus kan een kleine toename van de melkproductie wereldwijd onze melkprijs ook weer in korte tijd diep in de crisis storten. Een crisis waar we ons de afgelopen jaren in bevonden en die zeker nog niet voorbij is voor de Europese en Nederlandse melkveehouders. Dat blijkt bijvoorbeeld uit cijfers omtrent de rekening courant van de gemiddelde Nederlandse melkveehouder, maar ook uit de kostprijsonderzoeken.

Dat inmiddels op hoog politiek niveau duidelijk is dat het landbouwbeleid nieuwe marktregels nodig heeft, bleek uit de discussies die de EU landbouwministers hebben gevoerd tijdens de informele landbouwraad in Tallinn – Estland van 3 tot 5 september.

Men heeft geconstateerd dat het actuele beleid ontoereikend is als crisispreventie, dat producenten instrumenten nodig hebben om zich beter te kunnen verweren tegen crises en ook meer verantwoordelijkheid moeten kunnen nemen dan nu het geval is. Tevens zijn de EU-landbouwministers van mening dat het huidige crisissysteem geanalyseerd en verbetert moet worden en dat maatregelen sneller en flexibeler geïmplementeerd moeten kunnen worden. De crisisreserve werd tot nu toe niet aangesproken terwijl we wel crisis hadden. Ook hier wil men kijken naar een effectiever gebruik.

Al met al zien we in de conclusies van de EU landbouwraad een bevestiging van onze intensieve lobby voor een betere positie van producenten in de keten wat moet leiden tot een betere marge verdeling en een hogere opbrengstprijs.

Voor de DDB is het van belang dat voor alle melk een gemiddeld kostendekkende melkprijs wordt betaald en een melkprijs niet alleen kan worden verhoogd tot een min of meer kostendekkend niveau door aan extra maatschappelijke eisen te voldoen: daar hangt namelijk ook een kostenverhogend prijskaartje aan. 

Die gang van zaken heeft na 50 jaar Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) het agrarisch landschap opgeleverd dat we momenteel in de EU zien. Boeren hebben conform de aan hen opgelegde GLB-eisen geproduceerd. Als het resultaat van dat landbouwbeleid bij nader inzien niet voldoet, moeten alle partijen eens evalueren wat hun bijdrage aan dat resultaat is geweest met betrekking tot bijvoorbeeld de duurzaamheid.

En vervolgens hun koers wijzigen naar werkelijke verduurzaming: een eerlijke prijs voor eerlijke zuivel!