dinsdag 30 juni 2020auteur: DDB

Geen alternatieve voermaatregel

Op 29 juni heeft er weer een gesprek tussen het bestuur van Dutch Dairymen Board, NAJK, NMV, GRONDIG, en LTO, met het Ministerie van LNV plaatsgevonden over een alternatief voor de ingrijpende en onwerkbare voermaatregel die op 1 september 2020 van kracht wordt.

De organisaties hebben gezamenlijk ontzettend hard gewerkt om de voermaatregel van Minister Schouten van tafel te krijgen. Het alternatief dat is aangeboden is beter inpasbaar en leidt alsnog tot de gevraagde reductie van stikstofemissie. Over het alternatief is veelvuldig overleg geweest met het Ministerie, er zijn verschillende opties besproken. Het uiteindelijke alternatief dat op tafel lag, ter vervanging van de onwerkbare voermaatregel gaf boeren de verantwoordelijkheid en mogelijkheid om op bedrijfsniveau het eiwitgehalte met 3% te reduceren, die op basis van eigen keuzes in het rantsoen bewerkstelligd kon worden. Een doelvoorschrift in plaats van een middelvoorschrift.

De tekortkomingen van de voermaatregel van het Ministerie, die in situaties, volstrekt niet aansluit bij de praktijk en zelfs tot zorgen over diergezondheid leidt, werden met de voorgestelde maatregel weggenomen. Melkveehouders die, bij voorkeur, wel via de regels van de voermaatregel van de Overheid tot de benodigde reductie wilden komen konden daar volgens het laatste voorstel van de landbouwsector, ook voor kiezen.

Tot grote teleurstelling van de landbouworganisaties acht de Minister de alternatieve voorgestelde voermaatregel niet wenselijk en niet haalbaar. LNV gaat dus niet mee in het alternatieve voorstel van de belangenbehartigers. Ondanks alle inzet van bovenstaande organisaties, in het belang van de sector, is het niet gelukt de voermaatregel van het Ministerie van tafel te krijgen. Het bestuur van Dutch Dairymen Board en de andere betrokken organisaties nemen geen verantwoordelijkheid voor de opgelegde maatregel door het Ministerie van LNV, wij beraden ons op een vervolg.

Jan Aantjes, die vanuit het bestuur van de DDB meewerkte aan de alternatieven, blijft met het gevoel van een kater achter. De uitkomst ligt overigens geheel in de lijn met de ervaringen die ook het Landbouw Collectief het afgelopen jaar heeft opgedaan. Een halsstarrige Overheid die liever de weg van wetten en boetes kiest dan de uitgestoken hand van de sector te pakken. De deur wordt telkens op een kier gezet en vervolgens weer keihard dichtgeslagen. Dit belooft weinig goeds voor de toekomst!

Het bestuur van Dutch Dairymen Board,

Sieta van Keimpema, voorzitter