maandag 17 juli 2017

Verkoop melkpoeder uit interventie verhindert herstel melkprijs

Europese melkveehoudersorganisatie EMB doet verzoek aan landbouwcommissaris                           Hogan om de voorraden niet te verkwanselen


(Brussel, 14 juli 2017) De EU-Commissie heeft op 22 juni de verkoop van 100 ton magere melkpoeder uit de openbare interventievoorraden, toegekend voor een prijs van 185 € per 100 kilogram.  De European Milk Board is van mening dat deze verkoop, ver onder de huidige marktprijs, van invloed is op de Europese en internationale prijsvorming op de melkmarkt. Daarnaast weerspreekt de EU- Commissie met deze voortgangswijze heel duidelijk de eerder gedane toezeggingen dat verkoop tegen elke prijs nooit een optie zou zijn en dat het marktevenwicht en prijsherstel belangrijke doelen zouden blijven.

Romuald Schaber, president van de European Milk Board, is geschokt over deze verkoop van melkpoeder uit de interventie: „Dat is een mes in de rug van de Europese melkveehouders en een verkeerd signaal naar de actoren in de markt. De melkkopers kunnen zo weer op goedkoop melkpoeder speculeren“. De melkprijzen die langzaam bezig waren zich te herstellen,  kregen weer een domper te verwerken.

De melkpoeder uit de interventie zou alleen voor een stabiliserende prijs verkocht moeten worden. Als men uitgaat van de productiekosten van 40 cent per liter rauwe melk, zoals die worden gemaakt in landen die sterk hebben bijgedragen aan de interventie zoals Frankrijk, Duitsland en België, aangevuld met de kosten voor transport, verwerking en afzet, bestaat er een prijsdrempel van tenminste 335 euro per 100 kilogram melkpoeder.

Als alternatief zouden nieuwe afzetmarkten kunnen worden gezocht om de enorme voorraad melkpoeder van ongeveer 350.000 ton af te bouwen, zoals het beschikbaar stellen voor de verwerking in diervoeders.

„De Commissie zou hebben moeten leren van fouten in het verleden en eindelijk moeten begrijpen dat de interventie in de melkmarkt deze markt niet voldoende kan stabiliseren“, aldus Schaber. Zo lang de melkprijzen laag zijn, zullen melkveehouders door blijven melken om hun cashflow overeind te houden en zullen de voorraden verder worden aangevuld. Het verleden heeft ook bewezen dat er pas sprake is van invloed op de markt en de melkprijzen door het in werking stellen van een programma waarmee het productievolume wordt verlaagd, omdat hiermee daadwerkelijk wordt gewerkt aan het verlagen van de overproductie. De EU zou er goed aan doen om in de toekomst volume reducerende instrumenten in te zetten, in plaats van het slechts kort van de markt nemen van volumes die het probleem slechts naar de toekomst verplaatsen.

Omdat landbouwcommissaris Hogan het probleem van de voorraden magere melkpoeder bagatelliseert en wijst op de hoge vetprijzen, heeft de European Milk Board zich gisteren direct tot de EU Commissaris gewend in een brief: „Belangrijk is de invloed van het verkwanselde melkpoeder op de uitbetaalde prijzen. U weet dat dit een problematisch effect geeft omdat de melkprijs onder druk raakt en verder prijsherstel blokkeert. Als u de markt voorziet van zulk goedkoop melkpoeder, geeft u daarmee een signaal af hoe weinig u opheeft met hoge toegevoegde waarde en eerlijke prijzen in de zuivelsector. Dit is niet bevorderlijk voor het huidige debat over eerlijke prijzen en duurzaamheid in de landbouw .... U zult merken dat de hoge vetprijzen niet adequaat in de producentenprijzen worden weerspiegeld. Het vetaandeel bepaalt  slechts maximaal de helft van de melkprijs, eiwit en dus melkpoeder, bepaalt  minimaal de andere helft van de melkprijs. Om een verdere melkprijsstijging te bevorderen, is het belangrijk ook een passende prijs aan het melkpoeder toe te kennen.

In de brief aan landbouwcommissaris Hogan is duidelijk gesteld dat de verkoop van magere melkpoeder voor afbraakprijzen de internationale melkmarkt belast en dat de European Milk Board zich bij herhaling van deze praktijken op juridische stappen zal beraden.