donderdag 3 januari 2013auteur: Sieta van Keimpema

2013

Allereerst wil ik u namens het DDB bestuur het allerbeste toewensen voor 2013.

Het oude jaar sloot de DDB af met wat verschillen van inzicht met het PZ en de journalisten van Boerenbusiness en Nieuwe Oogst over de door het Zwitserse EMMI uitbetaalde melkprijs. Volgens de berichtgeving in Nieuwe Oogst maakte de DDB zich schuldig aan ‘verkeerde stemmingmakerij’, hadden wij contact op moeten nemen met het PZ voor informatie over hun melkprijsberekening en zouden wij er vanuit gaan dat de melkprijs van Zwitserland was verhoogd met BTW. (Dat laatste is eigen interpretatie door de Nieuwe Oogst journalisten, die overigens geen contact op hebben genomen met de DDB in het kader van ‘hoor en wederhoor’).
Als reactie hierop heeft de DDB opnieuw een persbericht gemaakt met inhoudelijke informatie over de Zwitserse melkprijs (persbericht onder deze weblog en op onze site www.ddb.nu ). Omdat het noodzakelijk is u volledig te informeren zodat u zich beter een mening kan vormen.

Zwitserland kent sinds de afschaffing van de melkquotering, nu drie jaar geleden, verschillende melkprijsmodellen.
Bijna alle nieuwe melkprijsmodellen richten zich op het ‘oude melkquotum’ voor de leverrechten. Voor deze leverrechten wordt grotendeels de A-prijs betaald (prijs voor binnenlandse markt), een deel B-prijs (‘industriemelk’-prijs ongeveer gelijk aan gemiddelde EU melkprijs) , een deel C-prijs (wereldmarktprijs) en alle geleverde melk boven de leverrechten (het oude melkquotum) wordt over het algemeen in C-melkprijs uitbetaald. Wie geen C-melk wil leveren, wordt in zijn leverrechten voor A-melk gekort. Wat betekent dat je jaar op jaar minder melk aan mag leveren voor een lagere prijs. En dus gedwongen wordt C-melk te leveren, tenminste als je melkveehouder wilt blijven.
Dat de leverrechten niet veel verschillen van het oude melkquotum blijkt uit het feit dat je er binnen de Producentenorganisaties (PO’s) inmiddels ook al in kan handelen: je kan leverrechten verhuren of huren, waardoor deze leverrechten, net als bij het oude melkquotum, waarde hebben gekregen. Of, zo u wilt, kosten opleveren.

EMMI kent meerdere uitbetalingmodellen die allemaal een andere melkprijs opleveren. Aan de leden van EMMI-aandeelhouder ZMP, wordt de hoogste melkprijs uitbetaald. Directe leveranciers van EMMI krijgen een lagere melkprijs waarbij de melkveehouders die de laagste categorie C-melk niet willen leveren, ieder jaar 10% van hun leverrechten inleveren.
Daarnaast deelt EMMI de leverrechten op in twaalf gelijke maandelijkse volumes waarvoor bovenstaande melkprijzen gelden, alle melkleveringen boven het vastgestelde maandleverrecht, wordt uitbetaald met de melkprijs van de lagere melkprijscategorieën B en C (het meeste als C). Daardoor verschilt de melkprijs zelfs per melkveehouder.
De kritiek van de DDB op de in de LTO Melkprijsvergelijking vermelde melkprijs van EMMI, is daardoor terecht: EMMI kent niet één melkprijsmodel of melkprijs, maar vele.

De meeste melkverwerkers hebben bij het aanbieden van hun melkprijsmodellen, hun eigen belang laten prevaleren en hebben de leverrechten gelijk verdeeld over twaalf maanden: iedere maand kan een gelijke melkhoeveelheid worden aangeleverd voor de mengprijs van A-, B- en C, alles daarboven valt in de C-melkprijscategorie: met seizoensgebonden productie wordt niet langer rekening gehouden. Op dit model is door een aantal PO’s variatie gemaakt, waarbij de melk die respectievelijk in het voorjaar of in de zomerperiode wordt aangeleverd, maatgevend is voor de hoogte van de maandelijkse leverrechten. En alles daarboven wordt weer uitbetaald in … u snapt het al, C-melkprijs.

Omdat inmiddels de situatie is ontstaan dat er minder melk wordt aangeleverd door de Zwitserse melkveehouders dan verwacht, hebben zij een heffing opgelegd gekregen omdat de melkverwerkers nu melk elders moeten bijkopen (!?!).

Door al deze modellen is het overzicht op de uitbetaling van de melk, weg. En lukt het de melkveehouders niet meer om een vuist te maken omdat:
- de overheid grotendeels zijn handen af heeft getrokken van de sector (zelf maar regelen met de melkverwerkers, mensen, en alles vrijwillig natuurlijk),
- de melkveehouders tegengestelde belangen hebben: melkveehouders die veel hebben geïnvesteerd in uitbreiding willen geen beperking in de melkleverantie terwijl melkveehouders die de markt niet willen overvoeren met extra melk toch gedwongen worden C-melk te leveren omdat anders hun leverrechten worden gekort.
- de overkoepelende brancheorganisatie een tandenloze tijger is: alle besluiten van de BOM (Branche Organisation Milch) zijn vrijwillig en worden door de melkverwerkers, die zitting hebben in de BOM en de besluitvorming mee bepalen, niet opgevolgd.

Het is een ordeloze bende, niemand heeft er zicht op welke hoeveelheden melk daadwerkelijk voor A-, B- of C-categorie worden gebruikt, omdat de melkverwerkers daar geen kloppend beeld van (kunnen of willen) leveren. Ook blijkt er veel meer melk te zijn vastgelegd in contracten dan de Zwitserse melkveehouders aan kunnen leveren. Melk die dus ergens anders vandaan komt, herkomst vooralsnog onbekend, aldus berichtgeving door het Zwitserse Schweizerbauer.ch.
Het is een systeem dat echter de melkverwerkers grote winsten oplevert.

Wat moeten wij dan als lezers opmaken uit de positieve berichtgeving over de Zwitserse melkprijs zoals op Boerenbusiness.nl? Dat de melkveehouderij gouden tijden wacht als we geen melkquotering meer hebben? “Kijk maar naar de Zwitsers”? Waarom wordt nu opeens de Zwitserse melkprijs als hoogste van Europa in het zonnetje gezet. Dat was de Zwitserse melkprijs ook al in 2010, ( Jaarverslag 2011, site LTO Melkprijsvergelijking). 2010 is het eerste jaar dat de melkprijs van een Zwitserse melkverwerker in de melkprijsvergelijking wordt vermeld. Maar ook in de jaren daarvoor, hadden de Zwitsers een melkprijs die hoger lag dan de melkprijs in de EU. Dat heeft alles te maken met de productieomstandigheden en de bijbehorende kostprijs, de ondersteuning door de Zwitserse overheid en de Zwitserse levensstandaard.

Het PZ vergelijkt volgens vaste criteria: volume, gehaltes enz. Met als uitleg aan de DDB “zodat een melkveehouder kan zien wat hij voor zijn melk zou ontvangen als hij zijn bedrijf elders had”. Dat dit voor EMMI zeker niet opgaat omdat die vele melkprijzen kent, heb ik al uitgelegd. Maar dan vraag ik me ook af waarom we dan de Canadese melkprijs niet terug vinden in de LTO Melkprijsvergelijking? De Amerikaanse en Nieuw-Zeelandse staan er toch ook tussen? Bovendien is deze melkprijs gemakkelijk en betrouwbaar door te rekenen naar de ‘vaste criteria’ van het PZ.

Met oppervlakkige berichtgeving wordt u op het verkeerde been gezet. Omdat er dan een vergelijking van ‘appels en peren’ ontstaat. Misschien is daar een reden voor. De meerderheid van de melkveehouders blijft immers maar voorstander van marktregulering terwijl de internationale zuivelindustrie daar van gruwt. De steun voor marktregulering na 2015 onder de EU landbouwministers groeit ook. Dus dan is positieve berichtgeving over een land dat geen melkquotering meer heeft, misschien wel heel erg gewenst. Of ben ik nu te achterdochtig?

Aan ‘vervelende stemmingmakerij’ doet de DDB niet. Wij zijn een belangenorganisatie voor melkveehouders en handelen daar naar. Ook in 2013.