vrijdag 5 juli 2013auteur: Sieta van Keimpema

Nieuw GLB biedt geen oplossingen voor boeren

Verschillende studies en rapporten zijn er de afgelopen jaren gepubliceerd over de verhoudingen in de zuivelsector en de beperkende factoren daarbinnen voor melkveehouders. Belangrijke conclusies waren onder andere dat het melkveehouders aan een onderhandelingspositie in de keten ontbreekt; dat het aan transparantie over onder andere de margeverdeling in de keten ontbreekt en dat de melkprijs bij lange na de kosten niet meer dekt waardoor er o.a. geen perspectief voor opvolgers is en de sector snel vergrijst. 

Voor geen van deze problemen bied het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) een oplossing. Sterker nog: het inkomen van veel melkveehouders krimpt aanzienlijk in het nieuwe GLB (minder directe betalingen), terwijl er geen instrumenten zijn ingevoerd waardoor melkveehouders hun inkomen uit de markt kunnen halen door onderhandelingen op kostprijsniveau.

Het recht om een Interbranchorganisatie op te mogen richten (wat binnen het Melkpakket ook al een jaar lang kan), biedt aan de inkomenskant voor melkveehouders geen mogelijkheden: de tegengestelde belangen van de leden van een Interbranchorganisatie (handel,verwerkende industrie en producenten) staan besluiten die daarop invloed kunnen hebben in de weg. Immers, een lage inkoopsprijs is de doelstelling van handel en industrie terwijl een kostendekkende opbrengstprijs voor producenten wenselijk is. Het verleden leert dat in deze problematiek op vrijwillige basis geen verandering komt.    

Het nieuwe crisisfonds is wel één van de meest curieuze besluiten binnen het nieuwe GLB nu ook het marktmonitoring instrument , zoals voorgesteld door het Europese Parlement, niet is opgenomen. Want, hoe en wie zal bepalen wanneer er sprake is van een crisis als je geen ijkpunten hebt? Waar wil men zich op baseren? Op de uitbetaalde melkprijs? Dat lijkt me wel een heel beperkte visie op de markt. Of is de sector die zich het hardste roert en het meeste aan de bel trekt, degene die bepaalt wanneer het crisis in de sector is? Door de markt niet te gaan monitoren op alle terreinen (kosten, opbrengsten, productieontwikkelingen - weersomstandigheden), heeft men geen kijk op de markt en kan een crisis door het ontbreken van onafhankelijke parameters nooit worden vastgesteld. Hoe onprofessioneel! 

En tenslotte het extra fonds voor starters. Beperkt tot een maximum leeftijd en een maximum periode (5 jaar). Ook dit fonds geeft weinig blijk van realiteitszin: de financieringen in de landbouwsector zijn immers extreem lang (looptijden tot veertig! jaar) en dan biedt een bonus voor slechts vijf jaar weinig perspectief. Bovendien heb ik herhaaldelijk vernomen van beleidsmakers in Brussel dat nieuwe toetreders van buiten de landbouw, ook zo gewild zouden zijn. Dan is een maximum leeftijd stellen aan een starterspremie niet zo handig.

Veel effectieve oplossingen biedt het huidige GLB niet voor de Europese boeren.  Omdat landbouwcommissaris Ciolos zich ook bewust is van de beperkte instrumenten in het EU Melkpakket, organiseert hij op 24 september 2013 een groot congres voor alle betrokkenen in de zuivelsector. Waar verschillende sprekers hun visie mogen geven over wenselijke nieuwe instrumenten om de melkmarkt in goede banen te leiden. Een congres waarvoor de EMB door landbouwcommissaris Ciolos is uitgenodigd om onze monitoringscommissie tot in detail aan de aanwezigen voor te stellen.  

Het GLB staat aangaande de zuivelsector dus nog niet vast. Er kunnen belangrijke instrumenten worden toegevoegd die wel de belangen van de  melkveehouders en de Europese burgers versterken. Dat de melkveehouders tot die tijd in het ongewisse zijn over de toekomst van de EU melkveehouderij, is uitermate vervelend. De afschaffing van de melkquotering in 2015 staat als het ware al voor de deur waardoor weinig tijd overblijft om adequaat op veranderingen in te spelen.