donderdag 24 oktober 2019auteur: DDB
Oneerlijke handelspraktijken in de Nederlandse zuivelindustrie leiden tot voedselverspilling en machtsmisbruik
Oneerlijke handelspraktijken in de Nederlandse zuivelindustrie leiden tot voedselverspilling en machtsmisbruik. De Nederlandse zuivelsector anno 2019 in beeld
Al langere tijd werd de Dutch Dairymen Board (DDB) door leden benaderd met klachten omtrent het opleggen van bovenwettelijke en regelmatig onmeetbare eisen door de zuivelindustrie, waardoor DDB-leden te maken kregen met onder andere dreigementen omtrent melkweigering, machtsmisbruik en extra opgelegde onkosten.
Minister Carola Schouten (LNV) legde bij haar aantreden als minister de nadruk op haar streven om de positie van boeren in de keten te versterken en de noodzaak voor een kostendekkende prijs voor boeren. De tendens in de zuivelsector lijkt, gevoed door de klachten van DDB-leden, juist de andere kant op te gaan. Reden voor de DDB om onderzoek uit te laten voeren naar oneerlijke handels praktijken in de Nederlandse melkveehouderij. Voor de DDB was het daarbij essentieel dat dit onderzoek onafhankelijk zou worden uitgevoerd en representatief voor de sector zou zijn.
WUR
In samenwerking met Wageningen Universiteit is besloten een eerder onderzoek naar oneerlijke handels praktijken (OHP’s) in de melkveehouderij, uitgevoerd in opdracht van de Europese Commissie en opgezet volgens het ontwerp van Di Marcantonio et al. (2018a), ook in Nederland uit te laten voeren. In opdracht van de DDB, maar uitgevoerd door derden, onder auspiciën van Wageningen Universiteit. De vragenlijst is in de context van de Nederlandse zuivelsector, ingekort, verwerkt en uitgebreid met vragen over de invloed van Kwaliteitsborgingsystemen (KBS).
Het vervolgens in mei 2019 uitgevoerde onderzoek heeft bijgevoegd rapport opgeleverd voor de Dutch Dairymen Board (DDB). De onderzoeksmethodiek, representativiteit en bijbehorende marktanalyse is gebaseerd op een Master of Science (MSc) thesis geschreven door Scheper (2019) voor de leerstoelgroep Agrarische Economie en Plattelandsbeleid (Wageningen Universiteit).
De link naar de thesis vind u hier: https://library.wur.nl/WebQuery/theses/2283474
Het rapport van de DDB vindt u hier: http://www.ddb.nu/site/assets/files/4949/20191024-_rapport_ohp_s_en_kbs.pdf
Verboden OHP’s
Voor dit rapport zijn de OHP’s onderzocht die met ingang van Richtlijn 2019/633/EC verboden zijn. Het onderzoeksdoel voor dit rapport was het in kaart brengen van OHP’s in de Nederlandse zuivelsector en onderzoeken wat de invloed van kwaliteitsborgingsystemen op de relatie tussen contractuele partijen is. Dit resulteerde in de volgende twee hoofdvragen.
1. Hoe vaak komen OHP’s voor in de Nederlandse zuivelsector?
2. Wat is de invloed van kwaliteitsborgingsystemen op de relatie tussen de contractuele partijen.
Uit het rapport:
De ´Agricultural Market Task Force´ (AMTF) kwam in 2016 tot de conclusie dat OHP´s tot inefficiënte marktwerking leiden en innovatie en investeringen in de agrarische sector verstoren (AMTF, 2016; Falkowski et al., 2017; Gorton et al., 2017; Di Marcantonio et al., 2018a). De raming is dat OHP’s de sector in de Europese Unie jaarlijks tussen de 2,5 en 8 miljard euro kosten (Nauta, 2019) (…).
Kwaliteitsborgingsystemen (KBS) in de Nederlandse landbouw kunnen de relatie tussen contractuele partijen versterken doordat beide partijen extra service of diensten leveren voor een beter te vermarkten product. (…) Deze kwaliteitsborgingsystemen zijn vaak bovenwettelijk vastgesteld door een Interbranche Organisatie of een Producenten Organisatie en worden vaak gebruikt door sterkere handelspartners om sturing te geven aan de markt en kunnen competitief voordeel opleveren voor beide partijen (Bergevoet et al., 2016). Deze sturing door de sterkere handelspartner kan echter ook leiden tot OHP’s. (…)
Conclusie
De DDB betreurt het dat zij, nu de uitkomsten van het onderzoek naar OHP’s in de Nederlandse melkveehouderij bekend zijn, moet constateren dat er in grote mate sprake is van oneerlijke handels praktijken in de Nederlandse melkveehouderij en dat deze praktijken vooral ernstiger zijn geworden ná de afschaffing van de melkquotering (vergeleken is de situatie in 2018 ten opzichte van 2014) .
Grotere ontevredenheid
Uit het rapport:
Kijkend naar de daadwerkelijk gemeten OHP’s, dan zie je een sterke toename in het aantal OHP’s sinds 2014, met uitzondering van het niet nakomen van de leveringsovereenkomst door beide handelspartners. Daarnaast geeft 10.9% van de respondenten aan dat zij bedreigd zijn met melkweigering of hierin zelfs terechtgekomen zijn. De redenen voor de gemelde OHP’s, aangegeven door de respondenten, variëren van wettelijke of contractuele verplichtingen tot bovenwettelijke eisen, gedeeltelijk voortkomend uit de Kwaliteitsborgingsystemen (KBS). Samenvattend zie je een toename in de hoeveelheid OHP’s in de Nederlandse zuivelsector en een toenemende ontevredenheid over de relatie met de zuivelverwerker, de onderhandelingspositie en de annuleringsmogelijkheden verslechteren.
Het aantal respondenten dat tevreden of helemaal tevreden is over de relatie met de zuivelverwerker is gedaald naar 58%. Het aantal respondenten dat ontevreden of helemaal ontevreden is over de relatie met de zuivelverwerker is gestegen van 9% in 2014 naar 19% in 2018.
Melkweigering en voedselverspilling
Bovendien leiden onmeetbare, bovenwettelijke voorwaarden in de kwaliteitsborgingsystemen onder andere regelmatig tot voedselverspilling: miljoenen liters kwalitatief perfecte melk belanden in Nederland jaarlijks in de mestkelder door niet-meetbare ‘tekortkomingen’ in de bedrijfsvoering van de melkveehouder, door administratieve zaken of fouten van de melkfabriek. Ook het dreigen met melkweigering is in 2018 sterk gestegen ten opzichte van 2014.
Het verspillen van voedsel door de zuivelindustrie, is totaal niet te rijmen met de uitgangspunten van Nederlands grootste melkverwerker die de consument juist wil doen geloven dat ze “on the way to planet proof” zijn. En ook de strijd tegen voedselverspilling door minister Schouten - onlangs nog versterkt met 7 miljoen euro extra voor de transitie naar kringlooplandbouw - lijkt niet besteed aan een belangrijk deel van de Nederlandse zuivelindustrie.
Uit het rapport:
Ten tweede wordt de invloed van Kwaliteitsborgingsystemen (KBS) op de relatie tussen contractuele partijen onderzocht. Daarvoor is het aantal KBS dat wordt gehanteerd in kaart gebracht. Hieruit kan worden geconcludeerd dat het aantal KBS waaraan voldaan moet worden sterk is toegenomen sinds 2014. De KBS beïnvloeden de kostprijs negatief meer, dan dat de melkinkomsten positief beïnvloed worden, wat ervoor zorgt dat de marge kleiner wordt voor de melkveehouder. De controles worden als nadelig ervaren, maar de bedrijfsvoering wordt niet positief of negatief beïnvloed door de KBS voor het grootste gedeelte van de respondenten.
Wel is 2/3 van de respondenten van mening dat strafmaatregelen, in dit geval melkweigering, niet op basis van niet/moeilijk-meetbare (bovenwettelijke) grondslagen mag worden toegepast. Bij de OHP’s is er geconcludeerd dat dit nu wel het geval is en daardoor zal het de relatie tussen melkveehouder en zuivelverwerker waarschijnlijk negatief beïnvloeden.
Wettelijk verbod noodzakelijk
De DDB vindt het noodzakelijk dat er een wettelijk verbod komt op melkweigering op niet/moeilijk meetbare (boven)wettelijke gronden. In het kader van ongewenst machtsmisbruik door de zuivelindustrie, maar ook zeker in het kader van voedselverspilling is dat meer dan noodzakelijk! De DDB zal minister Schouten dan ook met klem verzoeken een dergelijke wetswijziging met spoed door te voeren. In ons omliggende landen is melkweigering op niet/moeilijk meetbare bovenwettelijke gronden, sinds jaar en dag verboden.
Vrouwonvriendelijk
Een verder opvallend detail in de uitgebreide Engelstalige thesis over het optreden van OHP’s in de Nederlandse melkveehouderij, is het feit dat vrouwelijke melkveehouders 17% (!) meer kans hebben het slachtoffer te worden van oneerlijke handels praktijken dan hun mannelijke collega’s.
Onderneem stappen!
Alles bij elkaar opgeteld vindt de DDB het meer dan noodzakelijk dat de minister van LNV ingrijpt in het steeds verder afzwakken van de positie van melkveehouders in de zuivelketen. Zij heeft bij haar aantreden toegezegd dat ze de positie van boeren wil versterken en uit het bijgevoegde samenvattende rapport en de uitgebreide thesis naar Oneerlijke Handels Praktijken in de Nederlandse melkveehouderij, blijkt dat het meer dan noodzakelijk is in te grijpen bij de zuivelindustrie! De zuivelindustrie zelf zou zich daarbij ook moeten afvragen welke reputatie zij waar zouden willen maken: trots op de boer of knevel de boer. De handelswijze van belangrijke zuivelverwerkers getuigt van een grote hang naar machtsmisbruik .
Daarbij zal er ook regelgeving moeten komen die op onafhankelijke wijze de extra kosten van extra – meetbare - (boven)wettelijke eisen vaststelt en er voor zorgt dat iedere melkveehouder deze kosten vergoed krijgt van degene die hem deze eisen oplegt.
Dit is al sinds de oprichting van de DDB in 2006, een rechtvaardige doelstelling. De zuivelindustrie heeft kansen genoeg gehad om op vrijwillige basis de boeren te belonen voor het voldoen aan extra bovenwettelijke eisen. Nu aangetoond is dat de zuivelindustrie slechts energie steekt in het opleggen van eisen zonder daarvoor te betalen, is wetgeving een volgende logische stap om deze doelstelling van de minister alsnog te behalen.
Op de landbouwbeurs te Hardenberg, hebben we voor onze leden een gedrukt exemplaar van de Nederlandse samenvatting van dit rapport, te verkrijgen in onze beursstand.
Namens de DDB,
Sieta van Keimpema, voorzitter