zaterdag 6 september 2014auteur: Sieta van Keimpema

Russische boycot op de agenda

De bijeenkomst van de Advisory Group on Milk  (adviesgroep voor melk) van 3 september jongstleden in Brussel waarin de EMB als observant d.w.z. zonder stemrecht gedurende enige jaren twee plaatsen bezette, is sinds afgelopen zomer omgezet in de Civil Dialogue Group on Milk. De EMB heeft hierin vier vaste plaatsen als expert - met volledig stemrecht- toegewezen  gekregen.  Voor het eerst in de nieuwe samenstelling met minder plaatsen voor de traditionele leden en toetreding van nieuwe leden. Met  maar één punt op de agenda: de boycot door Rusland.

Met een uitgebreide presentatie over de huidige marktsituatie worden de aanwezigen op de hoogte gebracht van de marktontwikkelingen. Opvallend: al weken vóór de boycot zien we een forse teruggang in alle zuivelnoteringen. De Russische boycot volgt op de overproductie van melk die al een forse druk op de melkprijzen legt sinds begin dit jaar.

De Europese Commissie heeft een aantal dagen voor deze bijeenkomst, extra steunmaatregelen voor de zuivelsector aangekondigd: private opslag voor boter, melkpoeder en bepaalde soorten kaas – deze maategel komt voort uit het recht dat de Commissaris in het nieuwe GLB heeft om in uitzonderlijke situaties, uitzonderlijke maatregelen te nemen. Met een uitbreiding van de lopende termijn: pas in juli volgend jaar loopt de interventieregeling af. En voor de lidstaten die inmiddels worden geconfronteerd met zuivelprijzen rond het interventieniveau (21 cent), is deze regeling nu al aan te vragen. Er volgt uitleg door de Commissie over de invulling van de regelingen. Daarna is het tijd voor vragen en opmerkingen door de aanwezigen aan de leden van DG Agri – het ‘ministerie’ van de Europese Commissie voor Landbouw.

De DDB is van mening dat het in principe positief is dat de Europese Commissie snel reageert op deze crisis die slechts drie weken oud is. En dat is ook nodig: hoewel de West-Europese landen nog niet veel merken van de effecten van de boycot, hakt die er in Oost Europese lidstaten hard in: Letland, Litouwen, Estland, Polen en Finland zijn al geconfronteerd met fors teruggelopen melkprijzen die leiden tot een verlies aan inkomen voor melkveehouders van 30 tot 44%.

Echter, wie de aangekondigde steunmaatregelen bekijkt en ook de uitvoering ervan, kan niet anders dan vaststellen dat deze regelingen misschien goed zijn voor de handel en  industrie in de zuivelsector maar dat ze de Europese melkveehouders niet echt verder zullen helpen.

Het interventieniveau van 21 cent ligt dramatisch ver onder een kostendekkende melkprijs, en hoewel private opslag een positief psychologisch effect zou kunnen geven bij de kopers op de zuivelmarkt; “de EU grijpt in dus de prijs zal niet veel meer dalen, laat ik nu maar weer gaan kopen”, zijn er een aantal problemen: 

  • - Het tijdstip dat de interventievoorraden vrij komen ligt nu in de piekperiode van de melkproductie en zal de markt volgend jaar overvoeren.  
  • - Kaas moet volledig afgerijpt zijn voor ze in aanmerking kan komen voor private opslag. Echter, de meeste kazen – en vooral Edammer en Gouda – zijn daarvoor niet geschikt en zullen na de interventieperiode daardoor onbruikbaar zijn.

Terwijl herhaaldelijk door de aanwezige Commissievertegenwoordigers wordt bevestigd dat we niet met een landbouwcrisis maar een geopolitieke crisis te maken hebben, wordt het geld voor de steunmaatregelen toch uit het – beperkte - landbouwpotje gehaald en niet uit algemene middelen van de EU. Wat wel terecht zou zijn, gezien de oorzaak van de crisis. Nu betalen de boeren een onevenredig deel van de rekening van de economische gevolgen van puur politieke besluiten, die  niet vallen onder het gebruikelijke smoesje “ondernemersrisico”. Niet netjes overheid!

Uit naam van de European Milk Board doen wij tijdens de vergadering het voorstel, om de melkveehouders de gelegenheid te geven via een VRIJWILLIGE opkoopregeling van productierechten voor een van tevoren vastgestelde periode, de markt te verlichten die bovendien niet opgeslagen hoeft te worden. Het woord VRIJWILLIG, heb ik niet toevallig dikgedrukt en in hoofdletters vermeld:  organisaties die spookbenauwd zijn voor iedere vorm van volumeregulering, reageren allen met een reactie waarbij juist dat VRIJWILLIG buiten beschouwing wordt gelaten. LEREN LUISTEREN, a.u.b.

Enkele voordelen vrijwillige volumebeperking:

  • - Psychologisch effect: de handel weet dat bepaalde productie niet komt en zal gaan inkopen. We hebben dit effect al twee keer ervaren bij beide melkstakingen in 2008 en 2009: noteringen gingen direct omhoog.
  • - Geen opslag betekent geen kosten hiervoor terwijl er bovendien geen grote hoeveelheden zuivelproducten boven de markt hangen halverwege volgend jaar.
  • Melkveehouders krijgen een passende vergoeding voor de niet-geleverde melk waarmee de stabiliteit in de markt wordt teruggebracht. 

Tegenstanders reageren dat we met volumeregulering marktaandeel op de wereldmarkt kwijtraken, onzin natuurlijk want: die zijn we al kwijt, deze 1,5% productie hakt fors in op de zuivelnoteringen en het is een tijdelijke maatregel.

De Commissie verwacht dat melkveehouders zelf hun volume aan zullen passen en vindt dat we dit onderling moeten regelen. Daarmee loopt de Commissie in mijn optiek, weg voor haar verantwoordelijkheid om stabiliteit in de markt te brengen. Alle aangekondigde regelingen zijn een steun in de rug voor handel en industrie maar als melkveehouders steunmaatregelen van de Commissie vragen die bovendien werkelijke verlichting van de markt brengen, moeten ze dat zelf maar regelen?

De weggevallen export naar Rusland bedraagt slechts 1.5% van de totale EU melkplas. Een percentage waar we nu al blijkbaar niet mee uit de voeten kunnen. De overvoering van de melkmarkt bestaat echter al sinds begin dit jaar. Vanaf volgend jaar komen er nog vele procenten bij (we zitten in de EU nu al 5% boven de productie van vorig jaar). De Commissie zal zich moeten buigen over risicomanagement, het opzetten van deugdelijke crisisplanning en het implementeren van extra crisisinstrumenten. Momenteel staan de melkveehouders – vooral onze Oostelijke collega’s - nog met lege handen.