maandag 8 februari 2021auteur: EMB

EMB - Nieuwsbrief januari - februari 2021 beschikbaar!

De EMB-nieuwsbrief Januari – Februari 2021

Aan het begin van dit jaar, wens ik u het allerbeste, en vooral een goede gezondheid in deze tijden. Ik hoop ook dat onze landbouwbedrijven gezegend worden met duurzame continuïteit en kostendekkende prijzen. Door de pandemie heeft het afgelopen jaar ons ook gedwongen opnieuw na te denken over wie wij als mensen zijn.

Ik dank alle leden van het EMB die op de laatste Ledenvergadering voor mij hebben gestemd en mij als vertegenwoordiger van België binnen het Uitvoerend Comité hebben gesteund. Ik zal alles in het werk stellen om de waarden en de visie van onze organisatie zo goed mogelijk te verdedigen, te beginnen met mijn eerste bijdrage in de vorm van dit redactionele artikel.

We weten allemaal dat 2021 een aantal uitdagingen met zich meebrengt. Het decennium 2021-2030 zal in het teken staan van de uitvoering van de visie van de Europese Green Deal. De heer Timmermans streeft namelijk naar een vermindering met 50% van het gebruik van pesticiden, een vermindering met 50% van het gebruik van antibiotica en een verschuiving naar 25% van de landbouwgrond naar biologische productie. Bij de voorbereidende werkzaamheden voor de nieuwe strategische plannen van het GLB, waarbij de EMB wordt vertegenwoordigd door de Belgische melkproducentenorganisatie MIG in Wallonië, is gebleken dat de eco-regelingen die de landbouwers een behoorlijk inkomen moeten garanderen, moeilijk in de praktijk zullen kunnen worden gebracht. De laatste vergaderingen met het Europees Parlement en de komende triloog besprekingen tonen in wezen aan dat dit het geval is. In feite zijn veel leden van het Europees Parlement voor handhaving van de status quo en willen zij niet veel veranderen aan een systeem (nog een subsidie per hectare) waarbij 20% van de boeren 80% van de subsidies ontvangt. Maar al te vaak wordt gesteld dat de belangrijkste prioriteit van het GLB de voedselproductie is - de landbouw moet de continuïteit van de voorziening en de voedselsoevereiniteit waarborgen. Met andere woorden, het moet een toenemend aantal mensen voeden tegen zo laag mogelijke kosten.

Wij landbouwers hebben echter maar één eis: wij willen ons beroep kunnen uitoefenen en er ons brood mee kunnen verdienen; wij willen een behoorlijk inkomen kunnen verdienen na aftrek van de reële productiekosten, berekend zonder speculatie.

Ook al is de productie in oktober en november 2020 met nog eens 4% gestegen, toch moeten we optimistisch blijven voor 2021. Ervan uitgaande dat dit nieuwe jaar dezelfde trend zal volgen, moet de EMB aandringen op de tenuitvoerlegging van het programma voor marktverantwoordelijkheid als een manier om het aanbod in tijden van crisis tijdelijk te verminderen om ons boeren een levensvatbare prijs te garanderen. Wij hopen dat het weer gemakkelijker zal worden om onze belangen te verdedigen door de belanghebbenden ter plaatse persoonlijk te ontmoeten.

Guy Francq, lid van het Uitvoerend Comité van de EMB en voorzitter van MIG België 

Kostendekking is de basis van duurzame landbouw

Hoe moet het landschap, waarin wij wonen, werken en genieten er in de toekomst uitzien? Hoe willen wij als samenleving collectief voor het milieu zorgen? Als EU-burgers wensen wij gezonde natuurgebieden die rijk zijn aan diversiteit, zowel wat betreft flora als fauna.

Heggen, akkerranden en verspreid staande bomen bij en in akkers en weiden bieden beschutting en voedsel aan vee en dieren. Ze verbeteren het (micro)klimaat en nodigen uit tot ontspanning. Een juist gebruik van meststoffen en humusvorming leiden tot gezonde grond die productiever is en tegelijkertijd beter bestand is tegen extreme weersomstandigheden. Vervolgens kan het worden gebruikt om voedsel van hoge kwaliteit te verbouwen op een respectvolle manier, met behulp van lokaal beschikbare hulpbronnen binnen het kader van een haalbare circulaire landbouweconomie. Deze producten worden vervolgens regionaal en eerlijk verhandeld.

Zoals we allemaal weten, is de huidige situatie op veel plaatsen niet bepaald in overeenstemming met deze visie op duurzaamheid. Om tot levensvatbare duurzaamheid te komen zijn inspanningen en investeringen in alle economische sectoren een must. Deze ambitieuze doelstellingen leiden ook in de landbouwsector tot extra kosten. Kosten die door de samenleving moeten worden gedragen als we echt naar meer duurzaamheid willen ontwikkelen. Zijn wij bereid deze kosten eerlijk te kwantificeren en collectief te dragen?

Boeren worden nu al gedwongen de kosten van de voedselproductie te dragen. De situatie op boerderijen is gespannen. "Recente studies tonen aan dat er aan de kostenzijde een tekort is van meer dan 25 procent in zowel de conventionele als de biologische melkproductie", aldus Sieta van Keimpema, voorzitter van de European Milk Board (EMB) uit Nederland, dit is de belangrijkste uitdaging waarmee de sector wordt geconfronteerd. Duidelijk in cijfers uitgedrukt, betekende dit voor de conventionele melkproductie in 2018 een gemiddeld uurloon van €4,02  voor een bedrijfsleider en zijn gezinsleden die op het bedrijf werken. In 2019 waren de prijzen zo laag dat de landbouwers helemaal geen inkomen uit de melkproductie konden halen. Elmar Hannen, lid van het uitvoerend comité van de EMB en melkveehouder in Noordrijn-Westfalen, legt verder uit: "Onze inkomens worden niet alleen gedrukt door lage prijzen, maar ook door snel stijgende kosten als gevolg van strengere eisen, en ook de klimaatverandering zelf speelt een rol." Deze situatie brengt van Keimpema ertoe om een basisvoorwaarden te eisen: "De eerste stap naar meer duurzaamheid is dat de productiekosten van de boeren volledig gedekt moeten zijn."

Hoe kunnen we kostendekkende prijzen bereiken om ambitieuzere doelen na te streven?

We hebben nu de kans om te werken aan de verwezenlijking van kostendekkende producentenprijzen door de hervorming van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) te gebruiken om een eerlijker kader te creëren. Het Europees Parlement heeft al een prijzenswaardige aanzet in die richting gegeven. Daarom roept Hannen op tot de volgende eerste stap in de lopende trilogen tussen de Raad van de Europese Unie, de Europese Commissie en het Europees Parlement, met name van de kant van de lidstaten: "Schaar u achter het toekomstgerichte standpunt van het Europees Parlement met betrekking tot de gemeenschappelijke marktordening. Steun de opname van doeltreffende crisisinstrumenten zoals vrijwillige volumevermindering." De tijdelijke vermindering van de melkproductievolumes tijdens crises die daarin wordt overwogen, zou zeer ernstige crises en schadelijke overproductie helpen voorkomen. Onlangs hebben ook groepen zoals dierenwelzijnsactivisten erop gewezen dat de bestaande fundamentele tekortkomingen, zoals de lage prijzen, moeten worden aangepakt voordat van de landbouwers wordt gevraagd verdere stappen te ondernemen om de duurzaamheid te verbeteren. Helaas ontvangen producenten momenteel onvoldoende financiële compensatie, noch voor hun werk, noch voor de inspanningen die zij nu al leveren op het gebied van milieubescherming, dierenwelzijn en beperking van de klimaatverandering.

Hoe kan de Green Deal erin slagen duurzaamheid te bereiken?

Om dichter bij de gewenste visie van duurzaamheid te komen, moeten alle sectoren aanzienlijk ambitieuzere stappen zetten dan ze tot nu toe hebben gedaan. De leidende beginselen zijn al uiteengezet in beleidsdocumenten zoals de Europese Green Deal en de "Farm to Fork"-strategie, waarin hogere ambities zijn vastgesteld. Dit beleid moet echter aantonen hoe de nodige investeringen kunnen worden gefinancierd en moet vooraf een zorgvuldige analyse maken van de reële effecten, zowel op EU-niveau als wereldwijd. Bovendien moeten duurzaamheidsstrategieën worden opgesteld met de betrokkenheid van degenen die uiteindelijk het werk zullen doen om ze uit te voeren. "Als de kosten voor aanvullende eisen worden gedekt, zijn wij natuurlijk bereid meer te doen op het gebied van duurzaamheid, die ons van nature al bezighoudt, vanwege ons beroep", zegt EMB-vicevoorzitter Kjartan Poulsen uit Denemarken. Hij beveelt financiële stimulansen aan als een manier om met succes vooruitgang te boeken op het gebied van duurzaamheid. Hij gaat verder met te zeggen: "Wij boeren, die er dag in dag uit middenin zitten op onze boerderijen, zien dat om eerlijke prijzen te bereiken, de marktpositie van boeren effectief moet worden versterkt." Hij pleit ook voor een sterke inzet op geostrategisch niveau voor regionale en hoogwaardige productie zonder mazen in vrijhandelsovereenkomsten. Daarbij horen ook instrumenten als het Markt Verantwoordelijkheid Programma die effectief kunnen inspelen op onverwachte geostrategische ontwikkelingen en zo duurzaamheidsverliezen kunnen voorkomen.

Deze randvoorwaarden zouden het de landbouwers mogelijk maken hun rol te spelen in het bereiken van deze visie van levensvatbare duurzaamheid die het nastreven waard is. Het zou ook zekerheid bieden aan toekomstige generaties die landbouwbedrijven willen overnemen - iets wat absoluut noodzakelijk is, wil milieuduurzaamheid een realiteit op lange termijn worden.

Geëngageerde landbouwers en consumenten bundelen nu al hun energie om te werken aan een duurzame melkproductie, zoals blijkt uit het project "Faire Melk". Deze melk wordt in een aantal Europese landen door de melkveehouders zelf op de markt gebracht en bewijst dat kostendekkende prijzen mogelijk zijn, zelfs met strengere normen. Maar wil dit verder gaan dan een niche-ontwikkeling en een vaste plaats veroveren op de zuivelmarkt, dan is het juiste collectieve sociale en politieke kader - zoals hierboven beschreven – een must!

EMB-persbericht van 20 januari 2021

Marktindicatoren (per 25 januari 2021)

Na een korte dip van 2,0% begin november zit de Global Dairy Trade Index sinds 17 november weer in de lift en was op 19 januari 4,8% hoger (eerder +3,9%). De gemiddelde prijs voor Italiaanse spotmelk is in januari voorlopig opnieuw gedaald met 2,33% ten opzichte van de vorige maand en kwam uit op 34,31 cent per kg.

De EU-27 melkprijs is in december met ongeveer 0,17% gedaald tot 35,34 cent per kg, nadat hij in november met 1,03% was gedaald. De EU-boterprijzen bedroegen 342 euro per 100 kg, wat neerkomt op een stijging met 1,8% ten opzichte van de week daarvoor en een stijging van 1,2% over de laatste vier weken. De afgelopen drie maanden is de prijsstabiliteit in het najaar van ongeveer 350 euro per 100 kg, gevolgd door een daling met 3,5% van begin december tot begin januari. De EU-prijs voor magere melkpoeder bedraagt momenteel 226 euro per 100 kg, wat neerkomt op een stijging met 1,3% ten opzichte van de vorige week en met 1,8% over een vergelijking van vier weken. Het afgelopen kwartaal werden gekenmerkt door relatief stabiele herfstprijzen rond 214-217 euro per 100 kg. Sinds begin december vertonen de prijzen een opwaartse tendens.

De koersen voor futures op zuivelproducten op de Europese Energiebeurs (EEX) vertoonden een opwaartse tendens. Zo zijn de contracten voor magere melkpoeder voor april 2021 op 22 januari met 6,0% gestegen tot 2.380 euro per ton van maand tot maand. De contracten voor boter voor hetzelfde tijdsbestek stegen met 1,8% en staan nu op 3.500 euro per ton.

EMB, 21 januari 2021

Kostenstudie melkproductie in zes belangrijke melk producerende landen

In Duitsland, maar ook in vijf andere landen, worden regelmatig kostenberekeningen uitgevoerd. 
Ook daaruit blijkt duidelijk dat de aan de melkproducenten betaalde prijzen de productiekosten niet dekken. De studie over de kosten van de melkproductie in België, Denemarken, Frankrijk, Duitsland, Luxemburg en Nederland in 2017 is hier beschikbaar. In een korte video kunt u alle cijfers in één oogopslag zien.

Een chronisch tekort tussen productiekosten en melkprijzen - wat is de oplossing?

De European Milk Board pleit voor een wettelijk verankerd crisisinstrument om het chronische kostentekort tegen te gaan. Het Market Responsibility Programme (MRP) observeert en reageert op marktsignalen door de productie op elkaar af te stemmen.

Hier vindt u een korte beschrijving van het Market Responsibility Programme van de EMB.

Producenten rekenen erop dat de lidstaten en de Europese Commissie belangrijke crisisinstrumenten in trilogen goedkeuren

Het EU-parlement, de Raad en de Commissie onderhandelen momenteel in triloog over de toekomst van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) van de EU. Op 23 oktober 2020 heeft het Europees Parlement zijn standpunt over de hervorming van de gemeenschappelijke marktordening (GMO) in het kader van het GLB vastgesteld. Het bevat een aantal goede voorstellen die de landbouw in het algemeen, en de zuivelsector in het bijzonder, crisisbestendiger zullen helpen maken.

Standpunt van het Europees Parlement

Vrijwillige volumevermindering (in de vorm van artikel 219 bis*) tijdens ernstige crises maakt deel uit van het standpunt van het Parlement. Op grond van deze bepaling krijgen producenten de mogelijkheid om gedurende een bepaalde periode hun productie met enkele procentpunten te verminderen ten opzichte van dezelfde periode van het voorgaande jaar, wanneer zij geconfronteerd worden met dreigende, aanzienlijke prijsverlagingen op EU-niveau. Degenen die op dit aanbod ingaan, ontvangen een compensatie voor elke liter melk die niet wordt geproduceerd.

Het feit dat melkproducenten de afgelopen tien jaar drie grote crises hebben doorgemaakt - in 2009, 2012 en 2015-17 - toont aan dat er behoefte is aan een dergelijk instrument. Pas tijdens de derde crisis, in juni 2016, toen de gemiddelde prijs in de EU een schamele 25,7 cent per kg bedroeg, heeft de EU na veel aarzeling een vrijwillige regeling voor volumevermindering in werking gesteld. Zodra dit instrument operationeel was, begonnen de prijzen zich zeer snel te herstellen. In slechts enkele maanden tijd klommen ze van ver onder de 30 naar 33,4 cent per kg (januari 2017).

Voor de zuivelsector kan gerust worden gezegd: vrijwillige volumevermindering werkt! Zelfs relatief kleine verlagingen kunnen een aanzienlijk positief effect hebben op de prijs, zoals ook in 2016/17 is gebleken. In het geval van een bijzonder ernstige crisis waarbij een vrijwillige volumeverminderingsregeling alleen niet zou volstaan, beveelt het Europees Parlement aan het instrument verder te versterken: gedurende een korte periode zou alle landbouwers worden gevraagd hun productie te plafonneren, zodat de door hun collega's in de hele EU ondernomen verlagingen hun volle effect kunnen sorteren (artikel 219b). *

Raad en Commissie moeten nog akkoord gaan met volumevermindering

Wij zijn zeer verheugd dat de leden van het Europees Parlement de vorige crisissen hebben geanalyseerd en tot een aantal zeer belangrijke conclusies voor onze sector zijn gekomen. Dit betekent dat een belangrijke speler in de lopende triloog onderhandelingen nu al een toekomstgericht standpunt verdedigt. Noch de Raad, noch de Commissie hebben in hun standpunten echter in een dergelijk instrument voorzien. Het is absoluut noodzakelijk dat zowel de aarzelende Lidstaten als de Europese Commissie de noodzaak van dit instrument en de goede redenering erachter erkennen, om aldus tijdens de lopende trialoogonderhandelingen de weg vrij te maken om het onderdeel te laten worden van de Gemeenschappelijke Marktordening.

Het is van belang dat dit instrument in wetgeving wordt verankerd, omdat crises in het verleden hebben aangetoond dat zonder juridische afdwingbaarheid het risico groot is dat het instrument niet wordt gebruikt (zoals in de eerste en de tweede crisis) of te laat wordt geactiveerd (zoals in de derde crisis).

Om ervoor te zorgen dat het instrument tijdig wordt ingezet, is het echter belangrijk duidelijk te bepalen wanneer het in werking treedt. Het is goed om te zien dat het Europees Parlement ook een mechanisme voor vroegtijdige waarschuwing in zijn voorstel heeft opgenomen. Het moet echter worden verbeterd door een passende definitie van crises toe te voegen en het moet worden gekoppeld aan de activering van een vrijwillig systeem voor volumevermindering, zodat het een waarschuwingssysteem met tanden wordt.

De doeltreffendheid van het instrument kan niet in twijfel worden getrokken. In 2016/17, toen de regeling voor vrijwillige volumevermindering van start ging, waren belangstellende EU-landbouwers die compensatie ontvingen voor de melk die zij niet produceerden, namelijk in staat om met succes af te stemmen met hun collega's en zo een manier te vinden om samen snel uit de crisis te komen. Meer dan 48 000 producenten - meer dan verwacht - hebben hun collectieve verantwoordelijkheid voor de zuivelsector genomen om de markt te stabiliseren en weer functioneel te maken.

Waarom werkt het instrument bij ernstige crises?

Het grote voordeel van het instrument is dat het voorkomt dat melkoverschotten worden geproduceerd die vervolgens worden omgezet in producten zoals goedkope melkpoeder.

  • Enorme voorraden melkpoeder oefenen een zeer sterke neerwaartse druk uit op de prijzen. Deze druk blijft bestaan wanneer het poeder uit de markt wordt genomen in de vorm van interventie. Het verhindert een prijsherstel, zelfs wanneer het in opslagplaatsen ligt.
  • Overproductie betekent niet alleen prijsdruk, maar ook verspilling van kostbare hulpbronnen en bedreiging van de bestaansmiddelen van onze collega-boeren in het zuiden van de wereld in de vorm van goedkope uitvoer van overtollige producten.

We kunnen al deze problemen tijdens crises volledig omzeilen als in de hele EU een vrijwillige regeling voor volumevermindering wordt geactiveerd. Deze regeling werkt immers op het niveau van de productie van rauwe melk, d.w.z. daar waar de overproductie daadwerkelijk plaatsvindt. Dit instrument doorbreekt en beëindigt de problematische keten van overproductie bij de eerste schakel en zorgt voor de echte verlichting die nodig is voor degenen die door de crisis worden getroffen. Wij zijn het, de producenten, die grote verliezen lijden, niet de verwerkers!

Daarom hopen wij van harte dat dit crisisinstrument zijn weg zal vinden naar de definitieve verordening inzake de gemeenschappelijke marktordening. Naast de Europese Commissie en de Raad van de Europese Unie roepen we ook andere boerenorganisaties op om hun leden aan te sporen dit instrument te steunen en geen kwaad woord te zeggen of campagne te voeren tegen vrijwillige volumevermindering.

Het EMB - bestuur

Sieta van Keimpema, EMB-voorzitter uit Nederland

Persbericht 14 december 2020

Standpunt van het Europees Parlement: P9_TA (2020)0289 "Gemeenschappelijk landbouwbeleid - Wijziging van de GMO en andere verordeningen".


Onze eenheid is onze kracht!

Wie had dat gedacht! Na een jaar van grote boerenprotesten over het gebruik van nitraten, biodiversiteit, insecten, en ook over de "ommekeer in de landbouw" en de hervorming van het GLB, hebben we het nu eindelijk over dat ene cruciale punt dat het voortbestaan van familiebedrijven en het levensonderhoud van de overgrote meerderheid van de landbouwbedrijven zelf schraagt: de producentenprijzen voor voedingsmiddelen.

De zaken begonnen begin november met demonstraties voor de centrale magazijnen van enkele grote levensmiddelenwinkels in het noordwesten door gefrustreerde boeren, woedend over de zoveelste prijzenslag. Dit werd gevolgd door gecoördineerde acties van de verenigingen die samenwerken in de Melkdialoog, gericht tegen verwerkers zoals zuivelfabrieken en slachthuizen. De deelname aan deze acties was al veel groter dan de gebruikelijke aantallen. En tot slot keerden de protesten terug naar de distributiecentra van de supermarkten, dit keer met honderden deelnemers, waarvan sommigen zware machines meebrachten en dagen- en nachtlange blokkades bemanden. De overwegend jonge demonstranten trotseerden de kou, het slechte weer, de druk van de politie en de oproepen tot matiging door belangenbehartigers. De schappen en diepvriezers van winkels in het noordwesten bleven leeg en de protesten verspreidden zich ook naar andere regio's.

De grote aantallen en de vastberadenheid van de demonstranten toonden duidelijk aan dat de situatie op veel landbouwbedrijven een omslagpunt heeft bereikt. De melkdialoog is er met zijn zeer duidelijke eisen voor prijsverhogingen zoals 15 cent per liter melk of 50 cent per kilo varkensvlees in geslaagd om op doeltreffende wijze duidelijk te maken hoeveel de producenten tekortkomen om hun kosten te dekken. En dit heeft een snaar geraakt bij de boeren!

Levensmiddelenhandelaren, met hun kerstomzet op het spel, hebben toegegeven en elkaar overtroffen met hun voorgestelde maatregelen ter ondersteuning van de veehouders, die veel weerklank vonden in de media. Zij hielden ook een aantal vergaderingen en onderhandelingsrondes in verschillende constellaties. De Duitse boerenbond bleef bij dit alles opvallend stil en dat moet ook zo blijven, aangezien zij al vele jaren geleden elke inzet voor eerlijke producentenprijzen heeft opgegeven. Anderen doen nu het werk van de boerenbond en wat eigenlijk door de verwerkers zou moeten worden gedaan. De verwerkers zijn verplicht erop toe te zien dat de concessies die de protesterende landbouwers hebben bereikt, in de praktijk worden gebracht en eventuele extra winsten rechtstreeks aan hun leveranciers door te geven. Naast een snel herstel van de prijzen is een significante en duurzame verbetering van de marktpositie van de landbouwers op lange termijn een absolute noodzaak, zodat zij op voet van gelijkheid kunnen deelnemen aan de onderhandelingen en ervoor kunnen zorgen dat de productiekosten en de beloning voor hun werk worden gedekt door degenen die hun product kopen. In dit verband wordt opnieuw een beroep gedaan op de beleidsmakers om zich niet te beperken tot het modereren van discussierondes, maar ook de nodige randvoorwaarden voor de landbouw te scheppen.

Ons voordeel is de nieuwe hechte alliantie tussen doorgewinterde veteranen met hun ervaring en goede ideeën voor oplossingen en de jonge rebellen met hun creativiteit en strijdlust. Als we erin slagen de landbouwers en de verenigingen die zich echt inzetten voor het behoud van de familiebedrijven, bijeen te houden, dan kunnen we een duidelijk signaal geven: we zullen niet langer toestaan dat onze "partners" in de productieketen, de oude belangengroepen en de beleidsmakers ons op doodlopende paden sturen en ons voor de gek houden. Wie durft te weigeren zijn rol te spelen in een snelle en fundamentele verbetering van de situatie op boerderijen, wees klaar om de muziek onder ogen te zien bij het volgende protest! Onze eenheid is onze kracht!

Samenvatting van een artikel door Ottmar Lichtman, melkveehouder en voorzitter van de ABL