woensdag 25 november 2020auteur: DDB

Minister Schouten voert nieuwe EU-wetgeving in tegen Oneerlijke handelspraktijken, Streng ingrijpen bij leveringsvoorwaarden melkverwerkers noodzakelijk!

De DDB lobbyt al een aantal jaren sterk voor wetgeving tegen oneerlijke handelspraktijken (OHP’s) in de landbouw. Vooral in de Nederlandse melkveehouderij hebben boeren sinds de afschaffing van de melkquotering te maken met een stijgend aantal van deze oneerlijke handelspraktijken. De afnemers van melk hebben sindsdien de bovenwettelijke eisen aanzienlijk verhoogd. Wat heeft geleid tot forse extra kosten die eenzijdig op het bordje van de melkveehouders zijn gelegd. Bij niet-voldoen, worden melkveehouders gedreigd met bijvoorbeeld opschorting van de melkinname. Eén van de verboden oneerlijke handelspraktijken. 

Achtergrond wet  

Doordat zowel de DDB als koepelorganisatie EMB, nadrukkelijk zijn blijven hameren op aandacht voor oneerlijke handelspraktijken in de melkveehouderij, ondernam de Europese Commissie vanaf januari 2016 stappen, die op 30 april 2019 leidde tot de publicatie van de nieuwe Richtlijn tegen oneerlijke handelspraktijken in de betrekkingen tussen bedrijven in de landbouw- en voedselvoorzieningsketen. De richtlijn bevat nieuwe regels die voor het eerst 16 oneerlijke handelspraktijken (OHP's) verbieden.

Verplicht

Iedere lidstaat is verplicht de nieuwe Richtlijn tegen oneerlijke handelspraktijken in te voeren en wel uiterlijk 30 maanden na publicatie door de Commissie. Na 36 maanden moeten bestaande contracten in overeenstemming gebracht zijn met de nieuwe wetgeving. Een belangrijke eis met betrekking tot de leveringsvoorwaarden waar melkveehouders mee te maken hebben.

Mogelijkheid om strenger te zijn

In de nieuwe wet zijn naar de mening van de DDB, een groot aantal zaken nog onvoldoende geregeld om boeren daadwerkelijk een versterkte positie in de keten te geven. Echter, stelt de brochure van de Europese Commissie uitdrukkelijk: “ De lidstaten kunnen er bij de omzetting van de Richtlijn in hun nationale wetgeving, voor kiezen om strenger te zijn dan de richtlijn en verder te gaan dan de reikwijdte ervan. Ze kunnen echter niet minder bescherming bieden dan voorzien is in de richtlijn”.

Enquête: OHP’s in de Nederlandse zuivelsector

De DDB acht het meer dan gerechtvaardigd dat Minister Schouten strengere regels oplegt aan de melkafnemers: in 2019 publiceerde de DDB de resultaten van een enquête naar oneerlijke handelspraktijken in de Nederlandse zuivelsector, uitgevoerd door WUR. De resultaten waren ontluisterend. De DDB stuurde de uitkomsten destijds aan Minister Schouten en de Vaste Kamercommissie van LNV, met daarbij een aantal aanbevelingen.

Aanpassing leveringsvoorwaarden

De DDB zal Minister Schouten en de Kamerleden nogmaals aan deze aanbevelingen herinneren en manen tot streng ingrijpen. Tevens zal de DDB er scherp op toezien dat na invoering van de wet, de leveringsvoorwaarden van de zuivelverwerkers zullen worden aangepast zodat er zo snel mogelijk een einde komt aan oneerlijke handelspraktijken in de Nederlandse zuivelsector.

Namens het DDB-Bestuur,

Sieta van Keimpema, voorzitter


Downloads: Minister Schouten voert nieuwe EU-wetgeving in tegen Oneerlijke handelspraktijken, Streng ingrijpen bij leveringsvoorwaarden melkverwerkers noodzakelijk!