EMB nieuwsbrief: MELK NIEUWS april 2013


Beste melkveehouders en geïnteresseerden,

De sociale en politieke context waarin we momenteel leven bevestigen dat de oprichting van de European Milk Board (EMB) als organisatie voor melkveehouders en hun belangen, de enig juiste reactie was.

In het huidige economisch vijandige klimaat, waardoor 25% van de Europese melkveehouders op de rand van faillissement staan, de productiekosten niet meer op te brengen zijn en de melkprijs lager is dan in 1980, waar zouden de melkveehouders dan zijn zonder de EMB?

Waartoe de EMB in staat is, werd duidelijk in Brussel, november vorig jaar in de belangrijkste demonstratie die deze stad, de hoofdstad van politiek Europa, ooit had gezien.  Melkveehouders demonstreerden twee dagen voor het Europees Parlement vergezeld van 1000 tractoren terwijl tonnen melk over de gebouwen van het Europees Parlement werden gespoten. Door dit historische evenement en de melkstaking in 2008, vonden de eisen van de EMB gehoor in Brussel. 

Voor wat betreft de melkproductie wil de EMB een culturele revolutie tot stand brengen die de denkwijze van producenten volledig zal veranderen. De afgelopen 50 jaar hebben we ons alleen maar beziggehouden met productie-uitbreiding en daarbij vergeten hoe belangrijk de melkprijs en het inkomen zijn. De grote uitdaging waarvoor we nu staan is om melkveehouders in te laten zien dat het uitbreiden van de productie geen garantie is voor de ontwikkeling van de melkveebedrijven. De productieprijs is veel belangrijker, alleen met de juiste prijs kan je een waardevol leven leiden. In feite willen we in de nabije toekomst een nieuw cultureel besef laten groeien. “Eerst prijs, dan productie”. 

Deze culturele revolutie is al begonnen, getuige het “Faire Melk” project. Met dit concept, promoot de EMB nieuwe commerciële ideeën over eerlijke verhoudingen tussen producenten en consumenten in de voedselketen. Het doel is om een eerlijke melkprijs te realiseren voor zowel de producenten als de consumenten, terwijl het kopen van producten van de “faire melk”, de economie in een land kan stimuleren.

Het is de taak van ons allemaal om er voor te zorgen dat de EMB zich verder ontwikkelt - daarbij hebben we de hulp van uw allemaal nodig. Alleen samen kunnen we onze toekomst ten geode veranderen. Wat de EMB voor ons representeert is zekerheid, een echte kans om onze dromen te realiseren. De droom om voor melkveehouders een betere wereld te creëren, waar ze goed kunnen leven in plaats van slechts overleven en met veel problemen in het ongewisse te zijn over leven of dood, zoals nu het geval is.  

Roberto Cavaliere (lid van het EMB bestuur)


Wat zijn de plannen van de melkfabrieken na 2015?

De afschaffing van de melkquotering is in menig opzicht een besluit met doorslaggevend belang. Ten eerste betekent het dat melkveehouders hun toegang tot de markt, zoals die door het melkquotering verzekert was, verliezen (gegarandeerde volume regulering in Duitsland). Ten tweede, bestaat het gevaar van steeds terugkerende periodes van overproductie. De afschaffing van de productiebegrenzing ook moet worden bezien vanuit de context van de wereldwijde liberalisatie.

Interessant zijn de uitspraken van de melkfabrieken op de vraag, hoe ze op de veranderende situatie reageren. Om de melkfabrieken in feite de enige zijn die de melkveehouders  markttoegang bieden. De uitspraken variëren van:

-  We nemen alle melk af
-  We voeren geen andere modellen in
-  We wille een “closed-shop” model, waardoor er een ledenstop wordt ingevoerd en eventuele extra melk wordt aangekocht
-  We moeten / willen de wereldmarkt bedienen

Hoe er echter precies over gedacht wordt en wat werkelijk gepland wordt, was tot voor kort volledig in duisternis gehuld. Geleidelijk echter wordt de sluier opgelicht. Wat blijkt? Welke kant gaan we op?

Slechts drie melkfabrieken hebben zich tot nu toe gepositioneerd. 

  • Sodiaal, de grootste coöperatie van Frankrijk heeft een jaar geleden besloten, een A en B prijsmodel in te voeren. Voor 85% van de productie krijgen de leden de A prijs uitgekeerd. Voor  de rest van de melk, 15%, betaald de melkfabriek wat het in de markt oplevert.    

  • Berglandmilch, de grootste coöperatie van Oostenrijk, heeft haar leden een paar weken geleden op de hoogte gesteld van een concept, waarover al besloten is. Dit concept bestaat uit een niet-verhandelbaar fabrieksquotum. Het basisvolume kan alleen verhoogd worden door het individuele productievolume te overschrijden. Over deze productieoverschrijding wordt een heffing geheven. Per saldo dus ook een A/B systeem.

  • Emmi in Zwitserland, heeft al sinds de afschaffing van de productieregulering in Zwitserland (3 jaar geleden) een opdeling van de melkprijs ingevoerd. Dit betekent niets anders dan het opdelen van de door de melkveehouders geleverde melk in steeds lagere prijscategorieën.

Alle andere verwerkers houden zich tot nu toe op de vlakte als het om de melkproductie in de toekomst gaat:

  • FrieslandCampina in Nederland heeft slechts aangekondigd dat ze de aanlevering van melk willen laten stijgen.
  • DMK, het grootste coöperatieve concern in Duitsland, test momenteel een systeem van voorafmelding over de geplande melklevering van de leden. Enige jaren geleden werd aan de leden nog een Closed-Shop model voorspeld. Dat betekent dat de eigen leden onbeperkt aan kunnen leveren. De regulering zou verlopen over de aankoop van melk.
  • Arla Foods in Denemarken heeft zichzelf verplicht om alle melk op te nemen.
  • Echter, de uitlatingen van deze zuivelreuzen zijn in feite nietszeggend. Ze kunnen van de ene op de andere dag ook A en B melksystemen invoeren om als reguleringsinstrumenten te dienen. Opvallend is, dat het  in alle gevallen om coöperaties gaat. De particuliere melkverwerkers houden zich nog meer koest.

Twee prijzen systeem, gevaar voor melkprijs en melkveehouder!

Waar gaat de reis werkelijk heen? Het is nog niet definitief te zeggen welke systemen na 2015 werkelijk zullen worden ingevoerd. Echter, de ontiwkkelingen tot nu toe wijzen op het opsplitsen van de melkprijs is verschillende prijscategorieën zonder het volume werkelijk te begrenzen. 

Deze aanpak bied de verwerkers de grootst mogelijke flexibiliteit. Het resultaat zal een maximale melklevering zijn. Zo worden de capaciteiten van de verwerkers het beste benut. Tegelijkertijd kunnen met de lage B-prijs voor de overproductie, markten worden veroverd op kosten van de producenten.  

Deze aanpak is fataal voor de melkveehouders. Zo wordt de weg naar marktchaos en prijsverval geplaveid. De individuele melkveehouder is totaal niet meer in staat om op marktsignalen te reageren. Zo wordt in de praktijk de collectieve aansprakelijkheid op de mekveehouders afgewenteld.  Eventuele productiedalingen door een minderheid, verdampen in de markt. Allen dragen de impact van de lage melkprijzen, ongeacht of ze zich marktconform opstellen of niet.

Daarentegen kan bij een individuele bedrijfsregulering, iedere producent voor zich besluiten, of hij zich aan zijn melkquotum houdt of niet. Hij draagt daarvan direct zelf de consequenties. Deze aanpak heeft veel meer gemeen met de onvolprezen markteconomie, als de zogenaamde virije markt. 

Romuald Schaber (President van de EMB)


Ledenvergadering: EMB richt zichzelf opnieuw op en stemt voor demonstraties in Duitsland

De halfjaarlijkse ledenvergadering van de EMB-leden werd gehouden op 25 en 26 maart in Brussel. Er werd gesproken over de politieke lobby voor de komende zes maanden en acties in lidstaten. En de EMB werd statutair verplaatst van Duitsland naar België.

Ongeveer zes maanden na de grote melkveehoudersdemonstratie in Brussel, zitten de EMB leden er nog steeds vol van. Dat toonden de reacties op een korte film over de demonstratie en de evenementen er omheen wel aan. Cruciale vraag na afloop van de film op de vergadering, was hoe de energie en de media-aandacht die de demonstratie opleverde, gebruikt kan worden voor de politieke lobby. 

Tegen de achtergrond van de huidige politieke ontwikkelingen in Brussel met de voltooiing van de organisatie van de markten in de EU, halverwege dit jaar, stelde het EMB bestuur voor de focus de komende maanden te leggen op acties en demonstraties in verschillende lidstaten. Belangrijkste eis was om de druk op nationaal niveau te versterken en er voor te zorgen dat de vrijwillige productievermindering als hét crisis instrument om de zuivelmarkten te reguleren, uiteindelijk niet buiten de boot valt. Duitsland heeft een sleutelrol gespeeld in het geheel omdat zij alle methodes om de zuivelmarkt te reguleren, afwijzen. De EMB leden waren het unaniem eens over deze analyse en stemden in overgrote meerderheid vóór de demonstratie in Berchtesgaden, Zuid Duitsland van 10 tot 12 april en voor een demonstratie in Duitsland op 3 en 4 juni.

Zoals eerder op de ledenvergaderingen, werd deze ledenvergadering ook bezocht door collega’s van bevriende organisaties in Europa die geen lid zijn van de EMB. De Baltische staten Letland, Litouwen en Estland, werden ieder door een delegatie vertegenwoordigd. Ook de Poolse melkveehoudersorganisatie, die de EMB zo indrukwekkend steunde tijdens de acties in november, stuurde een vertegenwoordiger. Dit gaf de EMB leden de mogelijkheid om over toekomstige samenwerking te praten

Er is echter nog een reden waarom deze ledenvergadering extra op zal vallen in de EMB annalen. Toen men op de agenda keek, zagen de leden dat de eerste helft van de vergadering onder Duitse wetgeving werd gehouden terwijl de tweede helft onder de Belgische wet viel. Het was het slotstuk van een lange bureaucratische weg vol hobbels om de EMB, gevestigd in Duitsland, te herplaatsen in België. De EMB leden grepen deze gelegenheid aan om te vieren dat dit proces nu was afgerond en proosten aan het einde van de vergadering op de officiële oprichting van de EMB in België. 

Christian Schnier (EMB)


Melken in Noorwegen

In onderstaand interview, geeft de Noorse melkveehouder en leider van de Noorse Boeren organisatie in Rogaland County (Rogaland Bonde-og Småbrukarlag) Nils Melbøe, inzicht in de Noorse melkmarkt en hun reguleringssysteem.   

Hoe verloopt de melkproductie in Noorwegen?

Momenteel zijn er ongeveer 10,000 melkproducenten in Noorwegen. Er is een sterke en doorlopende structurele overgang naar grotere en minder boerderijen, en degenen die overblijven in de sector investeren steeds meer in landbouwsystemen en mechanisatie etc. Tegelijkertijd verdiend niemand een netto inkomen. De schuldenlast is geëxplodeerd en de traditionele manier van boeren wordt langzaamaan vervangen door kleine groepen boeren die samenwerken in grote gemeenschappelijke boerderijen.  De oliesector heeft in Noorwegen grote impact op de binnenlandse economie, waardoor de landbouw een structureel tekort aan arbeiders heeft. Dit heeft de lonen enorm verhoogd met 4 tot 6% in koopkracht per jaar in de afgelopen tien jaar. 

Dit heeft tevens invloed op de landbouwsector met een vergelijkbare prijsstijging voor goederen en diensten. De gemiddelde melkprijs in 2012 was 63.8 eurocent per liter. Maar dit dekt niet de productiekosten. Boeren genereren alleen een netto inkomen met de subsidies. Het gemiddelde uurloon in de Noorse landbouw is 13 euro, terwijl dit nog geen 40% is van wat in de industriële sector wordt verdiend (34 euro).

Hoe wordt de melkmarkt gereguleerd?

In Noorwegen hebben we historische melkquota, die zowel verkocht (privaat) als verleast mogen worden. De regering vormt het hoogste gezag in zake quota’s die naar gelang de marktvraag kunnen worden uitgebreid of (proportioneel) gekort. De Noorse melkproductie dekt de binnenlandse vraag niet, waardoor Noorwegen ongeveer 10,000 ton kaas uit de EU importeerd. De meeste melkproducenten leveren de melk aan Tine, een coöperatie, waardoor de hele verwerking inclusief levering aan de winkels, in eigendom is van de  boeren. De grootste uitdaging voor de coöperatie is dat er maar vier kopers zijn waar zaken mee kunnen worden gedaan omdat maar vier grote retailers de Noorse levensmiddelenketen domineren. Er is geen melkprijsgarantie in Noorwegen, maar ieder jaar onderhandelen de twee grootste boerenorganisaties (één van hen is de Noorse Boeren Organisatie) met de overheid over een richtprijs.

Hoe ziet de toekomst van de Noorse melkproductie er uit?

Noorwegen wordt geconfronteerd met een aantal belangrijke topografische en klimatologische uitdagingen met betrekking tot de voedselproductie. In het dorp waar ik woon, is het grootste stuk land 3 hectare terwijl het gemiddelde perceel 1 hectare groot is. Daardoor wordt het bewerken kostbaar en kost de oogst veel tijd. Noorwegen wordt ook beïnvloed door de situatie in de wereld en daarom is het belangrijk binnenlandse voedselproductie te laten voortbestaan. Daarbij, landbouw is als sector zo afhankelijk van politieke besluitvorming dat het van groot belang is dat politici oog hebben voor de complexiteit en het belang van voedselproductie.

Elin Bergerud (EMB)


Nederlandse boerenorganisaties roepen op tot aanpassingen van de mededingingsregels

In Nijkerk, Nederland, werd op 18 maart een symposium gehouden over de EU Mededingingsregelgeving. Ongeveer 200 deelnemers kwamen discussiëren met experts over de rol die de EU Mededingingswet zou kunnen spelen bij het verbeteren van de positie van producenten in de voedselketen. Het symposium was georganiseerd door verschillende boerenorganisaties voor varkens-, pluim-, akker- en melkveehouders.  Onder hen de NMV, één van de twee Nederlandse EMB-leden.

Anna Gerbrandy, universitair hoofddocent internationaal en Europees recht van de Universiteit Utrecht, was van mening dat de Nederlandse mededingingsautoriteiten in Nederland en de EU moeten stoppen met hun eenzijdige focus op de belangen van de consument.  In plaats daarvan moeten ze zich richten op eerlijke handelspraktijken in de gehele levensmiddelenketen. De Gemeenschappelijke Marktordening van de EU moet de verantwoordelijkheden van de producentenorganisaties verduidelijken, de grenzen van de mededingingswetgeving en de mogelijkheden voor aanbodsregulering. Het Europees Parlement discussieert momenteel over de introductie van een uitzondering op de mededingingswetgeving voor producenten, waar ook de NMV toe oproept.

Teun de Jong, president van akkerbouwvakbond NAV, steunde deze opstelling en eiste dat het mogelijk wordt voor boeren om besluiten te nemen die het mogelijk maken om een gelijkwaardige positie in de voedselketen in te nemen.

In deze context zette Kees Schillemans, advocaat bij Allen&Overy en bestuurslid van de Nederlandse Vereniging voor Mededingingsrecht uiteen hoe de NMa aankijkt tegen inkoopmacht en concentratie aan de vraagzijde. De enige omstandigheid die interventie door de NMa rechtvaardigt is misbruik van de marktpositie. Echter, het is moeilijk om zulk misbruik te definiëren.  Zolang er sterke kopers zijn met genoeg concurrenten, zijn lage retailprijzen naar het oordeel van de NMa,  niets anders dan voordelig voor de consument en dus perfect in orde. Er kan alleen sprake zijn van misbruik van kopersmacht als het marktaandeel boven de 40 procent komt waardoor nieuwe spelers buiten de markt kunnen worden gehouden. 

Anne Gerbrandy voegde nog toe dat de vooruitzichten voor Producentenorganisaties met een uitzonderingspositie voor de mededingingsregelsmomenteel favoriet zijn. Het Europees Parlement kijkt momenteel naar uitzonderingen in de zuivelsector.  Als deze wettelijke voorzieningen worden uitgewerkt, volgen nationale instanties zoals de NMa. En zelfs als de regelingen op Europees niveau ontoereikend zijn, dan zou de reikwijdte van de nationale wetgeving moeten worden benut voor initiatieven die niet onder het EU-mededingingsrecht vallen.

Ria Besseling (NMV)


Internet enquête: vrijwillige productievermindering is het snelste en meest effectieve crisis instrument

Het Duitse landbouwtijdschrift dlz agrarmagazin heeft een enquête uitgeschreven op haar website, met de vraag welke maatregelen het snelst en meest effectief zijn in geval van een crisis op de melkmarkt. Bijna de helft van de ondervraagden, 48.1 procent, steunen de vrijwillige productievermindering regeling, 18.5 procent exportsubsidies, 7.4 procent staatsinterventie en 3.7 procent denkt dat particuliere opslag het snelste en effectiefste instrument is in geval van crisis de melkmarkt te stabiliseren, 22.2 procent van de ondervraagden wisten geen keus te maken.

Christian Schnier (EMB)