EMB nieuwsbrief: MELK NIEUWS maart 2015
Beste melkveehouders en geïnteresseerden,
Over een paar weken is het zover. Dan wordt de begrenzing van de melkproductie die in 1984 is begonnen, beëindigd. Bij de introductie van het melkquotum 30 jaar geleden, waren er twee doelen:
Ten eerste moest de marktorganisatie weer betaalbaar worden. Daarom was het noodzakelijk om van de boterbergen en de melkmeren in de EU af te komen. Dit doel werd in korte tijd bereikt. Binnen een paar jaar waren de kosten voor de marktorganisatie van de zuivelsector teruggebracht van 7,5 miljard naar beneden de 2 miljard euro.
Ten tweede moesten de producentenprijzen worden gestabiliseerd, om structurele breuken te voorkomen. Dit doel werd eveneens bereikt, zelfs al hadden de melkprijzen beter georganiseerd kunnen worden voor de melkveehouders door consequentere toepassingen. Echter, dit was niet wat de beleidsmakers voor ogen hadden, immers het werd toen al belangrijk gevonden om “export kansen” te benutten. Al met al was het melkquotum een kostenefficiënt instrument voor de Unie om markten te stabiliseren. Voor de melkveehouders betekende het melkquotum in grote lijnen, betrouwbare algemene voorwaarden. Tegen de organisaties die klaagden dat het quotumsysteem niet werkte kan maar één ding worden gezegd: het werkte precies zoals degenen die het implementeerden, voor ogen hadden.
Zelfs de zware melkprijscrises van 2009 en 2012 waren niet “de schuld” van het melkquotum, zij waren uitsluitend te wijten aan de deregulering van de zuivelmarkt door de verschrikking die ‘zachte landing’ is genoemd. Een flexibel reguleringsysteem had gemakkelijk de markt kunnen stabiliseren en grote crises plus het verlies van miljarden euro’s voor melkveehouders, kunnen voorkomen.
En nu? Vanaf november 2014 heeft de naderende recordhoge superheffing van ruim 27 cent per kilogram overproductie, geresulteerd in een duidelijke rem op de melkproductie. Hoe pijnlijk de superheffing ook mag zijn voor melkveehouders die in het eerste halfjaar in het wilde weg hebben gemolken waardoor ze hun melkquotum fors hebben overschreden, is het systeem wel effectief gebleken om de melkprijsdaling een halt toe te roepen. De prijsnoteringen voor boter en magere melkpoeder stijgen en de markt is tijdelijk gestabiliseerd.
Maar wat gebeurt er na 1 april? Het meest waarschijnlijke scenario is dat melkveehouders hun melkproductie in veel EU landen uit zullen breiden, ongeacht de situatie op de zuivelmarkt. Een volgende drastische ineenstorting van de prijzen lijkt onafwendbaar, evenals de volgende crisis.
Om dit steeds terugkerende marktfalen te voorkomen, roept de EMB de Europese beleidsmakers op om het Markt Verantwoordelijkheid Programma te implementeren. De situatie/ontwikkelingen van de afgelopen drie tot vier maanden tonen overduidelijk aan dat met heldere richtlijnen en politieke wil, het zeer wel mogelijk is om systematische marktverstoringen te verhelpen. Zelfs in een periode zonder quota, kan een dergelijk programma een voorwaarde scheppen voor melkveehouders om in lijn met de marktontwikkelingen te handelen. Iedereen die meer produceert ongeacht de verzadiging van de markt, zou hier ook verantwoordelijkheid voor moeten nemen en een markt verantwoordelijkheidsheffing moeten betalen. Aan de andere kant, zou iedereen die in een dergelijke situatie minder melkt, een bonus moeten ontvangen. Dit kan een stabiele omgeving vormen en melkproductie garanderen in de gehele EU.
Romuald Schaber, EMB President
Oproep tot deelname: Wake, persconferentie en symbolische actie op 31 maart 2015 in Brussel
© wikimedia commons
Op 31 maart wordt de melkquotering na 31 jaar, beëindigd. Maar wat komt er na 1 april? Het meest waarschijnlijke scenario is dat melkveehouders hun melkproductie uit zullen breiden in veel EU landen, ongeacht de situatie op de zuivelmarkt. Een volgende drastische melkprijsverlaging lijkt onafwendbaar, evenals de volgende marktcrisis.
Het melkquotumsysteem stabiliseerde de melkmarkt en leverde in meer of mindere mate, betrouwbare algemene voorwaarden voor melkveehouders. Vanaf april 2015 krijgt de zuivelindustrie de touwtjes in handen! We willen deze modelverandering onder de aandacht brengen tijdens een wake en symbolische actie op 31 maart voor het gebouw van het Europese Parlement in Brussel.
De wake begint om 7 uur ’s ochtends.
We hopen u te zien!
Presentatie van de resultaten van het melkproductie kostenonderzoek in België
© EMB
Onderstaand vindt u het persbericht van de MIG en de EMB (04.03.2015)
Vandaag presenteren de MIG en de EMB aan het kabinet van de federale minister verantwoordelijk voor landbouw, de situatie van de melkveehouders en de resultaten van het onafhankelijke onderzoek naar de kosten voor de melkproductie in België.
Het rapport volgt de eerder gemaakte rapportages, erkend door verschillende Europese instanties en uitgevoerd in Duitsland, Frankrijk en Nederland. Deze rapportages zijn gebaseerd op dezelfde bronnen (FADN en nationale instituten voor statistieken) en dezelfde berekeningsmethode.
De resultaten van de rapportages in Duitsland, Frankrijk en Nederland veroorzaakten al de nodige commotie bij publicatie. De data toonden overduidelijk de kloof tussen de productiekosten voor de melk en de uitbetaalde boerenmelkprijzen.
Ook in België is er een groot verschil tussen de boerenmelkprijzen en de echte kosten voor de productie. Dit maakt het erg lastig om melkveehouders een eerlijke levensstandaard te garanderen – hetgeen één van de doelen is van het Gemeenschappelijke Landbouw Beleid1.
De studie toont onder meer aan: om de kosten van de melkproductie te dekken met een redelijke marge2, moeten de boerenmelkprijzen 46 cent per kilo bedragen. In december 2014, ontvingen Belgische melkveehouders gemiddeld een melkprijs van 31.15 cent per kilo melk3; waarmee de te overbruggen kloof 14.85 cent per kilo is.
Melkproductie garandeert Belgische melkveehouders geen eerlijk inkomen.
Evenals bij de Duitse, Franse, Nederlandse en Belgische boeren, wordt aan melkveehouders in andere Europese landen geen melkprijs uitbetaald die de kosten dekt, hetgeen resulteert in steeds meer melkveehouders die stoppen en het aanzienlijke banenverlies in de agrarische sector. Boeren moeten in staat worden gesteld om een fatsoenlijk inkomen uit de markt te genereren.
Subsidies en toeslagen zijn niet toereikend om de bestaande marktverstoring op te vangen. Het is aan producenten, politici en consumenten om gezamenlijk de verantwoordelijkheid te nemen en een geschikt raamwerk te eisen dat het mogelijk maakt om de markt naar behoren te laten functioneren en melkveehouders een eerlijk inkomen te garanderen.
Rapport productie kosten in België
Video van de persconferentie (Duits)of (Frans)
1 Zie Artikel 39 of het “Verdrag over het functioneren van de Europese Unie”, herzien in 2009
2 Landbouwwerknemers inkomen tot stand gekomen door collectieve onderhandelingen (CP144.00 – Landbouw)
3 EC Melk Markt Observatorium (EU Regulering no. 479/2010 Artikel 2)
Franse melkverwerkers: verplichte contracten – situatie en risico’s
© wikimedia commons
Op 31 maart wordt de melkquotering na meer dan dertig jaar beëindigd. Daarna wordt de melkproductie bepaald door een contractsysteem, mogelijk gemaakt door het Europese Melkpakket. Coöperaties maken zich geen zorgen want hun leden zijn middels de leveringsvoorwaarden verplicht om alle melk die ze produceren aan de coöperatie te leveren.
Contracten zouden acceptabel zijn als ze evenwichtig waren. Echter, met de verplichtingen en beperkingen die deze nu bevatten zonder een gegarandeerde minimumprijs, zijn deze onacceptabel!
Hoe ziet de wetgeving er uit:
Melkverwerkers zijn verplicht hun producenten een contract aan te bieden. Echter, de producent is niet verplicht het contract te accepteren en ondertekenen omdat in het verleden de levering mondeling werd overeengekomen. Door acceptatie van het nieuwe contract, vervalt automatisch het oude. “We worden onder druk gezet om de nieuwe oneerlijke contracten te ondertekenen waarin producenten geen enkel recht hebben. Degenen die zich verzetten worden bedreigd met beëindiging van het ophalen van de melk op een min of meer korte termijn. De verhoudingen met de melkverwerkers worden er zeker niet beter op … Deze druk werd onder de aandacht gebracht van de minister en de contract mediator maar dit heeft nauwelijks tot reacties geleid!”, zegt Olivier Chemin, melkveehouder uit Mayenne.
Wat gebeurt er met de melkveehouders die geen contracten ondertekenen?
In geval van stilzwijgende beëindiging van contracten die hen binden aan hun melkverwerker, moet een opzegtermijn in acht worden genomen. Dit is een recht en zelfs al is de wet daar onduidelijk over, is het redelijk om te verwachten dat op zijn minst één maand per leveringsjaar in acht moet worden genomen. Bijvoorbeeld: 15 maanden opzegtermijn voor 15 jaren levering, na ontvangst van een aangetekend schrijven. Dit geeft ruimte voor een overdenking- en discussieperiode. Angst leidt tot slavernij, accepteer niet alles zo maar.
Kan ik een coöperatie verlaten?
Tijdens de contractuele periode niet. Behalve in het geval van overmacht. Echter, het is noodzakelijk om de ledenvoorwaarden van de coöperatie er op na te lezen en/of diens interne regels, die de procedures en heffingen moeten bevatten aangaande een vroegtijdige beëindiging van de overeenkomst. Een lid kan echter worden geschorst door de coöperatie als hij/zij niet voldoet aan de leveringsvoorwaarden. Aan het einde van de overeenkomst kan het wel – mits u de coöperatie op de hoogte hebt gesteld van uw voornemen. Maar, het kan wel tot vijf jaar duren voor u uw aandelen uitbetaald krijgt. Als een coöperatie aangesloten is bij een commerciële producentenorganisatie, kan een lid van een coöperatie nergens anders bij aangesloten zijn, bijvoorbeeld bij een Interbranchorganisatie. Hij kan dit slechts doen na ontheffing van zijn verplichtingen door de coöperatie: onder voorwaarde echter, dat hij een nieuwe afnemer voor zijn melk heeft gevonden.
Pas op voor integratie!
Landbouwbedrijven worden steeds groter en grote investeringen zijn nodig. Met het oog op het economische klimaat, worden de banken steeds voorzichtiger en eisen meer garanties voor ze geld willen lenen. We zien dat particuliere investeerders steeds meer belangstelling krijgen voor boerenbedrijven en bieden financieringen aan samen met de coöperaties. Het is het begin van de integratie in de sector net als bij de varkens- en de pluimveesector, waar de producent niet meer de leiding heeft – in het belang van de industriële combinaties. Eigendom en toegang tot land zijn de middelen die we moeten zien te behouden om ons voortbestaan als bedrijfshoofd te garanderen en niet als arbeidskracht van de melkfabriek te eindigen.
Véronique Le Floc'h, OPL Frankrijk
Italië: Rondetafelgesprek over melk
© wikimedia commons
Op 11 februari, belegde de Minister van Landbouw, Voedsel en Bosbouw, Maurizio Martina, een rondetafelgesprek over melk in Rome met delegaties van de belangrijkste producentenorganisaties en de industrie, om oplossingen te ontwikkelen voor de zuivelsector en de situatie te verbeteren.
Mipaaf (Italiaanse ministerie van Landbouw, Voedsel en Bosbouw) monitoort in samenwerking met het wetenschappelijke instituut Ismea, periodiek de ontwikkelingen in de hoofdcategorieën van landbouwproducten betreffende productiekosten, prijzen uitbetaald aan boeren en de consumentenprijzen. Als op enigerlei wijze oneerlijke praktijken worden vastgesteld, wordt hier rapport van opgemaakt voor de Markt- en Mededingingsautoriteiten.
Er zijn twee belangrijke innovaties met betrekking tot de hervorming van het Melkpakket:
· Meer contractuele garanties voor producenten
· De vorming van een Interbranch organisatie voor melk samengesteld uit experts uit de zuivelsector, die de taak krijgen om goede praktijken te identificeren evenals de trends in prijzen en productiekosten. Met betrekking tot etikettering, zal duidelijke informatie worden verstrekt aan de consumenten over de herkomst van de melk.
Copagri, een overkoepelende organisatie van producenten, die aanwezig was tijdens de vergadering, heeft voorstellen aangedragen met betrekking tot de noodzakelijke reorganisatie van de zuivelsector en diens ontwikkeling in het algemeen.
Met het oog op de problemen die zijn ontstaan op Europees en nationaal niveau door de teruggang in melkprijs met 30%, van 45 cent naar 35/36 cent sluiten nu dagelijks vier melkveebedrijven in Italië hun deuren en zijn de afgelopen tien jaar al meer dan 40% van de melkproducenten gestopt.
APL Italië diende de volgende voorstellen in aan alle Stakeholders:
1. Certificatie van de bescherming van de herkomst van melk en niet van het verwerkte product door de vorming van het “Consortium van Italiaanse melk”.
2. Toewijzing van de coëfficiënten van verwerkte producten “beschermde herkomst”, verbinden aan producenten en niet aan de verwerkende industrie (kaasaandelen in handen van producenten), met toepassing van hetzelfde systeem als voor beschermde oorsprongsbenamingen wijn.
3. Verbied financiële speculatie op voedsel, de sector heeft stabiliteit nodig en geen speculatie.
4. Vecht tegen “plastic kaas” producten (analoge kaas), gemaakt van plantaardige proteïnen in plaats van melk maar verkocht als kaas, een fenomeen dat in opkomst is in Europa met een geschatte omzet van duizenden tonnen per jaar.
5. Oprichting van een Zuivelproductschap samengesteld uit vertegenwoordigers uit de regio’s, Mipaaf, organisaties, verwerkers en de detailhandel wiens taak het is voor de verschillende transformatie sectoren, de kosten voor de productie van een liter melk te certificeren, evenals de productieontwikkelingen en tegelijkertijd de marktontwikkelingen, om daarna passende maatregelen te plannen. Een nationaal kantoor van de sector die de verhoudingen in de aanbodsketen definieert.
6. Gebruik het Regionale Ontwikkelings Plan bij het ondersteunen van onderzoeksprojecten (gepromoot door universitaire onderzoekscentra) met als doel een wetenschappelijk patent dat de herkomst van rauwe melk certificeert.
7. Verplicht elke PDO kaasproducent om niet dezelfde locatie te gebruiken, zelfs geen aangrenzende, voor het tegelijkertijd produceren en rijpen van PDO kazen en het verwerken van melk of zuivelproducten van buitenlandse herkomst.
8. Maak een “Melk Bank” een multifunctionele fabriek die ook melkpoeder kan produceren.
9. Ontwikkel een merk als Albo – “Made in Italië” als middel voor de registratie en certificering van het gebruik van melk die een 100% Italië etiket heeft.
10. Institutionaliseer certificatie-instellingen om de onpartijdigheid van de controles te waarborgen.
11. Gebruik nationale campagnes voor voedingsleer op scholen en in de publieke sector om Italiaanse melk te promoten.
12. Geen verzekeringen tegen de daling van de melkprijzen omdat zonder verdere instrumenten, de kosten van deze verzekeringen volledig ten laste komen van de melkproducenten.
Roberto Cavaliere, APL Italië
”Wij zijn het zat !” platform eist radicale verandering van het Oostenrijkse landbouwbeleid
© wikimedia commons
Eind januari van ieder jaar, gebruiken de voorstanders van een geïndustrialiseerde en chemisch intensieve landbouw, de winterconferentie van het Ecosociale forum “Landbouw Beleidsdag”, om de Oostenrijkse landbouwbeleidsmakers bij te praten. De onderwerpen dit jaar waren “De biologische economie” en “Veranderende markten”.
Het “Wij zijn het zat!” platform verzet zich tegen een landbouwpolitiek die gericht is op het laten groeien van de export, het produceren van overschotten, het importeren van genetisch gemodificeerde diervoeders en het “Groeien of vertrekken”-motto die het verlies van biodiversiteit accepteert, de landbouw afhankelijk maakt van pesticiden, landroof veroorzaakt op het Zuidelijk Halfrond,de uitdunning van boerenbedrijven etc. Het platform “Wij zijn het zat!” is een initiatief van milieu-, ontwikkelingshulp-, mensenrechten- en boerenorganisaties, evenals sociale bewegingen. De Oostenrijkse IG-Milch is één van de organisatoren.
Stefan Scheipl, IG-Milch Oostenrijk
Video van de actie "Wij zijn het zat!"
Verkiezingen in het Verenigd Koninkrijk: Een kans om niet te missen!
© wikimedia commons
Na het lezen onlangs van de Farmers Weekly (het grootste boerentijdschrift in het Verenigd Koninkrijk), gingen de alarmbellen, links, rechts en in het midden af. Momenteel storten de boerenopbrengstprijzen in, waardoor Britse boeren iedere week grote financiële verliezen leiden in eigenlijk alle sectoren. We weten dat de schuldigen daarvoor in de regering te vinden zijn, bij grote foodretailers en de groothandel, grote voedselverwerkers en grote coöperatieve verwerkers die zich in veel gevallen als een multinational gedragen. In voorbereiding op het nieuwe GLB na 2015 verklaarde de EU 2010:
1. Voedselzekerheid staat bovenaan de agenda
2. Dit gaat over landbouw, niet zomaar de eerste de beste “oude” industrie
3. Boeren hebben een vangnet nodig
Maar hebben ze daar ook naar gehandeld toen Fairness for Farmers in Europa (FFE), hen de gelegenheid bood en met een voorstel kwam waarmee de EU meer dan €100 miljard kon besparen en in één keer 5.5 miljoen banen kon creëren, gevolgd door een veelvoud van deze voordelen in korte tijd? Nee! Waarom niet? Zoals altijd: de lobby van de voedselindustrie.
Hoewel, we kunnen dit in het VK zeker doen en 220.000 banen creëren van John O’Groats tot aan Landsend, terwijl een veelvoud van deze voordelen op korte termijn financiële lucht terug kan pompen in de plattelandseconomie van het VK en de verdere economie, net zoals Roosevelt deed om de Verenigde Staten uit de depressie van de dertiger jaren van de vorige eeuw te trekken. De Britse regering moet direct wetgeving implementeren ten aanzien van de boerenprijzen om ze minimaal op een kostendekkend niveau te brengen plus een marge en compensatie voor inflatie, geldend voor alle basisvoedingsmiddelen en gerelateerd aan boerengezinnen, om zo het vangnet te leveren dat tot nu toe nog steeds niet is geleverd, hoewel het een voorwaarde voor de EU is, vastgelegd in Artikel 39b van het Verdrag van Lissabon. Daarnaast, laat u door niemand wijsmaken dat deze wetten het EU recht niet zou passeren. Dit is onjuist – het zal geaccepteerd worden als een welzijnsmaatregel omdat inmiddels 25% van de Britse boerengezinnen onder de armoedegrens leven. In de EU is de situatie soortgelijk.
David Handley, voorzitter van Farmers for Action in het VK, en anderen hebben zeker hun best gedaan om de media aandacht te vragen door hen te tonen hoe het op de boerenbedrijven gesteld is. Daarom kan de conclusie slechts zijn dat er niets op aarde is wat boerenfamilies en hun familieleden er toe kan brengen om nog langer in te stemmen met de financiële straffen die de Conservatieven, Labour of Lib Dem (de drie belangrijkste politieke partijen) hebben bereikt met het begunstigen van het grote bedrijfsleven ten koste van de gezinsbedrijven. Laat de enige partij waar uw stem heen gaat, de partij zijn die de intentie heeft om onmiddellijk wetgeving in te voeren betreffende de boerenopbrengstprijzen als zij bij de verkiezingen in mei, gekozen worden voor zetels in Westminster!
Aan de politici: terwijl Poetin losgeslagen is en voorheen stabiele regeringen in het Midden Oosten omver vallen, zijn uw prioriteiten als volgt: voedsel en nationale veiligheid, gezondheidszorg en onderwijs, in deze volgorde en geen andere. Alleen dan zal er welvaart zijn!
William Taylor, Farmers For Action, Noord Ierse coördinator
Leden organisaties: Veranderingen aan de top
Onze ledenorganisaties in Duitsland, Frankrijk en Spanje hebben recentelijk nieuwe gezichten in het hoofdbestuur gekregen. We hebben de nieuwe voorzitters naar hun achtergronden en plannen voor de toekomst gevraagd.
Portret van Gertraud Gafus – AbL Duitsland
Eind november 2014 heeft de AbL [Arbeitsgemeinschaft bäuerliche Landwirtschaft – een Duitse boerenorganisatie] mevrouw Gertraud Gafus en de heer Martin Schulz gekozen als nieuwe landelijke voorzitters. Samen met haar familie, runt mevrouw Gafus (48) een biologisch zoogkoeien bedrijf in Opper Beieren.
Mijn boerderij:
Samen met mijn familie run ik een biologisch zoogkoeien bedrijf in de bergen, op 900 meter hoogte. Omdat de melkprijzen het niet langer rendabel maakten om de melk naar het dal te brengen, moesten we overschakelen op zoogkoeien. Naast onze tien Pinzgauer koeien en hun nakomelingen, houden we ook 30 tot 40 kippen, dat hangt er vanaf wat de haviken voor ons over laten. De Pinzgauer zijn een bedreigd ras, die wijdverbreid waren in onze regio tot 1950 en bekend staat om z’n uitstekende vlees. Ze zien er prachtig uit, erg stoer en totaal aangepast aan het terrein. Ongeveer de helft van de 20 hectare waarop we boeren, bestaat uit steile hellingen. De opbrengsten uit de eerste en tweede pijler zijn voor onze bedrijfsvorm erg belangrijk. Als tweede bron van inkomen runnen we een klein café, waar we voornamelijk biologische producten verkopen, eerlijke handel producten en onze eigen geproduceerde producten. Ik ben blij om boer te zijn!
Mijn motivatie om voorzitter te worden:
Ten eerste, het behoud van boerenbedrijven, het landschap en het plattelandsleven ligt me na aan het hart. Ik ben er vast van overtuigd dat een plattelandseconomie die in samenhang is met de natuur en met zoveel boerderijen als maar mogelijk is, één van de hoekstenen van een democratische samenleving is. Mijn zorgen zijn er niet alleen voor onze boerenbedrijven, maar ook rechtvaardigheid en waardigheid voor iedereen op de planeet streef ik na. Onze organisatie Abl, combineert deze aspecten met een strijd tegen genetische manipulatie, de kampioenen ‘gratis zaad’, en een meer rationele verdeling van de middelen uit Brussel, enz. Als je beter kijkt zijn deze aspecten niet te scheiden. Daarom voel ik me bij de Abl thuis en ben ik blij dat de algemene vergadering in de herfst het vertrouwen in me heeft uitgesproken.
Mijn doelen/plannen voor de functie:
Mijn doel is om de rivaliteit tussen boeren tegen te gaan en de maatschappij te laten zien dat de eis “groeien of wegwezen” resulteert in onherstelbare verliezen. De politici moeten zich eindelijk realiseren dat landbouwbeleid sociaal beleid is. Duurzaam landbouw beleid zou op zoveel terreinen positieve resultaten opleveren, zoals voor het ontwikkelingsbeleid, milieubeleid en sociaal beleid. Een belangrijk instrument in deze duurzame landbouw politiek . zijn de directe betalingen uit Brussel. Ze moeten dringend volgens een andere formule worden verdeeld dan nu het geval is. Het is onacceptabel dat boerenbedrijven met veel ruimte, en weinig werk nog steeds de grote winnaars zijn, omdat deze bedrijven net degenen zijn die het minste teruggeven aan de maatschappij.
Portret van Boris Gondouin - APLI Frankrijk
Eind november 2014, nam Boris Gondouin (43) het voorzitterschap van de APLI (Association des producteurs de lait indepéndants – Onafhankelijke melkveehouders associatie over van André Lefranc). Samen met zijn zakenpartner heeft hij een bedrijf in de Maas regio – op de grens met België en Luxemburg – waar gemolken wordt en vleesvee wordt opgefokt en granen worden geproduceerd.
Mijn bedrijf:
In 1997 ben ik samen met een partner van dezelfde leeftijd een niet-gezinsbedrijf gestart,georganiseerd in een niet-handels partnerschap (GAEC) omdat we beide niet van boerenkomaf waren. We boeren op 200 hectare: 45 hectare maïs, 10 hectare alfalfa, 10 hectare tijdelijk grasland, 10 hectare gemengd graan (erwten/triticale), 65 hectare grasland, 35 hectare tarwe, 15 hectare koolzaad en 10 hectare of triticale. We produceren ook 650.000 liter melk met 75 Holstein en Montbeliarde koeien en fokken 180 stuks jongvee op vanaf 8-dagen oud, van gemengd ras van melkstieren,.
Mijn motivatie om voorzitter te worden:
Mijn belangrijkste motivatie is om zoveel mogelijk melkveehouders er bewust van te maken dat we een Europees reguleringssysteem nodig hebben, dat het niet normaal is om te produceren beneden de kostprijs, dat we onze arbeid om moeten zetten in productiekosten en dat we dit kunnen bereiken omdat we de eerste schakel in de voedselketen zijn en niet een aanpassingsvariabele zoals zo vaak door de traditionele boerenbonden wordt gesteld die de trend in menig Europese lidstaat bepalen.
Mijn doelen/ plannen voor de functie:
Mijn plan is om onze organisatie, de APLI, te versterken door zoveel mogelijk Franse melkveehouders samen te brengen bij demonstraties en campagnes en ze te motiveren om het ons zo mogelijk te maken om meer druk te leggen op de Franse en Europese leiders. APLI moet de brug vormen tussen melkveehouders en politici zodat deze onze thema’s volledig begrijpen en de problemen die wij en de consumenten hebben met het beleid, duidelijk zijn.
Mijn belangrijkste doel is om een soortgelijk systeem als in Canada, in Europa te brengen. Door middel van de EMB moeten we de melkveehouders in Europa verenigen zodat we één organisatie hebben om te onderhandelen over opbrengstprijzen en volumes.
Manuel Iglesias, OPL Spanje
Manuel Iglesias werd in juli 2014 al voorzitter van ons Spaanse ledenorganisatie OPL. Hij heeft een melkveebedrijf met 90 koeien in Galicië, waarmee hij een miljoen liter melk per jaar produceert.
Regina Reiterer, EMB
Nieuws uit Brussel
© wikimedia commons
De plannen van de Europese Commissie ten aanzien van de betaling van de superheffing
De Europese Commissie werkt momenteel een voorstel uit om de betalingen voor de superheffing te spreiden over drie jaar. Dit stelt de lidstaten in staat om de boetebetalingen voor het laatste quotumjaar 2014/2015 in drie renteloze termijnen te heffen. De eerste betaling moet betaald zijn voor oktober 2015, de tweede voor oktober 2016 en de derde voor oktober 2017. De lidstaten moeten nog steeds het totale bedrag betalen aan de EU uiterlijk 30 november 2015. Het doel is om de melkveehouders te helpen die worstelen met hun liquiditeit doordat ze meer hebben geleverd dan hun melkquotum groot was - naast de lage melkprijzen. De EU-Commissie bestudeert het voorstel en de verwachting is dat de lidstaten vervolgens snel het startsein zullen geven. Het uitspel van betaling brengt verlichting voor veel melkveehouders in Ierland, Duitsland, Polen, Nederland en Denemarken die verwachten dit jaar hoge boetes te moeten betalen (meer dan 27 cent per liter).
De aanbevelingen van het Europees Parlement betreffende de TTIP onderhandelingen
In zijn interne rapportage heeft het Comité van het Europees Parlement over Internationale Handel (INTA) de Commissie aanbevelingen gegeven aangaande de TTIP onderhandelingen. De rapporteur is het Duitse parlementslid Bernd Lange (S&D). Lange beziet de TTIP als een mogelijk instrument voor duurzame groei. Volgens hem zal de grootste economische winst zitten in de geplande samenwerking op regelgevingkwesties en het verwijderen van niet-tarifaire handelsbarrières (bijvoorbeeld uiteenlopende technische regels / normen, dubbele certificaten enz.) Het parlementslid uitte zorgen over de omstreden Investor State Dispute Settlements (ISDS – Investeerders geschillenbeslechting). Lange wees er op dat het Europees Parlement het laatste woord heeft over het ratificeren van de handelsovereenkomsten. Gezien het grote aantal kritische geluiden en de lage waardering van het publiek voor het akkoord waar momenteel over onderhandeld wordt, eist het parlement maximale transparantie en de garantie dat de Europese waarden beschermd worden in het akkoord, aldus de rapporteur.
TTIP – 8ste ronde gesprekken
De gesprekken over het geplande vrijhandelsverdrag tussen de EU en de VS werden van 2 tot 6 februari in Brussel gehouden. De achtste onderhandelingsronde concentreerde zich op regelingen voor energie en grondstoffen, alsook diensten, investeringen en overheidsopdrachten. Over het hoofdstuk over investeerderbescherming werd niet gediscussieerd. Andere onderwerpen bevatten regelingen over gewasbescherming, voedsel en geografische aanduidingen, duurzaamheidregels en de afschaffing van invoerrechten. Op 4 februari konden lobbyisten en niet regeringsorganisaties hun zegje doen. Sieta van Keimpema – vicevoorzitter van de EMB – gaf een presentatie namens de EMB.
“Good Food Good Farming” evenement (10 en 11 februari)
Tijdens de ARC 2020 conferentie in Brussel, bediscussieerden burgers, boeren- en milieuorganisaties, wetenschappers en politici de gevolgen van de GLB hervormingen voor 2014-2020 en de vooruitzichten voor duurzame landbouw en agro-ecologische benaderingen. In vier workshops werden voorstellen besproken voor oplossingen en de belangrijkste veranderingen die nodig zijn om de landbouw duurzaam te maken, gezond voedsel op te leveren en bijdragen aan de plattelandsregio’s. Sieta van Keimpema presenteerde de positie voor melkveehouders op de markt en in de handel.
Europarlement: Rapport Nicholson over vooruitzichten voor de EU zuivelsector (23.2.)
Het 11 pagina’s tellende ontwerp initiatiefverslag, dat twee weken geleden werd gepubliceerd, tracht de steunmaatregelen van het zuivelpakket te beoordelen en beveelt oplossingen aan om de marktvolatiliteit aan te pakken. Rapporteur James Nicholson roept de Commissie op om een meer “responsief en realistisch” vangnet te implementeren en om de snelheid van de interventie opnieuw te bekijken om "meer een afspiegeling te zijn van de productiekosten en aangepast aan de veranderingen in de markt". Nicholson zou graag zien dat de sector meer de “lange termijn geïntegreerde leveringscontracten” zou verkennen, vastgelegde margecontracten en de “kans om de melkprijs vast te leggen voor een bepaalde periode”. Hij adviseert verdere intensivering in de “totstandkoming van gezamenlijke producentenorganisaties als een instrument om het gebrek aan evenwicht in de aanbodsketen aan te pakken”. De Landbouwcommissie van het Europees Parlement stemt begin mei over het rapport, de plenaire zitting met het vaststellen van de standpunten wordt later deze zomer verwacht.
Over het initiatiefrapport
Regina Reiterer, EMB
EMB Agenda
Belangrijke data voor het EMB bestuur in maart 2015:
- 02.03.: “Melk” civiele dialoog groep vergadering
- 03.03.: Gesprekken met EU parlementsleden
- 04.03.: Presentatie van de Belgische kostenstudie
- 04.03.: “GLB” civiele dialoog groep vergadering
- 05.03.: Debat over de toekomst van de zuivelsector, Commissie van de Regio’s
- 18.03.: “Zuivelbeleid voor de 21steeeuw, conferentie EDA
- 31.03.: EMB wake en symbolische actie
Colofon
European Milk Board asbl
Rue du Commerce 124
B-1000 Bruxelles
Telefoon: +32 2808 1935
Fax: +32 2808 8265
E-Mail: office@europeanmilkboard.org
Website: http://www.europeanmilkboard.org