EMB Nieuwsbrief: MELK NIEUWS maart 2016
Beste melkveehouders en geïnteresseerden,
Het is alweer bijna een jaar geleden dat de EU de melkquotering afschafte. Alle juichende voorspellingen van de zuivelindustrie, boerenorganisatie COPA en beleidsmakers van de Europese Commissie van het Directoraat Generaal voor Landbouw bleken – zoals we hen al gewaarschuwd hadden – op niets anders gebaseerd dan hebzucht en “wishful thinking”. De 1steapril bracht geen Bevrijdingsdag maar was, zoals alle jaren, April Fools: de dag van de zotten.
Om in te schatten hoever de Europese Commissie er met haar inschatting naast zat, heb ik een paar oude rapporten en vooruitzichten die in opdracht van de Europese Commissie zijn opgesteld in voorbereiding op de afschaffing van de melkquotering (zachte landing) en de hervorming van het GLB, erbij gepakt. Een studie, uitgevoerd door de GIRA (een consultatie en onderzoeksbureau), in opdracht van de Europese Commissie van Landbouw gepresenteerd op 12 december 2012, voorzag een groei van de Europese melkproductie van 6.8 miljard kilogram melk van 2011 tot 2016. Op 5 december 2014, presenteerde de GIRA opnieuw een studie in opdracht van de Europese Commissie met vooruitzichten over de Europese melkproductie maar nu van 2013 tot 2018. De studie schat nu in dat de melkproductie in deze periode 12.4 miljard kg zal toenemen.
Data van Eurostat echter, tonen aan dat aan het einde van 2015 door de Europese melkveehouders al meer dan 12 miljard kg méér was gemolken in vergelijking met 2011.
Daarnaast richt de Europese Commissie zich nog steeds op vooruitzichten over marktontwikkelingen van de OESO en de FAO, alhoewel de geopolitieke omstandigheden inmiddels enorm zijn veranderd.
Daarbovenop stelt de President van de Europese Commissie, Jean Claude Juncker, in zijn schriftelijke reactie aan de European Milk Board - die de heer Juncker hebben verzocht om het Markt Verantwoordelijkheid Programma (MVP) te implementeren om de zuivelmarkt te stabiliseren - , dat dit “tegen besluiten die door de beleidsmakers in het kader van de Hervorming van het Gemeenschappelijk Landbouw Beleid (GLB) in 2013 in zou druisen”. Dit is niet eens een halve waarheid. Er zijn mogelijkheden en voorwaarden die het mogelijk maken om in te grijpen: het initiatiefrecht voor de Europees Commissaris van Landbouw (in extreme situaties) werd ingevoerd in de laatste hervorming van het GLB, terwijl ook het Verdrag van Lissabon overduidelijk maakt wat de doelstelling van het landbouwbeleid zou moeten zijn.
Ik kan slechts concluderen dat het de Europese Commissie ontbreekt aan flexibiliteit en de wil om de koers bij te stellen als dat noodzakelijk is, en dat men liever vasthoudt aan gedateerde en ontoereikende studies, ongeacht de consequenties voor de melkveehouders. De motivatie daarvoor is schimmig. Omdat ook het laatste argument vóór liberalisatie van de zuivelmarkt – extra inkomsten door de toegenomen export van zuivelproducten – ook inmiddels achterhaald lijkt: het Nederlandse Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) heeft de cijfers betreffende het verschil in exportwaarde van zuivelproducten over de eerste negen maanden van 2015 in vergelijking met de eerste negen maanden van 2014, gepubliceerd. En toont een vernietigend resultaat: de Nederlandse zuivelindustrie ‘won’ 175.3 miljoen euro exportwaarde, grotendeels buiten de EU, maar verloor 725,3 miljoen euro aan exportwaarde en marktaandeel, grotendeels in de EU.
In de eerste negen maanden van 2015, verloor één EU lidstaat al meer dan een half miljard euro (550 miljoen) aan exportwaarde voor zuivelproducten..
Dit is het directe resultaat van de druk die de Nederlandse zuivelindustrie, de grootste ‘boerenorganisatie’ LTO Nederland en ook voor een groot deel de Nederlandse beleidsmakers, hebben veroorzaakt met hun lobby voor afschaffing van het melkquotum. .
Bovenstaande kostte de melkveehouders in de EU ongeveer 40% van hun inkomen in 2015, verlaagde hun cashflow met 50% in dezelfde periode en duwde de marges ver in het rood.
Er zijn inmiddels beleidsmakers die de koers willen bijstellen. De Franse landbouwminister Stéphane Le Foll, is één van hen en heeft een aantal voorstellen ingediend. Het is uiterst belangrijk dat de EMB betrokken wordt in dit proces om nieuwe marktinstrumenten en maatregelen te ontwikkelen. Om ze ook ten gunste van de melkveehouders in te richten en niet slechts in het voordeel van de zuivelindustrie en de handel.
Omdat, zoals Albert Einstein eens zei, “We kunnen een probleem niet oplossen met de denkwijze die het heeft veroorzaakt”.
Sieta van Keimpema, EMB Vicevoorzitter
Maatregelen betreffende productievermindering FrieslandCampina slechts topje van de ijsberg
Het voorbeeld van de Nederlandse zuivelcoöperatie FrieslandCampina heeft aangetoond dat het verminderen van het volume door middel van een bonus, technisch mogelijk is en op korte termijn kan worden geïmplementeerd.
De tijdelijke maatregel van FrieslandCampina – door een tekort aan verwerkingscapaciteit van de melkverwerker geïnitieerd – voerde tot een vermindering van het melkvolume van ongeveer 35 miljoen kilogram melk. Het Nederlandse zuivelconcern betaalde aan de leden die hun levering niet lieten stijgen, een bonus van 2 cent per kilogram melk over een periode van 1 januari 2016 tot en met 11 februari 2016.
Volgens de coöperatie namen ruim 60% van de leden deel aan de maatregel. In totaal werd 14,1 miljoen euro aan de leden in het kader van de bonusregeling uitgekeerd.
Beperkt effect op de melkleverantie in januari 2016
De Nederlandse melkveehouders hebben hun productie in januari 2016 duidelijk opgevoerd. De melkleveranties stegen met 15,5% tot 1,21 miljoen ton in vergelijking met januari 2015. Volgens RVO.nl is het productiebeperkende effect van de regeling van FrieslandCampina op de melkproductie in januari 2016 slechts beperkt geweest. Zonder de regeling zou de melkproductie gestegen zijn met 17,5%.
De cijfers uit Nederland spreken duidelijke taal. Met het wegvallen van het melkquotum wordt in het wilde weg gemolken. De milde winter heeft de melkleveranties nog verder op doen lopen. Alleen in het noorden van Nederland heeft een korte en intensieve winterperiode met ijzel tot problemen bij het inzamelen van de melk geleid. In januari 2015 produceerden de Nederlandse melkveehouders duidelijk minder melk. Om een hoge superheffing te voorkomen.
Het aanvullende programma om minder te produceren, werkt. Echter moet duidelijk worden gesteld dat alleen de belangen van de melkverwerker voor FrieslandCampina bepalend zijn geweest en de uitwerking zich beperkte tot één regio. Om de Europese zuivelmarkt weer in evenwicht te brengen, moet een rechtsgeldig kader worden geschapen op Europees niveau.
Sieta van Keimpema, EMB
Volume regulering en productie op de agenda
© European Union, 2016
Het model van FrieslandCampina krijgt navolging. Het Nederlandse zuivelconcern krijgt met de uitbetaling van een bonus voor degenen die vrijwillig minder melk aanleveren, navolging in andere landen.
Zwitserland: Melkverwerker Emmi beloont vrijwillige reductie
De grote Zwitserse melkverwerker Emmi heeft midden februari aan haar leden aangekondigd dat ze het vrijwillig aanleveren van minder melk financieel gaat belonen. Voor elke kilo melk die minder geleverd wordt als in dezelfde maand van het voorgaande jaar, worden 10 Rappen (circa 9 eurocent) betaald. De maatregel is beperkt tot de maanden maart en april en vrijwillig voor de producenten.
Oostenrijk: Bonus/Malusmodel van de Gmunder Milch
De op drie na grootste melkverwerker van Oostenrijk, de Gmundner Milch, heeft vanaf 1 maart een bonus/malusmodel ingevoerd om de aangeleverde melk te beperken (vooraleerst zonder termijn). Als referentie wordt of de in 2015 gemiddeld aangeleverde melk genomen of de eerdere referentiehoeveelheid.
Als basisprijs wordt 27 ct/kg netto uitbetaald, vanaf een daling van 5% van de aangeleverde hoeveelheid, wordt een toeslag uitbetaald. Als een bedrijf in maart minimaal 5% minder aanlevert, krijgt hij voor iedere kilogram, 1 cent toeslag. Vanaf een levering die minimaal 10% lager ligt, bedraagt de toeslag 2 ct/kg netto. Wanneer een bedrijf echter meer dan 5% méér aanlevert dan zijn referentiehoeveelheid groot is, wordt er van iedere aangeleverde kilogram 2 cent netto afgetrokken. Bedrijven die hun aanlevering meer dan 10% hebben vergroot, krijgen een aftrek van 4 ct/kg netto.
Bonus voor volumereductie in de politieke discussies
Ook op Europees niveau wordt nu eindelijk over volumebeperking gediscussieerd. De Franse landbouwminister Le Foll heeft eind februari een uitvoerig model ingediend voor volumebeperking door middel van vrijwillige beperking van de productie met drie uitgewerkte opties (o.a. ook een voor de lidstaten verplichte volumevermindering).
Franse voorstel voor crisis management maatregelen
Ook de Duitse landbouwminister Schmidt lijkt te bewegen: Duitsland en Frankrijk hebben een paar weken geleden gezamenlijk een eisenpakket opgesteld voor de zuivel- en varkensmarkt die op 14 maart aan de landbouwministers werd gepresenteerd. Daarin is o.a. de invoering van een maatregel voor vrijwillige vermindering van het melkvolume voor melkveehouders en melkfabrieken opgenomen, om een prijsstijging door beperking van het aanbod te bewerkstelligen, ondersteund met een financiële tegemoetkoming van de EU.
EU Landbouwcommissaris Hogan is inmiddels ook bereid zich bezig te houden met vrijwillige beperking van het volume in tijden van ernstige prijsdalingen (volgens Artikel 222 van het GLB). Hij staat open voor een optie die zuivelcoöperaties en producentenorganisaties bij dit volumemanagement betrekt.
Naar de mening van de EMB is het absoluut belangrijk, om volumeregulering op Europees niveau te bediscussiëren en een juridisch kader te creëren voor de uitvoering daarvan. maatregelen van individuele marktpartijen zijn welkom maar verdampen in het geheel! Het eigenbelang van één melkverwerker mag een totale oplossing van het probleem niet in de weg staan. Vrijwillig minder melk aanleveren heeft alleen het gewenste effect, als tegelijkertijd de totale melkaanlevering op Europees niveau wordt begrenst (met een bonus/malusmodel uit ons Markt Verantwoordelijkheid Programma).
Regina Reiterer, EMB
EU landbouwbeleid mag niet leiden tot verdeeldheid onder Europese melkveehouders
Actueel EMB persbericht: Voor saamhorigheid; voor sociale harmonie in de EU!
De Europese Unie is allang niet meer het sociale, harmonie nastrevende instituut dat ze voor velen van ons lange tijd was. Of het nu over Brexit, Grexit, vluchtelingenkampen of de financiële crisis gaat: er spelen momenteel veel krachtenvelden die de landen in de EU eerder uit elkaar drijven dan dat ze hen bij elkaar brengen. Ook de landbouwsector draagt momenteel bij aan de verdeeldheid binnen de Unie. Hier is de roep naar een werkelijk GEMEENSCHAPPELIJKE LANDBOUWPOLITIEK!
Brussel, 24.02.2016: We hebben beleid nodig dat de mensen weer nader tot elkaar doet komen. Dat betreft alle sectoren en in het bijzonder de landbouwsector. Het huidige landbouwbeleid heeft een crisis veroorzaakt, die de prijzen voor landbouwproducten verwoest en boerenfamilies hun inkomen en toekomst afneemt. De reactie van de boeren is typerend voor dergelijke sociale misstanden: Naast hevige protesten tegen het beleid zijn er ook gevallen waarbij producenten zich tegen hun collega's uit andere landen keren. Zo worden bijvoorbeeld tankwagens tegengehouden uit de buurlanden en geleegd op de straat, om te voorkomen dat buitenlandse melk de reeds overvolle nationale markt nog verder onder druk zet. In paniek worden de eigen zuivelfabrieken en consumenten gevraagd om alleen nog nationale producten te verwerken of te kopen. De noodsituatie dwingt boeren in een overlevingsstrijd met de buren, die zelf echter ook moeten vechten voor hun voortbestaan.
Want ook zijn markt is meer dan verzadigd.
Gemeenschappelijk landbouwbeleid wordt niet benut
Dit is des te pijnlijker omdat de Europese Unie eigenlijk via het gemeenschappelijk landbouwbeleid de crisis op EU-niveau voor alle landen kan oplossen. De melkveehouderijsector heeft bijvoorbeeld in crisistijden een centraal aangestuurd programma nodig waarmee de melkproductie kan worden afgeremd via een vrijwillig programma terwijl ook andere elementen om de marktverantwoordelijkheid te bevorderen, kunnen worden geïmplementeerd. Op deze wijze zou de oververzadigde markt op een eerlijke manier kunnen worden opgeschoond. Echter, deze optie wordt niet benut in het huidige gemeenschappelijk landbouwbeleid. Sterker nog, nationaal egoïsme dat tot wanhoop leidt, voert de boventoon.
De EU-Commissie en landen zoals Duitsland, Nederland en Ierland, houden vast aan hun op productieverhogende politiek en wijzen iedere verantwoordelijkheid voor de sociale harmonie binnen de EU, af.
Voorstellen van lidstaten moeten tot volumevermindering voeren
Tot 25.02.2016, hebben de EU lidstaten de tijd om bij de Europese Commissie voorstellen in te leveren om de crisis op de melkmarkt op te lossen. Het is belangrijk dat deze voorstellen inzetten op productievermindering. Dat zal deels afhangen van de ingediende voorstellen, maar ook aan de beoordeling van de Europese Commissie. Wanneer deze uit de aangereikte concepten alleen maar weer de punten uitzoekt die passen bij hun eigen strategie - namelijk het verstrekken van leningen om de productie op peil te houden, export promotie, etc. - dan zal duidelijk worden hoezeer men zijn positie misbruikt. En dan zal opnieuw duidelijk worden, hoe weinig men zich gelegen laat liggen aan het behouden van sociale rust in de EU en hoe onverantwoordelijk men hiermee omgaat.
Nogmaals: In de EU bestaat de gelegenheid om samen te werken om het probleem van de overproductie in de zuivelmarkt aan te pakken en de boeren en de consumenten in de individuele EU-lidstaten niet aan hun lot over te laten. Als de Europese Commissie en de afzonderlijke lidstaten - met name Duitsland - deze kans laten liggen, zal de roep om de nationale grenzen weer te sluiten voor andere EU lidstaten, nog luider worden. Het gevaar is groot, dat dit de EU niet alleen verzwakt, maar ook uit elkaar drijft.
De European Milk Board spreekt zich uit voor een Europese Unie, waar gezamenlijk en solidair wordt toegewerkt naar harmonie en welvaart voor haar burgers. Het EU landbouwbeleid mag de Europese boeren niet langer tegen elkaar uitspelen!
De crisis in de zuivelsector: Wereldwijde impact van export en regionale oplossingen
© ECVC
Op 14 januari 2016, vond een openbaar debat plaats in Brussel over de wereldwijde impact van exporten. Dit rapport vat de presentaties en discussies samen die op initiatief van het European Coordination Via Campesina (ECVC), FIAN België, de beweging Mouvement d’Action Paysan (MAP) en FUGEA plaatsvond.
Tijdens deze gelegenheid namen Kannayian Subramanian, Henri Lecloux en Yvon Deknudt – melkveehouders uit India en België - het vrije markt beleid van de Europese Unie onder de loep en kwamen met concrete, duurzame alternatieven die voordelen opleveren voor de maatschappij, het milieu en locale gemeenschappen.
Gebaseerd op hun eigen lange ervaringen, werden inspirerende voorbeelden genoemd zoals het opzetten van indrukwekkende zuivelcoöperaties in India en korte distributieketens in België. Ondanks dat, wezen de sprekers en deelnemers vooral op de rampzalige situatie van de Europese melkveehouders en de dreiging die het EU-India vrijhandelsverdrag betekent voor de ruim 90 miljoen Indiase melkveehouders. Wijzend op de verstrengeling van de EU met het bedrijfsleven, werd in de gesprekken vooral de nadruk gelegd op de noodzaak voor algemene regulering van de melkproductie in de EU alsook de noodzaak om terug te keren naar landbouw op menselijke schaal.
U vindt het complete rapport hier
Geneviève Savigny and Jose-Miguel Pacheco, ECVC
Bericht over Noord Ierse boerenmelkprijs wetgeving
© FFA
Farmers For Action (FFA) UK NI en de Noord Ierse Landbouwproducenten associatie (Northern Ireland Agricultural Producers’ Association - NIAPA), die samen werken op de grote thema’s in de Noord Ierse Boeren Groepen, hebben druk uitgeoefend om wetgeving te implementeren betreffende boerenopbrengstprijzen, waar de EMB eerder over heeft geschreven.
Doel van het samenwerkingsverband is om de Noord Ierse gezinsbedrijven een minimuminkomen te garanderen, die is samengesteld uit de kosten van de productie plus een marge voor de aan inflatie gekoppelde basisvoedingsmiddelen inclusief melk.
Het werken aan een wetsvoorstel met politici uit het Noord Ierse parlement (Stormont) en de landbouwraad bestaat al twee jaar, sinds het idee voor het eerst geopperd werd en was vanaf het begin een leerproces.
Ons werd aangeraden het wetsvoorstel vóór de Noord Ierse verkiezingen in mei 2016 te presenteren. Het eerste deel van de aanpak bestond uit het in opdracht geven tot een expertise rapport. Econoom Paul Gosling kwam in januari met zijn rapport getiteld ‘On the Eve of Destruction: the Case for Stormont intervention to save Northern Ireland’s farming industry’. (“Aan de vooravond van de verwoesting: de zaak voor Stormont interventie om de Noord Ierse agrarische gezinsbedrijven te redden”: wat oproept tot ingrijpen door het parlement in het belang van de Noord Ierse landbouwsector).
Het 13 pagina’s tellende rapport stelt vast hoe slecht de situatie voor de boerenbedrijven ion Noord Ierland is aan het einde van 2015 (nieuwe cijfers, die pas geleden zijn vrijgegeven door het Noord Ierse landbouwministerie en een achteruitgang in inkomen voor agrarische gezinsbedrijven registreert van 41%) Het rapport verklaart vervolgens hoe goed de situatie zou kunnen zijn als de Noord Ierse regering wetgeving implementeert betreffende producentenprijzen: naar schatting worden 10.000 tot 20.000 nieuwe banen gecreëerd, wat een besparing op korte termijn oplevert van 280 miljoen pond ten aanzien van sociale uitkeringen, terwijl ook de welvaart stijgt in Noord Ierland.
Deze arbeidsplaatsen ontstaan als volgt: 60% van de boeren in Noord Ierland exploiteren hun boerderij als een nevenactiviteit en gemiddeld één persoon per bedrijf zou zijn baan in de stad, in de gezondheidszorg, als leraar, architect, enz. opgeven voor het landbouwbedrijf als dit rendabel zou zijn, waardoor in de steden en op het platteland, hoogwaardige arbeidsplaatsen beschikbaar zouden komen. De andere 40% die hun boerderij exploiteren als hoofdactiviteit hebben, naast algemene arbeidskrachten, dringend behoefte aan gespecialiseerde vakmensen.
Daarom zeggen wij - en tonen we aan – dat gemiddeld zeker één nieuwe arbeidsplaats per landbouwbedrijf ontstaat. Volgens het University College Dublin schept één arbeidsplaats in de landbouw, vier andere arbeidsplaatsen in de aanverwante sectoren in de voedingsmiddelensector, de plattelandsdienstensector, in de industrie etc. Daarbij moet men er ook rekening mee houden dat agrariërs bij ongeveer 123 verschillende leveranciers aankopen doen. Van computersystemen tot banden voor de machines, stalmaterialen, erfverharding, bestellingen veterinaire medicatie, diensten etc.
De tweede aanbeveling in verband met het wetsvoorstel luidt, dat de Noord Ierse Boeren Groepen de tekst van het wetsvoorstel opstellen zal en na de verkiezingen beschikbaar stelt aan de experts om op die manier de inhoud van het wetsvoorstel te waarborgen. Ons grootste probleem is om bij de massamedia, de politiek en de brede publieke opinie begrip te kweken dat welvaart van een volk begint bij de agrarische sector en dat de producenten in de grootste sector van Noord Ierland zich in een neergaande spiraal bevinden omdat het hen in tegenstelling tot de levensmiddelenhandel, groothandel en in mindere mate de verwerkende industrie, aan inkomen ontbreekt. Deze maken in toenemende mate misbruik van hun dominante positie om de producenten bij de afname van de producten, financieel uit te buiten, zoals het bericht van Gosling overduidelijk maakt. Daarom hebben wij onze campagne ten aanzien van public relations, versterkt om de Noord Ierse stemmer er van te overtuigen alleen op politieke partijen/ onafhankelijke kandidaten te stemmen die zich er toe verplicht om deze wetgeving direct na de verkiezingen te implementeren.
Samenvattend kan men zeggen dat we proberen in Noord Ierland met ons wetvoorstel spoedig iets te bereiken, wat de EU al jaren eerder voor de agrarische gezinsbedrijven had moeten doen, zodat ze kunnen zeggen dat ze hun plicht voor de bevolking hebben gedaan zoals ze dat in verdragen hebben vastgelegd.
William Taylor, FFA VK NI & NI Farm Groups coördinator
Nieuws uit Brussel
© wikimedia commons
Voorstellen EU landbouwministers om melkprijscrisis op te lossen
De Europese landbouwministers hebben hun voorstelen om de melkprijscrisis op te lossen, ingeleverd. Over de voorstellen is gediscussieerd tijdens de Landbouwraad op 14 maart jl.
De landbouwministers zijn het erover eens dat er wat gedaan moet worden. Echter, ze hebben zeer uiteenlopende standpunten over de vorm van de toekomstige marktinstrumenten.
De Franse landbouwminister Le Foll diende een gedetailleerd model in om de volumes te reduceren door middel van een vrijwillige vermindering van de productie en werkte drie opties uit (waaronder een voor de lidstaten verbindende reductie). Maatregelen die leiden tot volumebeperking worden momenteel door veel EU lidstaten gesteund. Ierland en het Verenigd Koninkrijk spreken zich het duidelijkst uit tegen belemmeringen aan de melkproductie.
Een aantal lidstaten pleiten voor marktondersteuning door financiële hulp te geven aan boeren. Veel landen eisen maatregelen betreffende de interventieprijzen en de steun voor particuliere opslag.
De meer liberale landen zoals Ierland, Verenigd Koninkrijk en Denemarken willen meer focus op de markt. Ook veel landen vragen om afschaffing van non-tarifaire en SPS handelsbelemmeringen. Zij vragen om maatregelen van de Commissie om de Russische exportban op te heffen en willen export promotie maatregelen, export kredieten en toekomstige markten.
De voorstellen van de ministers vindt u hier (document nummer: 6484/16).
Het EU-Canada handelsverdrag is klaar
EU en Canada zijn het eens geworden over de juridische tekst voor de EU-Canada Comprehensive Economic and Trade Agreement (CETA). Het akkoord betreffende de definitieve tekst werd bereikt na onderhandelingen en werd officieel afgerond in 2014. Canada accepteerde het nieuwe EU concept over investeerders bescherming door een bilateraal gerechtshof. EU Handelscommissaris Cecilia Malmström is er positief over dat CETA in 2016 kan worden ondertekend en in zal gaan in 2017.
Critici zeggen echter dat de veranderingen niet ver genoeg gaan. Ze zien een groot risico voor consumenten en de landbouw.
Link naar het persbericht van de Europese Commissie
Regina Reiterer, EMB
Colofon
European Milk Board asbl
Rue du Commerce 124
B-1000 Bruxelles
Tel: +32 2808 1935
Fax: +32 2808 8265
Email: office@europeanmilkboard.org
Website: http://www.europeanmilkboard.org