donderdag 13 februari 2020

20200213 - Ledenbericht - Verstuurd Internetconsultatie Schone Lucht Akkoord en rapport Oneerlijke Handelspraktijken aan Minister Carola Schouten

Geacht DDB lid,

De DDB heeft deze week, namens haar leden, een tweetal brieven verstuurd. Een naar Minister Carola Schouten, de tweede is de zienswijze op de internetconsultatie Schone Lucht Akkoord naar het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Onderstaand vindt u beide brieven.

Met vriendelijke groet
Het DDB bestuur
 
10 februari 2020

Geachte minister Schouten,

Bij deze wil de Dutch Dairymen Board (DDB) uw aandacht vragen voor het volgende:

Jongstleden 3 februari 2020 vond in Duitsland een gesprek plaats tussen kanselier Merkel, boeren, de levensmiddelenindustrie en de grote Duitse detailhandelsketens. Op de agenda: prijsdumping en oneerlijke handelspraktijken.
In haar welkomstwoord stelde kanselier Merkel een aantal zaken die voor de Duitse boeren hoopvol zijn, maar in feite voor alle boeren in de EU en wel zo spoedig mogelijk zouden moeten gaan gelden aangaande de onwenselijkheid van oneerlijke handelspraktijken en de noodzaak tot eerlijke voorwaarden. Want boeren worden in elk EU land en in elke sector systematisch onderbetaald - ver onder de kostprijs - door de afnemers. Terwijl de positie van boeren in de keten ook al jaren een ondergeschikte is. In alle sectoren, zowel gangbaar als biologisch. Zonder aanpassingen in het beleid zal dat niet veranderen of verbeteren.
Bij het gesprek met boeren, de levensmiddelenindustrie en de detailhandel waren ook de ministers van landbouw, mevrouw Julia Klöckner en de minister van Economie en Energie, de heer Peter Altmaier, aanwezig.

Het gesprek dat plaats vond op 3 februari betreft het eerste gesprek in een langer proces.
Daarbij wordt kritisch gekeken naar de eisen die, zowel wettelijk als bovenwettelijk  aan boeren worden gesteld en opgelegd als ook in hoeverre de uitbetaalde prijs voldoende is voor boeren om te kunnen overleven.

Uitdrukkelijk werd door kanselier Merkel de nieuwe EU Richtlijn genoemd die de EU vorig jaar heeft aangenomen tegen oneerlijke handels praktijken. Deze Richtlijn wil kanselier Merkel al dit jaar omzetten in wetgeving. Ook werd specifiek de nieuwe EU Richtlijn genoemd die transparantie moet bieden met betrekking tot de prijs die de boer ontvangt en de verkoopprijs verderop in de keten.  Aangekondigd werden onder andere maatregelen tegen het verkopen onder de aankoopprijs. Alvast een eerste stap naar een eerlijker prijs voor de producent. Want natuurlijk zou niet de verkoopprijs van de producenten leidend moeten zijn maar de kostprijs van het product voor de producent, om van een eerlijke prijs te kunnen spreken.

In Duitsland is grote onrust ontstaan door de opstelling van de supermarktketens:     
de reclamecampagne die levensmiddelenketen Edeka onlangs naar buiten bracht met de kreet: “Voedsel verdient een prijs, de laagste”, heeft grote boerenprotesten uitgelokt en tot blokkades van distributiecentra geleid. Daardoor is inmiddels in Duitsland sprake van lege schappen.

Wat we in de opstelling van de supermarktketens en ook de levensmiddelenindustrie zien ten aanzien van de boeren, is de grote mate van onverschilligheid en het ontkennen van de machtspositie die deze partijen hebben ten opzichte van de boeren. Dat dit uiteindelijk in Duitsland heeft geleid tot protesten en onrust in de maatschappij is een logisch gevolg. Ook in Nederland moet de DDB constateren dat supermarktketens hun ogen sluiten voor de afhankelijke positie van boeren in de keten en de verantwoordelijkheid die zij in kunnen nemen met betrekking tot maatschappelijke doelstellingen.

U hebt bij uw aantreden als minister van LNV maatregelen aangekondigd tegen de ongelijke positie van boeren in de keten, en uw inspanning toegezegd die er toe zou moeten leiden dat boeren een eerlijke prijs ontvangen voor hun product.
De DDB zou graag van u vernemen welke concrete stappen er inmiddels in dit proces door uw ministerie zijn gezet en of er al een tijdsplanning ligt om tot invulling te komen van de nieuwe richtlijn tegen oneerlijke handelsprakrijken en de verbetering van de positie van boeren in de keten. 

Op 28 oktober 2019 stuurde de DDB u een rapport over oneerlijke handelspraktijken in de Nederlandse melkveehouderij. In dit onafhankelijke en door Wageningen Universiteit begeleide onderzoek, is geconcludeerd dat het aantal oneerlijke handelspraktijken in de Nederlandse melkveehouderij sinds de afschaffing van de melkquotering ernstig zijn toegenomen. Dit rapport voegen we bij en we zouden van u graag een reactie hier op vernemen.

De DDB wil u dringend oproepen om, in overleg met boerenbelangenbehartigers, stappen te zetten in dit dossier, in navolging van de Duitse kanselier Merkel en haar ministers van landbouw en economie en energie. Het zou jammer zijn dat een land dat zichzelf graag als gidsland presenteert als het om de landbouw gaat – Nederland - in deze in Europa achter loopt bij andere EU-lidstaten. Vooral  voor u als minister met  grote ambities ten aanzien van de manier waarop de landbouw in Nederland zou moeten functioneren. 
Juist de Nederlandse overheid kan het voortouw nemen in het ontwikkelen van regelgeving die er voor moet zorgen dat boeren een eerlijke prijs ontvangen en een eerlijke positie in de keten krijgen. Ook inspanningen die er toe leiden dat de Richtlijn tegen oneerlijke handels praktijken in de Nederlandse wetgeving wordt opgenomen in 2020, zou positief zijn in deze. 
Dat de Duitse boeren deze gelegenheid wel krijgen van hun overheid is een geweldige stap vooruit. De DDB is graag bereid met u in gesprek te gaan om dit meer dan noodzakelijke proces in Nederland  op te starten.

Hoogachtend,
Sieta van Keimpema
Voorzitter Dutch Dairymen Board

Bijlage: Rapport Oneerlijke handels praktijken in de Nederlandse melkveehouderij
 
 
Aan: Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat
Postbus 20401
2500 EK Den Haag
 
Datum: 09 februari 2020
 
Betreft: zienswijze internetconsultatie op het Schone Lucht Akkoord
 
Ls.,

Hierbij stuurt de Dutch Dairymen Board u, namens de leden, haar zienswijze.
De agrarische sector in Nederland neemt haar verantwoordelijkheid en spant zich in om emissies te laten dalen. Door het toepassen van betere technieken is de fijnstofuitstoot uit de veehouderij sinds de jaren ‘90 met bijna 70% gedaald. Ook de vorming van secundair fijnstof wordt hiermee voorkomen.
 
De inzet van de melkveehouderij is erop gericht om emissies in de komende jaren verder te verminderen. Dat geldt ook voor fijnstof en ammoniak, waarbij bronmaatregelen de voorkeur hebben voor verdere emissiereductie. Te nemen maatregelen moeten integraal duurzaam zijn, met het verbeteren van het stalklimaat als doel. Aspecten als dierenwelzijn, brandveiligheid, energie en klimaat zijn, naast emissiereductie, ook belangrijke factoren die meegewogen dienen te worden. Nieuwe stalsystemen moeten daarom niet enkel leiden tot emissiereductie, maar ook voor een beter stalklimaat. Niet alleen voor de mensen, ook voor de dieren.
 
Melkveehouders kunnen, willen en hebben reeds verantwoordelijkheid genomen en zijn bereid die nog steeds te nemen om emissies terug te dringen, maar kunnen alleen investeren in betere stalsystemen als het verdienmodel op orde is en het aansluit bij het investeringsritme en de investeringsruimte van de bedrijven. Bovendien gaat het om investeringen voor de lange(re) termijn, een financiële bijdrage van het Rijk om de noodzakelijke investeringen te doen en te versnellen is hierbij onontbeerlijk. Investeringen voor andere verduurzamingsdoelen dienen elkaar overigens te versterken en elkaar niet in de weg te zitten.
 
Binnen het Schone Lucht Akkoord wordt een pilot opgezet voor emissiereductie binnen de landbouw, met drie onderdelen:
· betere benutting bestaande technieken
· beter toezicht, aanpak bestaande situaties, de aanpak van bestaande situaties in het kader van de Crisis- en herstelaanpak
· bouwstenenaanpak via het Omgevingsplan.
 
Wij dringen er bij u op aan om niet alleen overheden bij de pilot te betrekken, maar nadrukkelijk ook de sector.
Draagvlak onder melkveehouders is van evident belang om tot resultaten te komen. Voorts is de DDB voorstander van eenheid in beleid met betrekking tot de uitvoering door de verschillende provincies. Is de rechtszekerheid voldoende geborgd met de door u voorgestelde aanpak? De DDB betwijfelt dat punt ernstig, het is van belang de sector te betrekken en er zorg voor te dragen dat er consensus is over de te hanteren meetinstrumenten. Dit moet leiden tot een situatie waarin de daadwerkelijke emissie wordt gemeten. Melkveehouders krijgen op deze wijze inzicht in de emissie en kunnen hun management op het bedrijf hierop afstemmen. Dit proces heeft tijd nodig, in uw aanpak ontbreekt ons inziens de tijd voor de sector om hier experimenteel mee aan de slag te kunnen gaan. Er zal een systeem moeten komen dat werkbaar is voor melkveehouders om succesvol emissies terug te dringen, zodat ontwikkelruimte terugverdient kan worden.
 
Daarnaast willen wij nog enige kritische kanttekeningen plaatsen:
 
Hoe verhoudt een fors uitgebreide vergunning voor het stoken op biomassa (Amercentrale) zich tot het streven van de overheid om de luchtkwaliteit te verbeteren? Foodlog (27 januari 2020) berichtte daarover het volgende:
 
“De voorgenomen snelheidsverlaging op de snelwegen wordt (groten)deels door deze vergunning tenietgedaan. Alle Nederlandse Natura 2000-gebieden worden door de stikstofemissie uit de 175 meter hoge schoorsteen van RWE/Amer getroffen. De belasting op de Biesbosch is circa 8 mol/ha/jaar. Op het Naardermeer 1 mol/ha/jaar. Op Duinen Vlieland/Terschelling/ Ameland /Schiermonnikoog zelfs nog 0,43 mol/ha/jaar. Het kabinet subsidieert deze vorm van ecologische waanzin met een subsidie van €1,7 miljard.
Er is kennelijk geen enkele vorm van afstemming geweest over deze vergunning met het ministerie van LNV en het kabinet; De negatieve consequenties van biomassa worden steeds meer duidelijk en ook door de Europese politiek erkend. Het is onbegrijpelijk dat de Nederlandse overheid gewoon doorgaat met grote biomassaprojecten, die in alle opzichten schadelijk zijn en waaraan miljarden aan belastinggeld wordt verspild.
Klimaat, biodiversiteit, luchtkwaliteit, beschikbare stikstofdepositieruimte voor boeren gaan erop achteruit. De enige die wint is RWE vanwege de subsidie die meer dan 1000% bedraagt van de waarde van de oude en op dit moment al lang afgeschreven naar biomassa stook omgebouwde kolencentrale uit 1993.”
 
Eveneens zet de DDB vraagtekens bij het vergunnen van het uitbreiden van de Nederlandse luchtvaart.
Uit onderzoek van het RIVM bleek dat vooral in de Randstad de lucht het meest verontreinigd is. Berichtgeving door RTL Nieuws op 6 september 2019 stelde het volgende:
 
Rond Schiphol, Amsterdam en Rotterdam is dat risico (het risico op ziekte of vroegtijdig overlijden als gevolg van vervuilde lucht of geluidsoverlast door verkeer, industrie en luchtvaart) soms wel drie keer groter dan bijvoorbeeld in Drenthe, Groningen of op de eilanden. Randstedelingen hebben daardoor een verhoogde kans op bijvoorbeeld hart- en vaatziekten en ernstige longaandoeningen, stelt Onno van Schayck, hoogleraar preventieve geneeskunde aan de Universiteit Maastricht. “Dit is niet een klein beetje een probleem. Dit is een enorm probleem. Het gaat over duizenden mensen. Er gaan tien tot vijftien keer meer mensen dood aan deze factoren dan aan ongelukken in het verkeer. De Randstad is één van de meest vervuilde gebieden van Europa. En toch wonen er enorm veel mensen boven op elkaar."
De berichtgeving vervolgt: “Als we echt iets willen doen aan de gezondheidsrisico's van luchtvervuiling en geluid zijn 'radicale' maatregelen nodig volgens de experts. Het verbieden van tweetaktbrommers, dieselauto's en parkeren in stadscentra zijn daar voorbeelden van. Ook moet vliegen minder aantrekkelijk gemaakt worden. Van Schayck: "We moeten hier een rem op zetten. Als je deze kaart ziet, vraag je je toch af of de minister van Verkeer en Waterstaat zich wel realiseert in welke ellende mensen zitten.
Inspanningen van andere sectoren worden door dergelijke vergunningen tenietgedaan en lijken niet te verenigen bij het gestelde in het ‘Schone Lucht Akkoord’ van de overheid.”
 
De DDB is van mening dat het niet zo kan zijn dat van de ene sector onevenredig hoge offers wordt gevraagd om de stijging in emissie bij de andere sector te compenseren. Daar is zowel de Nederlandse burger als het milieu niet bij gebaat. Tevens willen wij u wijzen op het zogenaamde proportionaliteitsbeginsel waarbij beslissingen van de Staat die ingaan tegen het belang of de rechten van individuele burgers ten bate van het algemeen belang, evenredig moeten zijn ten opzichte van het beoogde legitieme doel van die maatregel. In het bijzonder dient de inbreuk nooit groter te zijn dan noodzakelijk is voor het beoogde doel.
Gezien de besluiten die het Kabinet ten gunste van luchthavens en stokers op biomassa al heeft afgegeven, hebben wij een bijzonder kritische houding ten opzichte van de aangekondigde maatregelen en betwijfelen wij ook of deze wel voldoen aan het proportionaliteitsbeginsel.
 
De DDB roept u dan ook op goede afwegingen te maken die daadwerkelijk effect hebben en niet slechts beperkt blijven tot een actie “voor de bühne” zonder meetbaar positief resultaat. We verzoeken u dan ook dringend transparant te zijn over de wetenschappelijke rapportages waarop u uw beleid wilt afstemmen én kritische wetenschappelijke rapportages een even grote rol toe te bedelen, om te komen tot beleid dat afgewogen is en tot het gewenste effect zal leiden.
 
Hoogachtend,
 
Het bestuur van Dutch Dairymen Board
Sieta van Keimpema, voorzitter
 


ML0511,  13 februari 2020