dinsdag 23 juni 2020auteur: DDB
Derogatie 2020 – 2021 in relatie tot de voorgenomen verzwaarde handhaving mesttransporten
Na maanden van onduidelijkheid is er door het Nitraatcomité van de EU over de verlenging van de derogatie voor de boeren in Nederland een positief advies uitgebracht. De formele beschikking laat nog even op zich wachten, wel geeft de Minister in haar brief aan de Tweede Kamer aan dat, na afgifte daarvan, de bepalingen worden geïmplementeerd in de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet die daartoe zal worden gewijzigd. De wijziging zal met name gericht zijn op handhaving, er wordt sterk ingezet op verbetering van de naleving van de mestregelgeving, ondermeer om de pakkans te vergroten. Hiervoor wordt onder anderen ingezet op IT-systemen ten behoeve van verantwoording en handhaving.
De nieuwe derogatie betreft slechts een verlenging van twee jaar in plaats van de reguliere vier jaar. Bovendien vallen een aantal zaken in de nieuwe regeling op. Zo mag de sleepvoet-bemester op klei- en veengrond alleen nog gebruikt worden, als de temperatuur beneden de 20 graden Celsius is. Wat daarvoor de rechtvaardiging is, is volstrekt onduidelijk. Dat deze eis afkomstig zou zijn uit de Europese richtlijnen, lijkt onwaarschijnlijk. De regeling zal veel praktische problemen opleveren aangezien het voor boeren en loonwerkers een onwerkbare situatie oplevert.
Daarnaast zijn er verplichtingen opgenomen in de nieuwe derogatiebeschikking omtrent emissiearm aanwenden van mest. Boeren die gebruik maken van de vrijstelling om bovengronds uit te rijden, kunnen daardoor per 2021 niet meer gebruik maken van derogatie.
In de periode 18 mei 2020 – 15 juni 2020 is er middels een consultatie al voorgesorteerd op een wijziging van het Uitvoeringsbesluit Meststoffenweg (rVDM). De doelgroep die door het wijzigen van de regeling wordt geraakt zijn de leveranciers, vervoerder en afnemers van meststoffen met als doel een betere inzage in de hele vervoersstroom van meststoffen en vervanging van papieren vervoersbewijzen. De verzwaarde handhaving van mesttransporten en de problemen die, bijvoorbeeld Cumela laat zien in haar reactie op de consultatie, lijken in relatie tot de Kamerbrief relevant voor wat betreft haalbaarheid en realiteitsgehalte.
Dutch Dairymen Board heeft namens haar leden ook een reactie ingediend en zich inhoudelijk aangesloten bij de reactie van Cumela. Verder zijn door vragen en opmerkingen van mesttransporteurs wel heel veel hiaten in de voorgenomen wijziging van de Uitvoeringsregeling aan het licht gekomen. DDB heeft de Minister dan ook met klem verzocht de wijziging Ubm in verband met digitale verantwoording meststoffen, uit te stellen tot er meer duidelijkheid is over de haken en ogen die de voorgenomen wijziging heeft en er een zorgvuldiger uitgewerkt voorstel ligt.
De consultatie en de reacties daarop kunt u hier lezen.
Het DDB-bestuur
Sieta van Keimpema, voorzitter