maandag 17 juni 2013auteur: Sieta van Keimpema
Erkenning
Deze week vindt weer onze jaarlijkse algemene ledenvergadering (alv) plaats, op 18 juni. Naast de formele informatie-uitwisseling, is dat ook een prima gelegenheid voor bestuurders en leden, om met elkaar te praten. Omdat lobby werk een proces is dat niet razendsnel resultaat oplevert, vragen sommige leden zich wel eens af of het werk van de DDB en de EMB wel aankomt in de samenleving. Maakt iemand buiten de melkveehouderij zich wel druk om de toekomst van de melkveehouders? Komt onze boodschap wel over én: is er wel waardering voor?
Daar kan ik bevestigend op antwoorden. De afgelopen twee weken alleen al, is dat keer op keer gebleken: door de mail van de Eurocommissaris van Landbouw, Ciolos, die op onze vraag vanuit de EMB, of hij tegen regulerende maatregelen is voor het toekomstige zuivelbeleid - zoals werd gesuggereerd in een artikel in de Duitse agrarische media dat vervolgens door meerdere journalisten zo werd overgenomen - met een volmondig ‘nee’ beantwoordde (zie het EMB persbericht op onze site). In september komt Ciolos met nieuwe voorstellen voor crisispreventie en crisisbeheersing in de melksector.
Of door het gesprek dat ik afgelopen week voerde met de heer Igor Sarmir, lid van de European Economic and Social Committee (EESC) en opsteller van het rapport over het misbruik dat de retailsector maakt ten koste van voedselproducenten en -leveranciers. In dat gesprek en uit dat rapport blijkt dat mede door onze lobby, dergelijke onderzoeken naar het reilen en zeilen in de voedingssector worden gedaan. En dat de aanbevelingen in dat rapport naadloos aansluiten bij de aanbevelingen die de EMB en de DDB aan (Europese) politici en beleidsmakers doen. Namelijk dat de grove onregelmatigheden en onrechtmatigheden in de agrobusiness en levensmiddelenketen, niet op te lossen zijn met vrijwillige maatregelen maar duidelijke regels en wetten nodig hebben om misbruik in de toekomst te voorkomen.
En terwijl bovenstaande ‘bewijzen van erkenning’ misschien nog erg gerelateerd zijn aan de landbouwsector, merkte ik kort geleden dat er zeker ook erkenning voor onze lobby is in de samenleving:
Drie weken geleden ontving ik bericht van het secretariaat van de Commissaris van de Koning in Fryslân. Of ik contact op kon nemen betreffende een verzoek van de commissaris, de heer Jorritsma. In de veronderstelling dat de provincie Fryslân een symposium of iets dergelijks wilde houden waarvoor de DDB ook een lezing zou kunnen houden, nam ik contact op. Dit bleek echter niet het geval. Aan mij viel de eer te beurt om deel uit te maken van de delegatie Friezen die uitgenodigd werden voor de ontmoeting met Koning Willem-Alexander en Koningin Máxima tijdens hun bezoek op 14 juni aan Fryslân. Vanwege, aldus de uitnodiging, onze “waardevolle betekenis voor de Friese gemeenschap”. Als gast werd ik uitgenodigd om met 50 Friezen en 50 Noord Hollanders o.a. de vaartocht van Stavoren naar Enkhuizen met het koningspaar te maken.
Ik zal eerlijk zijn: daar was ik wel even stil van. Want zo duidelijk erkenning krijgen voor je werk, is heel bijzonder.
Inmiddels ligt 14 juni alweer achter ons en kijk ik terug op een heel geslaagde dag.
Bijzonder was natuurlijk de ontmoeting met het koningspaar en de gesprekken die de, in verschillende groepjes ingedeelde gasten, met hen aan tafels hadden.
Maar ook erg bijzonder was de ontmoeting met zoveel mensen uit totaal andere sectoren, die allemaal zin hadden in deze dag en vanaf de eerste minuut belangstelling hadden voor de verhalen van de andere aanwezigen. En door deze gesprekken merkte ik weer dat er veel waardering is voor de strijd voor een eerlijke melkprijs. Of de mensen nu uit de kunstwereld kwamen of zelfstandig ondernemer waren: onze eisen voor verandering van de regelgeving zodat ook de melkveehouders een kostendekkende melkprijs uit de markt kunnen halen, vindt weerklank én kan rekenen op brede maatschappelijke steun. Een positieve boodschap voor onze leden op onze alv. Een stuk erkenning, waar we energie uit kunnen putten.