maandag 21 oktober 2019auteur: DDB
Reactie DDB op Zembla uitzending
Geachte DDB leden, geachte collega’s,
Na de uitzending van Zembla “Het gouden kalf” ziet de DDB zich genoodzaakt een aantal zaken recht te zetten.
Begin september is DDB gevraagd mee te werken aan een uitzending over de kalverensector en de import van kalveren. Bekend met de risico’s die aan zo’n uitzending zitten hebben wij , gezien de slechte prijzen voor goede nuka’s en de wijze waarop extra kostenverhogende eisen worden ingevoerd, toch besloten mee te werken.
DDB is door Netwerk Grondig echter niet rechtstreeks geïnformeerd over hun input bij Zembla. Tevens is de DDB niet op de hoogte gebracht van de inhoud van de brandbrief die Netwerk Grondig aan het ministerie van LNV heeft gestuurd en heeft deze brandbrief derhalve ook niet mede- ondertekend, zoals werd gesteld in de uitzending. De uitlatingen daarover door Zembla, kloppen niet.
Het conceptpersbericht dat door Zembla op 16 oktober voorafgaand aan de uitzending, per email aan de DDB voorzitter werd gestuurd, is door haar niet opgemerkt of gecontroleerd in verband met het samenvallen van de actiedagen op 16 en 17 oktober (FDF: De Bilt en Den Haag). Zij heeft daardoor ook niet tijdig kunnen reageren om wijzigingen aan te laten brengen in het Zembla-persbericht.
De afgelopen weken hebben we als agrarisch sector, gezamenlijk acties tegen het politieke beleid gevoerd, waarbij onze DDB-voorzitter en de DDB-bestuursleden, uiteindelijk een belangrijke rol hebben gekregen. De DDB koestert het resultaat van deze acties: de eensgezindheid en hechte samenwerking tussen alle partijen en sectoren op welk vlak dan ook, zijn goud waard! De komende tijd zullen we deze hechte samenwerking vast nog hard nodig hebben.
Dit alles ontslaat de DDB niet van de verplichting op te blijven komen voor de belangen van onze leden-melkveehouders in het bijzonder. DDB vecht al jaren voor een fatsoenlijk inkomen voor onze leden en alle melkveehouders van Nederland, waarbij een kostendekkende opbrengst voor geleverde producten, een voorwaarde is. Ook de opbrengst van de nuka’s en de kosten voor opfok en verzorging zijn daar een niet onbelangrijk onderdeel van.
Als melkveehouders doen we, feitelijk gedwongen door de opname in de leveringsvoorwaarden van de melkfabrieken, mee aan Kalfoké en het Kalvervolgsysteem (waarvan de extra eisen en regels vaak zijn opgelegd onder dwang en dreiging tot melkweigering).
Onder het mom dat we als melkveehouders onze maatschappelijke verantwoordelijkheid moeten nemen zijn deze programma’s opgelegd.
De kalverintegraties, zegden in aanloop naar deze extra programma’s (Kalfoké en het Kalvervolgsysteem) toe om ook hun maatschappelijke verantwoordelijkheid te nemen. Echter, de prijs voor Nederlandse kalveren is nog nooit lager geweest: noteringen voor vaarskalveren liggen inmiddels tussen de 0 en 25 euro terwijl goede kalveren ver onder de kostprijs het erf verlaten. Daarnaast is het al een aantal keren voorgekomen dat kalveren helemaal niet meer worden afgenomen. Ondanks alle toezeggingen over maatschappelijke verantwoordelijkheid binnen het ketenoverleg en de investeringen van melkveehouders in hun kalveren. (Waarbij wij als DDB overigens niet gewenst waren aan de vergadertafel).
Het tegenovergestelde is momenteel aan de hand: de kalverenintegraties pleitten onlangs nog bij de NVWA en het ministerie van LNV voor strengere controles op de naleving van de I&R regels op melkveebedrijven en de invoering van een enorm kostprijsverhogend, verplicht DNA onderzoek.
Door de fosfaatproblematiek, worden er in Nederland inmiddels 9% minder kalveren geboren. Tegelijkertijd blijven er steeds meer kalveren op het erf staan. Er zou een overschot aan kalveren zijn. Intussen worden er echter steeds meer kalveren ingevoerd naar Nederland. Hetgeen de discussie voert van een aantal maatschappelijke en politieke partijen. Alles met elkaar niet erg handig en zeker niet volgens afspraak.
Wat de DDB wil is eigenlijk: “Eigen kalf eerst” , Wij – de melkveehouders - hebben onze maatschappelijke verantwoordelijkheid genomen en we verwachten dat nu ook van de andere schakels in de keten. De kwaliteit van de Nederlandse kalveren doet niet onder voor die in andere landen. Dat bevestigen kalverhandelaren keer op keer. DDB is niet van mening dat er een importverbod moet komen; een beperking is echter wel aan de orde nu steeds meer Nederlandse kalveren afgewezen worden om onduidelijke redenen en de kostenverhogende, (boven)wettelijke eisen aan Nederlandse kalveren steeds verder worden opgehoogd. Er komen extra eisen ten aanzien van gewicht en opfok en van de gezondheidsstatus zoals BVD en IBR. Dit kan gaan betekenen dat steeds meer Nederlandse kalveren niet meer zullen worden afgenomen. Terwijl de kalverintegraties aan de importkalveren andere eisen stellen. Importen die wel degelijk een risico kunnen vormen aangaande de status van melkveebedrijven die vaak tegen hoge kosten BVD en IBR vrij zijn geworden. En er is ons bekend dat er plannen zijn om de kalveren 4 weken bij de boeren te laten staan (op stro dus wie kan dat beter, is het argument) en men 20% minder kalveren wil betrekken uit Nederland onder het mom van duurzaamheid. Dit is echter natuurlijk een trucje: door de sanering in Brabant is dat het gevolg: 20% minder ruimte om kalveren op te zetten.
Als de kalversector de komende jaren onder het mom van “verduurzaming” een krimp van 20 % moet realiseren - waarbij de kalverintegraties de importen op gelijke hoogte willen houden - dan zal er voor z’n 500.000 Nederlandse kalveren geen plaats meer zijn!
Kalveren waar nog wel een plaats voor is zullen aan nog strengere eisen moeten voldoen. Als de huidige omvang van de importen gehandhaafd blijven, dan zien wij voor de toekomst de bui voor de melkveehouderij al hangen en zullen de extra gemaakte kosten voor opfok en verzorging niet betaald worden en zullen de stijgende kosten door de beperktere omvang van de kalverensector, afgewenteld worden op de zwakste schakel; de melkveehouderij en mogelijk ook op de kalverenhouders. In de toekomst zullen ook de andere schakels in de keten zoals de veehandel, de verzamelplaatsen, de laatste veemarkten en transporteurs moeten verdwijnen en zullen melkveehouders afhankelijk worden van enkele partijen die de kalveren zelf ophalen bij geselecteerde melkveebedrijven en alleen die kalveren meenemen die aan hun extra strenge bovenwettelijke eisen voldoen.
DDB staat al sinds haar oprichting voor de boeren, een kostendekkende prijs en toekomstperspectief. Daar hoeft nooit aan getwijfeld te worden. Ook de kalverenmesters draagt de DDB een warm hart toe. We zijn er van overtuigd dat de kalvermesters net zo goed als ons gebukt gaan onder de dominante rol van enkele grote marktpartijen die vele schakels in de keten beheersen en bezitten: van een eerlijke prijsvorming is na het sluiten van de meeste veemarkten en het samengaan van marktpartijen, allang geen sprake meer.
DDB erkent nogmaals dat meewerken met de media de nodige risico’s met zich mee brengt en vindt het jammer dat Zembla niet zorgvuldiger onze standpunten en inbreng heeft weergegeven waardoor zaken anders zijn voorgesteld dan wij ze hadden ingebracht.
Gezien de impact die de steeds hogere eisen van de kalverintegraties hebben op het inkomen van onze leden-melkveehouders, zullen we echter steeds weer afwegingen moeten maken.
DDB blijft uiteraard betrokken bij alle schakels van deze prachtige keten, op basis van gelijkwaardigheid en respect voor ieders bijdrage. Alleen zo kunnen we verstoring van onze eendracht voorkomen: want daar zijn andere partijen erg op uit!
Het DDB Bestuur