woensdag 14 maart 2018
Voedselveiligheid niet het doel van I&R
Langzaamaan dwarrelt het stof neer dat de vermeende I&R fraude heeft op doen waaien. De minister biedt excuus aan voor haar harde woorden en de roeptoeters uit de sectorale belangenbehartiging zijn opvallend rustig (terwijl excuses vanuit deze hoek nog harder noodzakelijk zijn om het vertrouwen in eigen mensen nog enigszins te herstellen en herhaling te voorkomen!)
Al deze mensen hebben onze sector enorme schade berokkend met hun onbesuisde gedrag. Een hausse aan slechte berichten verschenen in de nationale en internationale media. Vragen werden gesteld in het Europees Parlement met het dringend advies op represailles met betrekking tot de derogatie voor Nederland. Interviews waren er te zien, lezen en horen op alle landelijke media en in talloze actualiteitenprogramma’s toen er luidkeels FRAUDE werd geroepen. Terwijl deze programma’s geen enkele belangstelling aan de dag leggen om de voorbarige conclusies weer te ontkrachten. Waarbij bij veel burgers de indruk blijft hangen van op grote schaal frauderende boeren.
En bedankt! zal ik maar zeggen.
Nu merk ik dat een aantal agrarische woordvoerders hun voorbarige en schadelijke gedrag goedpraten door te stellen dat het I&R systeem immers essentieel is voor het garanderen van de voedselveiligheid en dat daarom het blokkeren en bedreigen van individuele melkveehouders gerechtvaardigd was en is.
Echter: het doel van het I&R systeem is nooit het waarborgen van de volksgezondheid en voedselveiligheid geweest.
Dat werd mij vorig jaar klip en klaar medegedeeld, toen ik in mei een persoonlijk gesprek had met woordvoerders van het Directoraat Generaal voor de Volksgezondheid en Voedselveiligheid van de Europese Commissie (DG Santé) in Brussel, over de gevolgen van de handelsverdragen TTIP en CETA.
Ik benadrukte dat het ontbreken van een I&R systeem in de VS en Canada, de voedselveiligheid in de EU in gevaar zou brengen en concurrentievervalsend was voor de Europese veehouders. De woordvoerder van DG Santé stelde daarop dat het I&R systeem nooit was ingevoerd om de voedselveiligheid te waarborgen, maar was ingevoerd om er voor te zorgen dat boeren niet meerdere keren subsidie voor hetzelfde dier aan zouden kunnen vragen. Hij vond het ontbreken van een I&R systeem in de VS en Canada geen enkel probleem: elke koe wordt in het slachthuis gekeurd en de regionale regels zijn voor DG Santé voldoende voor wat betreft het voldoen aan de voedselveiligheidseisen voor handelspartners buiten de EU. Waarvan acte.
Waarom men in Nederland vanuit het Ministerie van LNV en vanuit de zuivelindustrie en –sector dan anders communiceert? Geen idee. Onkunde misschien. Ik mag toch hopen van niet…
Het enige wat ik de afgelopen jaren heb geconstateerd, is dat andere belangen (eigen belangen?) vaak profileren bij de ontwikkelaars van nieuw beleid, nieuwe eisen en voorwaarden en dat de belangen voor melkveehouders slechts zijdelings worden meegenomen.
Misschien dat alle betrokken organisaties die nu wat goed te maken hebben bij de melkveehouders, hun energie eens eensgezind kunnen steken in het belangen behartigen vóór de melkveehouders en vóór een positieve benadering van deze agrarische ondernemers.
En laten we bijvoorbeeld leren van andere landen die probleemloos hun derogatie binnen hengelen. Met hun solide, duidelijke, bijna waterdichte systemen die geen ruimte bevatten voor “creativiteit”. Die er voor zorgen dat de burgers/consumenten respect hebben en houden voor hun boeren.
Met de vrienden die we vandaag hebben, hebben we geen vijanden nodig. Wat de vermeende I&R fraude heeft opgeleverd is een aangeslagen sector, waar melkveehouders zich terugtrekken op hun eigen erf, de broodnodige motivatie grotendeels hebben verloren en er van vertrouwen of solidariteit (nog zo’n misbruikte term) weinig meer te merken is.
Een groot onrecht, dat met wat woorden niet te helen is.