dinsdag 29 maart 2011auteur: Sieta van Keimpema
Week 13 - Eén Europa en het Europees Parlement
Week 13 - Eén Europa en het Europees Parlement
Drie dagen lobbyde ik afgelopen week in Brussel met EMB collega's voor de EMB zuivelplannen bij leden van het Europees Parlement. Meerdere gesprekken per dag met parlementsleden van verschillende fracties. Gesprekken die allemaal verrassend en anders verliepen.
De belangstelling van de parlementsleden voor de plannen van de EMB is groot. De meeste parlementariërs hebben de door ons per mail aangeleverde stukken, vooraf goed doorgenomen. En een aantal fracties en parlementsleden hebben vervolgens delen van de EMB-voorstellen overgenomen in hun eigen wijzigingsvoorstellen naar aanleiding van het rapport van parlementslid Nicholson. Deze wijzigingsvoorstellen moesten afgelopen dinsdag aangeleverd worden. De komende weken kunnen parlementariërs de voorstellen van andere parlementsleden steunen of afkeuren en zal er veel over gediscussieerd worden.
Opvallend is dat de Groenen en de Socialisten open staan voor wijzigingen in het Melkpakket om er voor te zorgen dat melkveehouders op gelijke voet kunnen onderhandelen met hun afnemers, terwijl conservatieve en liberale parlementsleden een rotsvast vertrouwen hebben in de markt en de positie van melkveehouders binnen hun coöperatie.
Dat onderzoeken van o.a. de EU Rekenkamer, De European Economic and Social Committee (EESC), de Duitse Mededingingsautoriteit en de High Level Group on Milk hebben aangetoond dat de positie van melkveehouders nihil is, ook in de coöperaties, werd daarmee genegeerd. Daarom stelde ik in diverse gesprekken met de parlementariërs van deze fracties voor, om een onderzoek uit te laten voeren in opdracht van het Europees Parlement naar de positie van melkveehouders in het algemeen en binnen de zuivelcoöperaties. Dan wordt duidelijk waar de pijnpunten liggen en kan men effectieve wijzigingen in het Melkpakket aanbrengen vóór het als nieuw zuivelbeleid wordt geïmplementeerd. Een aantal van de parlementariërs reageerde hier positief op.
Juist van liberale parlementsleden had ik een andere opstelling verwacht. Immers, de liberalen zijn de voorvechters van een vrij ondernemerschap in een vrije markt. Alleen zullen deze ondernemers dan wel in de positie moeten zijn om fatsoenlijk te kúnnen onderhandelen.
De gesprekken met de liberale en conservatieve parlementariërs waren daarom erg belangrijk omdat wij nu de gelegenheid kregen onze zuivelvoorstellen zelf toe te lichten.
De zuivelplannen van de EMB worden door de traditionele landbouworganisaties graag in de sociale en 'groene' hoek gezet omdat men weet dat melkveehouders over het algemeen huiverig zijn voor groene en socialistische fracties. Terwijl de zuivelvoorstellen van de EMB juist marktgericht zijn en veel meer vrijheid bieden voor de individuele melkveehouder dan de voorstellen in het Melkpakket die door de traditionele belangenbehartigers worden omarmd. De huidige voorstellen in het Melkpakket integreren de melkveehouders als het ware in de melkfabrieken, met contracten waarover niet fatsoenlijk kan worden onderhandeld door het gebrek aan onderhandelingsmacht waardoor melkveehouders niet de mogelijkheid hebben om 'nee' te zeggen. Want dat betekent over het algemeen dat ze dan geen afnemer meer hebben en dus geen toegang tot de markt. Dat is geen vrijheid. Zeker niet vanuit liberaal perspectief.
Niet alleen de fractie was bepalend voor het verloop van de gesprekken, ook de nationaliteit bepaalde in veel gevallen de standpuntbepaling van de parlementariërs. 'Eén Europa' mag dan nog zo hartstochtelijk worden bepleit vanuit Brussel, er is eigenlijk niet veel van te merken binnen het Europees Parlementsgebouw.
Iedere parlementariër probeert voor zijn eigen land en zijn eigen achterban de beste kansen te creëren. (Men wil natuurlijk wel weer gekozen worden bij nieuwe verkiezingen).
En dus merken we dat parlementariërs uit landen die lange tijd als voorstander van de vrije zuivelmarkt werden aangemerkt maar zwaar zijn getroffen door de zuivelcrisis, een ander standpunt hebben ingenomen. Parlementariërs uit landen waar de melkproductie nog steeds groeit, willen over het algemeen nog wel die zogenoemde vrije markt maar willen tegelijkertijd marktstabiliteit, transparantie, eerlijke margeverdeling en een stabiel inkomen voor de melkveehouders. Dat gaat met de huidige voorstellen echter niet lukken, wat we met voorbeelden uit de praktijk hebben aangetoond.
Voor 19 organisaties uit 14 verschillende Europese landen lobbyt de EMB ook in de komende weken intensief in Brussel om er voor te zorgen dat we een zuivelbeleid krijgen waarmee de Europese melkveehouders uit de voeten kunnen. Zodat er weer sprake is van toekomstperspectief, positieve cijfers in de eigen bedrijfsvoering en cash flow. De komende week ondersteunt het DDB bestuur onze Duitse collega's in de BDM die een demonstratie in Jena organiseren.
Eén Europa, binnen de EMB en de DDB geven we daar op meerdere manieren inhoud aan.
Sieta van Keimpema, voorzitter