vrijdag 27 april 2012auteur: Sieta van Keimpema
Week 16 - Crisis
Week 16 - Crisis
Terwijl vele marktexperts blijven benadrukken dat de melkproductie door een wereldwijd groeiende vraag, in de nabije toekomst de consumptie niet zal kunnen bijhouden, is het een feit dat de melkmarkt momenteel aan het instorten is. Dat werd vorige week vrijdag tijdens de EMB bestuursvergadering zonder meer duidelijk.
Doordat de melkproductie wereldwijd gestegen is met 4% , terwijl de consumptie slechts 1% is toegenomen, is er sprake van een overaanbod aan melk dat grote invloed heeft op de spotmarkt, de zuivelcontractbesprekingen en de algehele melkprijsontwikkeling. Voor volle melk werd vorige week op de Duitse spotmarkt 21 cent betaald terwijl magere melk slechts 10 cent opbracht. De melkverwerkers in Duitsland geven bovendien aan dat ze verwachten dat de melkprijs snel onder de 27 cent zal zakken.
Ook in Oostenrijk ontvingen de spotmelkers van de ene op de andere dag 10 cent minder per liter voor hun melk terwijl in Italië het verschil tussen melk voor Grana Padano en Parmezaanse kaas en melk voor ‘gewone’ zuivelproducten, nooit groter is geweest: maar liefst 28 cent in plaats van de gebruikelijke 5 cent verschil.
Het verlies aan melkgeld is in grote delen van de EU al 15% terwijl de kosten zijn geëxplodeerd. Uit cijfers van het Ierse landbouwministerie blijkt dat de kosten voor het produceren van een liter melk 6 cent hoger liggen dan in 2009. Een berekening die door Italiaanse cijfers wordt bevestigd die aangeven dat de prijzen van soja en energie beide met 15% zijn gestegen, de prijzen voor diesel met 25% en de prijs van kunstmest met 40%. Tevens liggen er nu al meer zuivelproducten in pakhuizen, dan er vorig jaar in een heel jaar werden opgeslagen.
Men vreest dat het effect van deze melkcrisis (die ons ook in Nederland gaat raken - we leven niet op een eiland), nog wel eens veel groter, en voor de melkveehouders desastreuzer en langduriger kan zijn, dan de crisis van 2009. Die toch een absoluut dieptepunt betekende voor de Europese melkveehouders terwijl het hoge winsten (en bonussen) opleverde voor de andere schakels in de zuivelketen.
Nu verklaarde Kees ’t Hart, directeur van FrieslandCampina, in december vorig jaar nog dat hij de melkmarkt positief tegemoet zag; de Nederlandse melkveehouders hoefden niet te vrezen voor een veel lagere melkprijs in 2012 (hoewel er ook in 2011 geen sprake is geweest van een kostendekkende melkprijs). Petje af als dat lukt. Vooral omdat de prestatie van FrieslandCampina in de vorige melkprijscrisis in 2009, gemiddeld lager uitviel dan de gemiddeld uitbetaalde Europese melkprijs. Ondanks het pakket aan toegevoegde waarde producten bij de grootste coöperatie van Europa.
We moeten tevens constateren dat de Europese overheid sinds 2009 geen enkel marktinstrument heeft ingevoerd dat op korte termijn een melkprijscrisis kan afwenden. Aan monitoring van de markt wordt niets gedaan waardoor ook deze crisis de dames en heren beleidsmakers volledig is ‘overkomen’. Daarnaast ligt het interventieniveau nog steeds op een bedroevend laag niveau – 21 cent- wat geen enkel verband heeft met de productiekosten voor melk en geen enkele werkelijk positieve invloed uit kan oefenen op de marktontwikkelingen. Ik ben overigens sowieso geen voorstander van interventie op de manier zoals die nu wordt uitgevoerd, omdat deze voorraden vooral de kas spekken van de Europese Unie (opkopen op dramatisch laag niveau en verkopen op hoger niveau), waarbij de voorraden de opbrengstprijs van melk bij verkoop drukken, ten nadele van de melkveehouders.
En net als in 2009, heeft de Europese Commissie zijn incompetentie om marktgericht te reageren op wereldwijde marktsignalen, bewezen door per 1 april jl. het melkquotum uit te breiden met 1% in het kader van de ‘zachte landing’. Zodat de markt opnieuw extra wordt belast met melk waarvoor nu geen koopkrachtige markt te vinden is. De EMB riep de Europese Commissie en de individuele lidstaten op om deze uitbreiding uit te stellen tot de markt zich weer heeft herstelt. Daarop werd niet gereageerd en heeft men de melkmarkt actief verder in de problemen gebracht.
Al deze zaken beschouwend, wordt het hoog tijd om de hervormingsvoorstellen van de EMB ten aanzien van de zuivelmarkt, in te voeren. Zodat melkveehouders een gelijkwaardige positie in de markt kunnen innemen en op adequate wijze kunnen reageren op marktontwikkelingen. Zodat de markt stabieler, duurzamer en eerlijker wordt. Om de doelstellingen ten aanzien van de Hervorming van het EU zuivelbeleid inhoud te geven. Want praatjes vullen geen gaatjes.
Sieta van Keimpema, voorzitter