zaterdag 25 juni 2011auteur: Sieta van Keimpema
Week 25 - Volatiliteit
Week 25 - Volatiliteit
Volatiliteit: prijsschommelingen in de markt, is een bijeffect van een geliberaliseerde markt.
En daar houden veel politici c.q. beleidsmakers niet van. Prijsschommelingen veroorzaken onrust in de samenleving en daarom wil men stabiliteit, liefst op een zo laag mogelijk prijsniveau. Omdat er wereldwijd al veel bijeenkomsten onafhankelijk van elkaar zijn geweest over dit onderwerp, werd besloten om op 21 juni een uitgebreid seminar in het Europees Parlement in Brussel te organiseren om de informatie te stroomlijnen.
Verschillende internationale sprekers gaven hun visie op het onderwerp. Uit de VS was dr. Daniel de la Torre uitgenodigd, econoom, van het landbouwinstituut van de Universiteit van Tennessee. “Voor we ons afvragen hoe toekomstig beleid er uit moet zien, is het goed om te kijken waaróm het huidige landbouwbeleid is ingevoerd zoals het nu is”, stelde hij. Inderdaad, veel beleidsmakers zijn vergeten waar in de VS en Europa het gebrek aan landbouwbeleid in het verleden toe leidde en in veel regio’s in de wereld nog steeds toe leidt: honger, armoede en oorlog.
“Het probleem van de huidige deregulering is, dat we eigenlijk geen instrumenten meer hebben die in crisistijden impact hebben op de markt. Van ‘chauffeur’ zijn we ‘bijrijder’ geworden. De instrumenten die we nog hebben, hebben nauwelijks effect op vraag en aanbod”, verklaarde De la Torre.
Het subsidiestelsel dat de Amerikanen momenteel hanteren bestaat enerzijds uit directe betalingen en anderzijds uit ‘countercyclal payments’. Hoe dat werkt? In de VS wordt op continue basis de kostprijs bijgehouden. Als op een bepaald moment de kostprijs en de opbrengstprijs van een landbouwproduct teveel uit elkaar gaan lopen, dus de kostprijs loopt op en de opbrengstprijs volgt niet, dan komt het Amerikaanse subsidiesysteem van countercyclal payments op gang.
Als alternatief voor lage prijzen zijn er in de VS rendementverzekeringen in het leven geroepen waarbij men een minimumopbrengstprijs kan verzekeren. De verzekeringen zijn echter zo duur dat ze een boer alleen tot nut zijn bij extreem lage prijzen.
Als wapen in de strijd tegen volatiliteit, ziet De la Torre een rol voor een soort van wereldoverheid, die globaal voorraden aan moet leggen en beheren die gebruikt kunnen worden in regio’s waar tekorten zijn. “Opkopen wanneer landbouwproducten goedkoop zijn en op de markt zetten als er tekorten zijn waardoor de prijzen oplopen”.
Dit is echter het systeem wat in Europa en de VS al zo lang in zwang is en heeft geleid tot een structureel te lage prijs voor voedselproducenten. Een feit waar politiek gezien te weinig oog voor is. Zoals er ook te weinig oog is voor een ander gevolg van dit beleid: er zijn nagenoeg geen jonge ondernemers meer te vinden die toekomstperspectief zien in de landbouw. Dus op redelijk korte termijn zullen er onvoldoende voedselproducenten zijn.
De overheid moet volgens De la Torre, granen voor de productie van agro-brandstof alleen toestaan als de graanprijzen laag zijn en daarnaast moet de overheid een reserve aan land achter de hand houden om voedsel op te verbouwen in tijden van tekorten.
Ik moet constateren dat de plannen van de dr. De la Torre, niet erg realistisch overkomen. De enorme investeringen, vaak van particulieren, die gedaan zijn om installaties voor biobrandstof te bouwen verhinderen stilstand. Er moet gedraaid worden om zo’n installatie rendabel te maken. En land braak laten liggen? Dan heb je zeker een bepaalde periode nodig om dit land weer rijp voor gewassen te maken én je hebt voldoende mensen nodig die dit land kunnen bebouwen. Bovendien lukken de voorstellen van de Amerikaan alleen als er sprake is van een wereldorde die op communistische/dictatoriale basis, beleid oplegt.
De Belgische spreker Patrick Veillard van het Informatie en Onderzoekscentrum van Consumentenorganisaties (CRIOC) toonde een ander probleem aan, namelijk het feit dat de consumentenprijzen in een groot aantal gevallen ontkoppeld zijn van de opbrengstprijzen voor producenten. Als voorbeeld noemde hij de varkensvleessector in België, daar daalt de consumentenprijs voor varkensvlees niet met de producentenprijs mee. Dit in tegenstelling tot de Franse varkensvleesprijs die wel op en neer gaat met de opbrengstprijs voor de producent. Hoe dit komt? Hij had geen idee.
Veel van de sprekers hadden een prima beeld van de effecten van volatiliteit, maar tot oplossingen die uitvoerbaar zijn, heeft ook deze discussie niet geleid. Toch zal de Europese overheid op moeten schieten met het uitkristalliseren van een werkbaar nieuw Gemeenschappelijk landbouwbeleid, want de tijd dringt.
Kunnen we een oplossing verwachten van de G20? Euro Parlementslid Marc Tarabella betwijfelt het: “De G20 is een club van rijke landen die wereldproblemen als honger en armoede negeren”, stelde hij.
Als men een geliberaliseerde markt zonder overheidsregulering/controle blijft najagen, zal volatiliteit een vast onderdeel worden van die markt.
En wordt sociale onrust door zo nu en dan hoog oplopende voedsel- en brandstofprijzen, een vast onderdeel van onze maatschappij.
Sieta van Keimpema, voorzitter