maandag 24 januari 2011auteur: Sieta van Keimpema
Week 4 - Franse wurgcontracten
In mijn vorige blog heb ik u beloofd meer over de alarmerende Franse zuivelcontracten te vertellen:
De Franse landbouwminister heeft met wet nr 2010-1753, die op 31 december in de Franse Staatscourant is gepubliceerd, contracten tussen melkveehouders en melkverwerkers verplicht gesteld. Onafhankelijk van wat er in de EU verder wordt besloten t.a.v. de zuivelhervormingen, houdt de Franse overheid hier aan vast. Voor 1 april moet elke melkverwerker een contract aan zijn aanleverende melkveehouders hebben aangeboden. Doet de melkverwerker dat niet dan betaalt hij €75.000 boete per aanleverende melkveehouder. De melkveehouders moeten uiterlijk in juni in het bezit zijn van een overeenkomst met een melkverwerker. Doen zij dat niet dan wordt hun melk vanaf juni niet meer opgehaald.
De looptijd van een contract bedraagt 5 jaar. Mocht de melkveehouder in tussentijd overlijden dan blijft het contract geldig en zal degene die het bedrijf overneemt het bestaande contract uit moeten dienen. Naast de looptijd bevatten de contracten andere clausules over bijvoorbeeld het volume, de melklever frequentie, over de verwerking van overschotten en over hoe de melkprijs wordt bepaald plus A en B-quotum.
De melkverwerkers hebben de eerste contracten al aangeboden. Contracten waarbij de volumes per maand of per twee maanden worden vastgesteld. In de praktijk kan het zijn dat de melkfabriek de ene maand wel melk afneemt en de volgende maand niet. (Bijvoorbeeld omdat de fabriek in een ander EU land de melk goedkoper kan krijgen). De afnameplicht als zodanig verdwijnt daarmee, terwijl de melkveehouder een dwingende leverplicht aan één melkverwerker krijgt voor de duur van 5 jaar.
De melkprijs wordt achteraf gebaseerd op de verkoopprijs van de boter (terwijl de meeste melk tot producten wordt verwerkt die meer opleveren). Fabrieken hebben al aangekondigd geen nieuwe leden aan te nemen, dus het is slikken of stikken.
Het was de bedoeling dat naast bovengenoemde wet, er ook wetgeving zou komen voor het oprichten van Producenten Organisaties (PO’s) voor de melkveehouders. De Franse regering heeft dat tot nu toe nagelaten. Zij wachten hieromtrent de EU besluiten wel af. Wat betekent dat de Franse melkveehouders zich pas deugdelijk kunnen bundelen en gezamenlijk onderhandelen, als ze hun wurgcontracten al voor 5 jaar hebben ondertekend. Ook is er geen werk gemaakt van de vooraf aangekondigde Ombudsman die het reilen en zeilen in de sector moet bewaken in de toekomst. Voor de Franse melkveehouder houdt het in dat hij niets meer wordt dan een lijfeigene. De Franse regering houdt op geen enkele wijze rekening met de ongelijke machtsverhoudingen in de zuivelsector en dwingt de melkveehouders tot contracten waarbinnen zij geen enkele zeggenschap hebben. Let wel: er is tot nu toe niet over de bepalingen in de contracten onderhandeld, er is geen enkel contact tussen melkveehouder en melkverwerker geweest. Men is per brief op de hoogte gebracht.
De EMB accepteert dit niet en we staan de Franse leden bij, die een overkoepelende PO, het Office de Lait, opzetten. Opl en APLI (onze Franse leden in de EMB) leggen aan de Franse melkveehouders volmachten voor zoals de DDB dat al bij haar oprichting heeft gedaan. De Franse melkveehouders zijn strijdlustig nu ze zien hoe hun lakse houding tot nu toe, hen in het nauw heeft gebracht. Ze komen massaal naar de bijeenkomsten en tekenen de volmachten.
Daarnaast zoekt de EMB contact met het Franse landbouwministerie en de Franse melkveehouders. We stellen alles in het werk om de situatie duidelijk te maken aan EU Parlementariërs en nationale politici.
In Nederland ben ik samen met Hennie de Zwaan voor de DDB naar Den Haag gegaan om uitvoerig met Ger Koopmans, Janneke Snijders en Hans Maljaars, te praten over de voorstellen van de EU Commissie en de High Level Group én de Franse contracten. Deze gesprekken hebben geleid tot kritische vragen van Ger Koopmans aan Staatssecretaris Bleeker in de Landbouwraad van afgelopen week. Wij zullen de staatssecretaris ook zelf benaderen en kunnen hem en andere belangstellenden in contact brengen met bijvoorbeeld Willem Smeenk. Deze naar Frankrijk geëmigreerde Nederlander is lid van het EMB bestuur en van het Opl bestuur. Hij bundelt momenteel de melkveehouders op de DDB-methode en is volledig op de hoogte van de nieuwe Franse wet, de inhoud van de contracten en hun uitwerking op de Franse melkveehouderij.
Wie denkt dat de Franse contracten ons pakkie-an niet zijn, vergist zich. Ze betekenen immers dat de Franse overheid een volledige protectionistische houding naar de Franse zuivelindustrie toe heeft aangenomen. Door zich daarmee te isoleren in de EU, zet Frankrijk de eerste stap naar het opheffen van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid. Deze maatregelen kunnen onze exportmogelijkheden beïnvloeden. Er bovenop zitten is voor de EMB en de DDB, noodzaak.
Wie er achter deze voorstellen zit? De CNIEL, de Franse zuivelbrancheorganisatie waarin ook de FNPL zit (de Franse zusterorganisatie van LTO Nederland en ook Copa-lid), heeft deze contracten opgesteld en er mee gelobbyd bij de Franse overheid. Opl en APLI werden bij de onderhandelingen niet toegelaten, anders was een dergelijke wet niet opgesteld.
In februari houdt de DDB bijeenkomsten waar we u willen laten zien waar contracten wel aan moeten voldoen om evenwicht in de keten te brengen. Ik ga dan ook in op de tekortkomingen in de voorstellen van Ciolos. En we gaan in op de EU-zuivelmarktanalyses uit de Advisory Group on Milk over de zuivelmarkt na 2020. U bent van harte welkom.
Dat ik deze week ook met de EMB een persconferentie op de Grüne Woche heb gehouden en we s’avonds netwerkten op de Neuland Empfang, houdt u van me te goed.
Sieta van Keimpema,Voorzitter DDB