maandag 28 november 2011auteur: Sieta van Keimpema
Week 47 - Ledeninvloed niet gewenst
Week 47 - Ledeninvloed niet gewenst
Dinsdag j.l. vertrok ik naar Berlijn voor een gesprek met landbouwminister Ilse Aigner en haar naaste medewerkers. Samen met Romuald Schaber en Erwin Schöpges lichtten we de standpunten van de EMB betreffende het Melkpakket toe. Het Duitse landbouwministerie is een trouw aanhanger van de liberalisatie, blijkt in het gesprek. Zij hebben groot vertrouwen in de aangekondigde maatregelen in het Melkpakket en denken dat met het toestaan van producentenorganisaties er voldoende mogelijkheden voor melkproducenten zijn om hun positie te versterken. Als we dieper de discussie in duiken, blijkt echter de visie van de Duitse landbouwminister en haar ambtenaren toch vooral op ‘wishfull thinking’ ( de wens is de vader van de gedachte) gebaseerd te zijn. Want op de vraag hoe melkproducenten in een coöperatie , die door de voorstellen in het Melkpakket op geen enkele manier meer invloed op de keten krijgen zich moeten versterken, komt Aigner niet verder dan: “Als u niet tevreden bent, kunt u uit uw coöperatie stappen en zelf een nieuwe producentenorganisatie beginnen die zijn melk aanbiedt aan de coöperatie”. Dat deze optie alle realiteitszin ontstijgt en het tevens te gek voor woorden is dat melkveehouders die hebben geïnvesteerd in een coöperatie en daarvan mede-eigenaar zijn (zoals men in politieke kringen ook steeds benadrukt) daarop geen enkele invloed uit mogen oefenen en maar op moeten stappen, lijkt de wereld op z’n kop.
De discussie op het Duitse landbouwministerie was fel en inhoudelijk waarbij onze argumenten en voorbeelden uit de praktijk de discussie verdiepten. Zoals over de ontwikkelingen in de Zwitserse melksector of de Amerikaanse ‘vrije markt’ die kapitalen aan subsidiegelden kost ( geld dat de Europese overheid niet heeft). En de parallellen die tussen de liberalisatie van het bankwezen en de landbouw zijn te trekken en waarvan men zou moeten willen leren.
Op donderdag reizen Romuald Schaber en Erwin Schöpges door naar Polen voor een gesprek met de Poolse landbouwminister Sawicki, en ik reis verder naar Eppelborn in Saarland waar de EMB-collega’s van de BDM (Bundesverband Deutsche Milchviehhalter) me als spreker hebben gevraagd op hun ledenavond. Ook een collega uit Frankrijk is uitgenodigd om te spreken en Lars Hoelgaard, Directeur Generaal van de Europese Landbouwcommissie.
Hoelgaard heeft deze avond blijkbaar besloten dat het respectvol toespreken van zijn toehoorders, ook maar een overschatte gewoonte is en tapt uit een heel ander vaatje. Hij gaat vanaf het begin van zijn lezing tekeer tegen de aanwezigen. Als zijn minutenlange monoloog, die vooral bestaat uit verwijten aan zijn gehoor, door een dame in het publiek wordt onderbroken met een vraag en vervolgens met een reactie op zijn antwoord snauwt hij haar toe dat ze haar mond moet houden (“halten Sie die Klappe”)! Na dit dieptepunt is het voor een aantal mensen genoeg geweest: Hoelgaard wordt dringend maar zonder stemverheffing verzocht zijn publiek niet continue te provoceren en op normale toon zijn betoog voort te zetten. De mensen zijn gekomen omdat ze willen weten wat de doelstelling is van de Europese Commissie voor Landbouw met het Melkpakket en de hervorming van het zuivelbeleid en niet om uitgescholden te worden. Even gaat het beter, dan vervalt hij weer in zijn getier.
Meest opmerkelijke stelling van Hoelgaard is zijn argumentatie waarom coöperaties een uitzonderingspositie moeten hebben aangaande het onderhandelen met hun leden over de melkprijs en het volume: hij kan niet toestaan dat leden invloed krijgen binnen de coöperatie, want dan maken ze de melkfabriek kapot.
Dus moet ik nu begrijpen dat we officieel, van het hoogste politieke niveau, worden geweigerd om binnen een instituut dat we zelf hebben opgericht en waarin we verplicht investeren, géén enkele invloed mogen hebben? Ontluisterend. En volgens aanwezigen een nieuwe vorm van slavernij.
Aan het einde van de avond, waarop Hoelgaard en ik herhaaldelijk flink botsten voornamelijk omdat hij zijn feiten en cijfers niet voor elkaar had en aantoonbaar onwaarheden vertelde aan de mensen, besloot ik met plaatsvervangende schaamte mijn verontschuldigingen aan te bieden aan de aanwezigen voor het feit dat niet alle sprekers het nodig vinden respectvol om te gaan met hun toehoorders als die een andere mening zijn toegedaan.
Verschillende Duitse regionale politici die ook in de zaal zaten, kwamen na afloop naar me toe.
Geschokt en ontgoocheld over de wijze waarop een topambtenaar uit Brussel zijn toehoorders durft toe te spreken. Hoelgaard gaat in december met pensioen. Ik ben er niet rouwig om.
Sieta van Keimpema, voorzitter