maandag 20 februari 2012auteur: Sieta van Keimpema
Week 7 - India
Om in maximaal 750 woorden een compleet verslag te schrijven over mijn reis naar India op uitnodiging van Misereor en Anthra, waar ik heb gesproken met tientallen melkveehouders en straatverkopers over de gevolgen van het vrijhandelakkoord dat India en de EU willen sluiten, is onmogelijk. Daarom slechts een kleine impressie in deze weblog. Ik hoop binnenkort een reisverslag te kunnen schrijven over deze reis.
Terwijl in Nederland de waterleidingen springen en de Elfstedenkoorts tot een kookpunt reikt door de vorst, stap ik op 3 februari om 3 uur ’s ochtends plaatselijke tijd, in Bangalore India uit het vliegtuig bij plus 20 graden. Het eerste wat me aangrijnst, is een reclameboodschap van ING: zelfs zonder vrijhandelsakkoord hebben zij de weg naar India dus al gevonden.
Het doel waarvoor men mij heeft gevraagd naar India te komen, is om aan melkveehouders te vertellen hoe de Europese melkveehouderij er uit ziet en over de EMB. De melkveehouders in India zullen immers, als de EU melkproducten zonder invoertarieven in kan voeren naar India, daar zeker de gevolgen van ondervinden. De bijeenkomst is zeer interessant. De problemen van de Indiase melkveehouders die ik ontmoet in Horsley Hills, klinken bekend: een melkprijs onder de kostprijs, geen invloed op de markt en een overheid die verhoging van de productie aanjaagt. En ook de problemen met hun Holstein-Friesian koeien zijn vrijwel hetzelfde als bij ons: mastitis en verminderde vruchtbaarheid.
Op de namiddag rijden we (Armin Paasch van Misereor, Asja en Sagari van Anthra), op uitnodiging van de melkveehouders, naar één van de dorpen om te zien hoe de koeien worden gemolken en om hun melk-inzamelpunten te bezoeken. Bij aankomst zie ik wat Holstein-Friesian koeien op straat staan. Een melkstal is niet nodig, de koeien worden op straat (waar in dit kleine dorp toch geen verkeer is) gemolken. De melk wordt daarna naar het verzamelpunt gebracht, bemonsterd en de dag erop, samen met de melk die ’s ochtends is gemolken, naar een ander dorp gebracht waar een melkkoeltank staat. Ook hier wordt de melk opnieuw bemonsterd voor het in de ‘grote’ 1000 liter tank gaat.
In het dorp laten de melkveehouders ons hun melkbriefjes zien. Er wordt op kwaliteit en vetgehalte uitbetaald.
De melkprijs varieert van 17 tot 20 roepee per liter (naar gelang het vetgehalte). Niet veel lager dan onze gemiddelde melkprijs bij hetzelfde vetgehalte, stel ik vast. Zuivelcoöperaties komen in India nauwelijks nog voor. Hoewel de regering lange tijd de coöperaties hebben gepromoot, draaide een volgende regering dat proces om en zorgde er voor dat private melkfabrieken belastingvoordelen op zuivelcoöperaties kregen. Het feit dat een ministersvrouw met een particuliere melkfabriek begon, blijkt daarvoor de aanzet te zijn geweest…
Als we de volgende dag bij het melk inzamelpunt zijn waar de melk ook gekoeld wordt, praten we opnieuw met melkveehouders over hun problemen. Ze geven een opsomming van de kosten die ze moeten maken voor het produceren van een liter melk en de problemen die ze hebben met de Holstein-Friesian. Deze koeien geven wel veel meer melk, maar kunnen de hitte in de zomer slecht verdragen. De melkveehouders hebben veel kosten aan het genezen van mastitis en ook tobt men met de vruchtbaarheid. Waarom koopt men dan geen locale koeien, is onze vraag. Die geven weliswaar minder melk maar hebben minder gezondheidsproblemen, verdragen de hitte beter en zijn duurzamer. Het antwoord is eenvoudig: doordat de melkproductie te weinig oplevert moet men een lening afsluiten om een koe te kunnen kopen. Leningen worden alleen verstrekt voor de aankoop van een Holstein-Friesian, dus hebben de melkveehouders weinig keus.
Weinig keus inderdaad. Want door eerdere vrijhandelakkoorden zijn deze mensen totaal afhankelijk geworden van melkproductie. Andere landen waarmee al eerder vrijhandelakkoorden werden gesloten, hebben de markt voor veel producten overgenomen. Zoals de productie van zijde, wat in deze regio een grote bron van inkomsten was voor deze boeren. Door het vrijhandelsakkoord met China namen de Chinezen de markt voor zijde over. Zijde van weliswaar een lagere kwaliteit, maar ook een lagere prijs. En zo ging het ook met de andere producten die in deze regio werden verbouwd/geproduceerd. Het enige alternatief voor deze plattelandsbevolking is melkvee. Daarom is de angst voor de Europese zuivelexport groot. Géén melkvee betekent voor miljoenen landloze boeren dat ze moeten vertrekken naar de stad en geen menswaardig bestaan meer hebben. In de stad zijn immers nu al geen banen te vinden, miljoenen Indiërs leven in de slumbs; de sloppenwijken. Ze bedelen op straat en leiden een mensonterend bestaan.
Ambtenaren en commissarissen van de EU stellen dat India inmiddels een ontwikkeld land is dat gelijkwaardig is aan de EU en daarom geen bescherming meer behoeft van importtarieven. India moet daarom zijn grenzen openstellen voor het Europese bedrijfsleven. De realiteit is anders. Honderden miljoen mensen in India leven van minder dan 1 euro per dag. Ze óverleven in plaats van dat ze leven.
Onze Europese welvaart gaat mensenlevens kosten. ‘Moreel besef’ blijkt echter geen onderdeel van het (strikt geheime!) concept- vrijhandelakkoord tussen de EU en India.
Wordt vervolgd.
Sieta van Keimpema, voorzitter