vrijdag 11 januari 2019
EMB: noodzaak marktregulering groter dan ooit
In het huidige geopolitieke landschap, met een dreigende zuivelcrisis, is de noodzaak voor een instrument waarmee Brussel kan ingrijpen in de Europese zuivelmarkt groter dan ooit. De European Milk Board (EBM) dringt er daarom zeer sterk op aan bij de Europese Commissie dat hun 'Market Responsibility Programme' verankerd wordt in het gemeenschappelijk landbouwbeleid.
De EBM, een organisatie van Europese melkveehouders, vreest een nieuwe zuivelcrisis. „Met de Brexit-onderhandelingen wil het maar niet vlotten”, zegt vice-voorzitter Sieta van Keimpema. „Als er straks een Brexit is zonder deal, dan zijn er van de ene op de andere dag geen Europese handelsverdragen meer met Engeland. Dat betekent niet alleen dat er dan geen afzet meer is voor de relatief geringe hoeveelheid melk die Nederland naar Groot-Brittannië exporteert, maar ook dat de alle melk die andere EU-landen in Engeland afzetten, op de binnenlandse markt blijft hangen.”
Tel daarbij op de onderhandelingen over een vrijhandelsverdrag met het Latijns-Amerikaanse handelsblok Mercosur. Dat kan leiden tot een extra aanvoer van bijvoorbeeld Braziliaans rundvlees. Van Keimpema: „Men wil in 2019 zowel de Mercosur-deal als de Brexit afronden. Als er dit jaar een Brexit komt zonder deal, zitten zowel melk als vlees in de problemen.”
TTIP
Ook de TTIP, het handelsverdrag tussen de Verenigde Staten en de Europese Unie, hangt als een dreigende wolk boven de markt. Europa zet volgens de EMB de landbouw maar al te graag in als wisselged voor bijvoorbeeld de auto-industrie. Een vrijhandelsovereenkomst creëert voor de Europese melkveehouderij dan een ongelijk speelveld.
In vergelijking met hun Amerikaanse collega's moeten Nederlandse boeren aan veel meer eisen voldoen. ,,Amerika kent bijvoorbeeld geen I&R-systeem, en voor slachtvee geldt alleen de regel dat de koe nog op vier poten moet kunnen staan. Verder wordt er niet of nauwelijks gekeurd”, weet Van Keimpema. ,,Als de TTIP doorgaat, zijn we als melkveehouders de klos.”
Opbrengstprijs 10 cent te laag
Kortom: er loeren diverse gevaren voor de Europese melkveehouderij. Uit een brede EMB-studie naar de kostprijs van melk in de grote Europese zuivellanden is bovendien gebleken dat de Europese boer gemiddeld 10 cent te weinig beurt voor een liter melk om alle toegerekende kosten te dekken.
De EMB pleit al jaren voor een Market Responsibility Prgramme, maar gezien de huidige situatie wordt zo'n maatregel steeds urgenter, stelt Van Keimpema. De EMB heeft een index ontwikkeld voor de zuivelmarkt. Als die index stijgt, is er meer vraag naar melk en loopt de prijs op. Bij een dalende index is er te veel melk. Boeren zouden dan in eerste instantie vrijwillig minder kunnen gaan melken, tegen een vergoeding (bonus) voor elke niet-geleverde liter melk.
„Dat instrument heeft de EU in 2016 ook toegepast na de Russische boycot; toen was er van oktober 2016 tot januari 2017 sprake van een vrijwillige productiebeperking en dat werkte heel goed”, volgens Van Keimpema. „Vooral de intensieve zuivellanden zoals Ierland maakten gebruik van deze regeling. Wij willen dat dat instrument direct kan worden ingezet bij een onrechtmatige verstoring van de markt.”
Geld wat nu nog verdwijnt in het subsidiëren van interventieregelingen, kan dan worden aangewend voor het financieren van de bonus bij vrijwillige productiebeperking, stelt de EMB. Dit instrument zou een vast onderdeel moeten worden van het Gemeenschappelijk Landbouw Beleid, bepleit de EMB.
Huiverig
Binnen de Europese Unie is men echter huiverig voor marktregulering; Eurocommissaris Phil Hogan niet in de laatste plaats. Maar volgens Van Keimpema is er sowieso al geen sprake van een vrije markt. „Men roept dan 'de markt moet het doen', maar 'de markt' wordt tegenwoordig vooral bepaald door handelsverdragen.”
Daarnaast is het zo dat de Europese Commissie simpelweg te weinig kennis heeft van de zuivelmarkt om te begrijpen waarom marktregulering verstandig zou zijn, zegt Van Keimpema. De Milk Market Observatory is speciaal in het leven geroepen om transparantie in de Europese zuivelsector te bovrderen en om tijdig marktontwikkelingen te analyseren. Maar feit is volgens Van Keimpema dat bijvoorbeeld niemand precies weet hoeveel mager melkpoeder er in particuliere opslag zit. „Dat was vroeger, vanwege de subsidie die ermee gemoeid was, veel meer in beeld dan tegenwoordig. Er kan maar zo nog 400.000 ton in particuliere opslag liggen. Er móet nu een plan komen om te voorkomen dat de melkprijs straks gigantisch onderuit gaat.”