maandag 16 december 2024auteur: DDB

Extra – dure – monsters maken toekomst melktap uiterst onzeker

Samen met een delegatie van Agractie en de NMV, voerde de DDB afgelopen vrijdag 13 december, een gesprek op het Ministerie van VWS (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) over het voornemen om het Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, te wijzigen “in verband met gewijzigde voorschriften voor rauwe melk en rauwe room bestemd voor rechtstreekse menselijke consumptie”. Het is een besluit dat veel melkveehouders met een melktap, ‘rauw op het dak’ is gevallen omdat over dit voornemen in het voortraject niet met hen is gecommuniceerd. Terwijl het besluit al grotendeels vastligt, aldus de publicatie in de Staatscourant.  

Onderzoeken

Nu is het nog zo dat melkveehouders met een melktap, hun melk vier keer per jaar laten onderzoeken op salmonella en twee keer per jaar op staphylococcus aureus. Dit blijkt wettelijk echter niet te zijn vastgelegd horen we van de ambtenaren van VWS. Dat gaat per 1 januari 2025 veranderen. De rauwe melk en rauwe room moeten dan zelfs maandelijks worden gecontroleerd op de aanwezigheid van bacteriën als salmonella, campylobacter en stec.

Een forse uitbreiding van het aantal monsters per jaar, terwijl ook het aantal stoffen waarop gemonsterd gaat worden uitgebreid wordt. Daarnaast komt er een meldplicht voor melkveehouders die een melktap hebben (omdat deze bedrijven voor het ministerie niet in beeld zijn). Deze nieuwe voorwaarden vloeien overigens niet voort uit EU-beleid en zijn daar dus een nationale kop op. 

Data ontbreekt

Tijdens het gesprek op het ministerie, wordt het voor ons duidelijk dat VWS niet of nauwelijks data heeft over de eventuele aanwezigheid van salmonella, campylobacter en stec in melk uit de melktap. Om die data te verzamelen is de periode van twee jaar en de maandelijkse intensiteit van monstername aangekondigd. Na die twee jaar monitoring vindt een evaluatie plaats en zal eventueel het aantal verplichte monsternames worden afgebouwd.

Disproportionele kostenstijging

Dat deze nieuwe regelgeving veel extra kosten voor de melkveehouder met zich meebrengen – gemiddeld 10 x meer dan nu het geval is – is een feit dat niet blijkt te zijn doorgedrongen tot het ministerie. De tekst in de Staatscourant suggereert dat er slechts zeer beperkt (en zelfs niet of nauwelijks voor melkveehouders) sprake is van een kostenverhoging. Deze aanname van het ministerie lijkt vooral te danken aan onvoldoende contact met de praktiserende boeren met een melktap of kennis van de praktijk rondom de melktap. Een meegenomen offerte van een erkend laboratorium maakt duidelijk dat die sterke kostenstijging er wel degelijk is voor melkveehouders.

Omdat het ontbreken van betrouwbare data de hoofdreden lijkt voor het opschroeven van de monsternames, brengen wij in dat de kosten daarvan toch niet één op één kunnen worden afgewenteld op de melkveehouders? Dat is disproportioneel.

Wij brengen in dat VWS die kosten toch ook op een andere manier zou kunnen dekken door bijvoorbeeld een pilot te starten waarbij het ministerie de kosten voor de extra monsters voor hun rekening nemen voor de komende twee jaar: dan hebben zij na die twee jaar de data die ze nodig vinden en kunnen ze evalueren wat de stand van zaken is: is melk uit de melktap bijvoorbeeld wel de bron van ziekteverwekkers? Of juist niet?

Het RIVM blijkt met betrekking tot besmettingen door rauwe melk slechts uit te gaan van schattingen en modellen. En we weten inmiddels dat die modellen (en schattingen) er regelmatig fors naast zitten.

De reactie van VWS op ons verzoek is dat een dergelijke pilot plus het van overheidswege betalen van de extra monsternames gedurende twee jaar, “verboden staatssteun zou zijn”. Wat wij ten zeerste betwijfelen door onze kennis van de staatssteunvoorschriften. Een punt dat we ook hebben ingebracht.

Contact met de consument

Een melktap wordt vaak uit maatschappelijke overwegingen aangekocht door melkveehouders. Het contact met consumenten leidt tot mooie gesprekken over en weer en betere inzichten over elkaars realiteit. 

Sluiten melktap

Omdat het Ministerie al vergevorderd is met hun voorgenomen aanscherping van de Warenwet ten aanzien van rauwe melk en rauwe room, en deze aanscherping ervoor gaat zorgen dat het gros van de melkveehouders met een melktap deze zullen moeten afstoten, hebben wij een fors appèl gedaan op de ambtenaren om er alsnog voor te zorgen dat de kosten niet eenzijdig afgewenteld worden op de kleine groep melkveehouders met een melktap. Hun krappe marges staan een dergelijke kostenverhoging niet toe.

Onderzoek heeft al uitgewezen dat de meesten van hen onvoldoende omzet hebben om deze buitenproportionele kostenstijging te kunnen dekken. Zij zullen hun melktap moeten sluiten. Waarmee weer een mooi initiatief om meer kennis van onze fantastische sector over te dragen op burgers, onmogelijk wordt gemaakt door overheidsingrijpen. Dat zou niemand moeten willen.

Alle door ons aangeleverde argumenten zullen z.s.m. met de staatssecretaris van VWS worden overlegd. Echter, aldus de ambtenaren, zullen aanpassingen in de wet, zeker een jaar op zich laten wachten aangezien de wet er al ligt. Gezien de foute aannames over kosten en werkwijze waarop deze wet is gebaseerd, is dit voor ons onbegrijpelijk! We zullen hier verdere druk op uitoefenen en houden u op de hoogte van de verdere vorderingen over dit onderwerp.

Sieta van Keimpema, voorzitter DDB