donderdag 8 april 2021
Initiatief Wet Slachtbelasting Hoe een partij het democratisch bestel oneigenlijk gebruikt
Door de Partij voor de Dieren (PvdD) is een initiatiefwet ingebracht, de Wet slachtbelasting, die tot en met 2 april ter consultatie lag. Doel van de initiatiefwet volgens de PvdD, ´het bevorderen van de eiwittransitie naar plantaardige eiwitten, door het beter beprijzen van dierlijke eiwitten´. Ook de DDB diende een reactie in.
De DDB stelt vast dat de systematiek die daarvoor gekozen wordt via een slachttaks - waarbij in Nederland geproduceerd vee bij afvoer voor de slacht, belast wordt met een hoge extra slachtbelasting terwijl deze belasting niet geldt voor vlees geproduceerd buiten onze grenzen - daarvoor totaal ongeschikt is en een andere agenda het achterliggende doel is.
PvdD suggereert in hun wetsvoorstel dat de extra kosten van de slachttaks, kunnen en zullen worden doorberekend in de keten. Dit is niet alleen niet aangetoond door de PvdD, de PvdD is zich er ook zeer wel van bewust dat het in de praktijk zo niet gaat: de PvdD is het immers al menig maal eens geweest met de DDB dat boeren in het huidige systeem als prijssnemer juist níet in staat zijn om extra kosten door te berekenen aan de volgende schakel in de keten. De PvdD heeft daarnaast meerdere malen erkend dat er in het huidige systeem geen sprake is van een kostendekkende prijs voor boeren en dat dát juist één van de problemen is voor de boeren.
Misleiding
Door in dit wetsvoorstel de suggestie te wekken dat dierlijk eiwit, geproduceerd in Nederland wél ‘beter beprijsd’ zal worden met een slachttaks zoals de PvdD die voorstelt, is een ernstige vorm van misleiding. Met deze slachttaks beoogt de PvdD een einde te maken aan de veehouderij in Nederland want dat is, in de huidige markt en het huidige systeem, het enige logische en geloofwaardige effect dat deze slachttaks zal hebben. Daarmee schaadt de PvdD de belangen van honderduizenden mensen die werkzaam zijn in de landbouwsector in de breedste zin van het woord.
Dat een politieke partij er voor kiest om een misleidend wetsvoorstel in te dienen om een andere agenda uit te voeren, is een signaal van het gebrek aan moraliteit dat de Nederlandse burgers zo langzamerhand kennen vanuit de Nederlandse politiek die zichzelf kenmerkt door leugens en misleiding.
Het wetsvoorstel ontbeert een goede onderbouwing. In de Memorie van Toelichting wordt lustig en selectief geshopt in semi wetenschappelijke rapporten en worden aannames gepresenteerd die nergens op gebaseerd of mee onderbouwd worden. De veronderstelde ‘milieuschade’ veroorzaakt door de veehouderij en het consumeren van vlees, kan ten eerste niet worden afgebakend bij de Nederlandse grens, terwijl ten tweede vaststaat dat juist de Nederlandse veehouderij uitblinkt in een zeer lage milieubelasting: het Nederlandse voedselsysteem staat in de top 5 wereldwijd (Nature december 2019). De Nederlandse veehouderij kent een veel gunstiger en duurzamer milieubelasting dan de prestatie van omliggende landen en landen waarmee handelsakkoorden zijn afgesloten waarin grote contingenten vlees zijn opgenomen.
Strijdig
Daarnaast is deze initiatiefwet strijdig met zowel Europese als Nederlandse wet- en regelgeving. Volgens artikel 18 VWEU is het niet toegestaan om producten die zijn geproduceerd in Nederland anders te beoordelen en te behandelen dan producten die uit andere landen worden geïmporteerd. Het is een nationale belasting waarbij de concurrentiepositie van de veehouderij in Nederland ernstig in gevaar wordt gebracht.
Verbroken verkiezingsbelofte
Het gevolg van de initiatiefwet, als deze als wet zou worden aangenomen, zal zijn dat dierlijke producten uit het buitenland worden gehaald omdat Nederlandse productie te duur wordt door de slachttaks. Ook zal vee vanuit het buitenland naar Nederland worden getransporteerd om hier te worden geslacht: de heffing wordt immers alleen op in Nederland geproduceerd vlees gelegd. Dit heeft negatieve gevolgen voor het milieu en voor het dierenwelzijn, terwijl Nederland - zoals hierboven al gesteld is - op dat gebied één van de meest duurzaam presterende landen is.
Daarmee verbreekt de PvdD met deze initiatiefwet ook een verkiezingsbelofte. Nu de slachttaks niet geldt voor vee en vlees geproduceerd uit het buitenland, hoef je niet echt verder geleerd te hebben om te weten waar dat toe zal leiden: valse concurrentie en een instroom van vlees- en zuivelproducten van buiten onze landsgrenzen. Vlees waarvan we zeker weten dat het niet zal voldoen aan de hoge voorwaarden waaraan de Nederlandse veehouderij moet voldoen. Terwijl de instroom ook grote negatieve gevolgen zal hebben voor het milieu, dierenwelzijn en de volksgezondheid. Allemaal zaken waarover in het partijprogramma van de PvdD het volgende omschreven staat: “De Partij voor de Dieren wil geen vrijhandel ten koste van milieu, dierenwelzijn, voedselzekerheid, mensenrechten en privacy. Voor de Partij voor de Dieren is handel ondergeschikt aan moraal. Mensenrechten en duurzaamheid mogen niet wijken voor economische kortetermijnbelangen. De Partij voor de Dieren is tegen vrijhandelsakkoorden omdat deze de democratie ondermijnen en grote negatieve gevolgen kunnen hebben voor het milieu, dierenwelzijn, volksgezondheid en voor de keuzevrijheid en privacy van consumenten”. Naast misleiding pleegt de PvdD daarmee ook kiezersbedrog.
Haatcampagne
Deze initiatiefwet is niet anders te beoordelen dan een haatcampagne, geinitieerd door een politieke partij met extremistische trekken tegen één beroepsgroep in Nederland: de veehouders. Veehouders die volledig binnen de wet en met uitstekende resultaten aangaande milieubelasting, dierenwelzijn en kwaliteit, opnieuw een valse haatcampagne moeten verduren van een politieke partij die al vaker geen middel heeft geschuwd om de veehouderij in Nederland in een kwaad daglicht te stellen.
Deze initiatiefwet is daarmee een vorm van schandalig misbruik van ons democratisch systeem en een schandvlek voor ons parlement.
Schade
Schade aan het milieu is het effect van het consumptie gedrag van iedereen wereldwijd. Door via de slachttaks slechts één beroepsgroep hiervoor de rekening te presenteren is in strijd met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur, geeft blijk van willekeur en is in strijd met het beginsel van rechtsgelijkheid. Het toekomstperspectief en het inkomen van met name onze Nederlandse boeren, wordt ernstig geschaad met dit wetsvoorstel dat op geen enkele wijze een bijdrage levert aan het, door de opstellers geformuleerde doel.
De DDB doet daarom met klem een beroep op de besluitnemers om deze initiatiefwet niet als Wet aan te nemen maar af te wijzen op grond van:
- Het oneigenlijke doel;
- De gebrekkige (niet wetenschappelijke) onderbouwing;
-Strijdigheid met rechtsgelijkheidsbeginselen (art. 18 VWEU)
- De nadelige milieu-effecten;
Namens het bestuur van de DDB
Sieta van Keimpema, voorzitter