maandag 16 september 2024auteur: DDB

Mestbrief betekent geen einde aan de zorgen

Vrijdag 13 september publiceerde Minister Femke Wiersma van LVVN haar ´mestbrief´. Inmiddels hebben veel landbouworganisaties, media, politici, (juridische) specialisten en (zelfbenoemde) experts al gereageerd.  

Wat opvalt aan al deze reacties is dat vrijwel het gros van de zelfbenoemde experts en politici, blijven uitgaan van oude en/of foute aannames over de werking van dierlijke mest en de omvang van de veestapel. Terwijl de afgelopen vijf jaar heel veel zaken achterhaald zijn: 

  • Zo is AERIUS bewezen ongeschikt verklaard om depositie mee te meten;
  • Zijn de Kritische Depositie Waardes onhaalbaar gebleken zelfs als alle leven uit Nederland verwijderd wordt;
  • Bestaat er geen ‘oppervlaktewaternorm’ terwijl we ook weten dat het gros van de nitraatoverschrijding van de Nederlandse wateren, vanuit het buitenland Nederland in stroomt;
  • We weten dat derogatie beter is voor de waterkwaliteit dan kunstmestgebruik;
  • We weten ook – door de verplichte monstername - dat bijna alle derogatiebedrijven ver onder de norm van 50mg N zitten;
  • We weten vanuit de evaluatie van het 6eActie Programma Nitraat dat boeren het heel goed doen ten aanzien van hun grondwaterkwaliteit!

Het zijn niet deze cijfers die in Brussel zijn aangeleverd om beleid op te maken. De afspraken met Brussel kwamen tot stand met onvolledige cijfers en data, foute aannames uit ondeugdelijke modellen.

Ook ten aanzien van de omvang van de veestapel blijven de tegenstanders van de veehouderij na de publicatie van de mestbrief vasthouden aan hun mantra “er is te veel vee, de veestapel moet krimpen”. Terwijl de melkveestapel ruim een miljoen minder koeien groot is dan bij de aanwijzing van de Natura 2000 gebieden en op het niveau zit van 1950. De laatste “opruimronde” van melkvee werd ingezet bij het invoeren van de fosfaatrechten. Fosfaatrechten die sinds de intrede bij iedere transactie worden afgeroomd. Waarmee de mantra op links “dat we alleen maar meer vee willen gaan houden” simpelweg gelogen is.  Voor de andere veehouderijtakken geldt hetzelfde: ook daar werd al vaak gekort. Maar kennelijk is het voor die partijen, nooit genoeg.

‘Mestbrief’

In de nieuwe mestbrief blijft de Minister van LVVN naar onze mening te veel uitgaan van eerder aangenomen en vaak achterhaalde “feiten”.  De foute aannames die tot in de wet verankerd zitten (bijvoorbeeld KDW en AERIUS) blijven tot nu toe overeind terwijl er al wel weer nieuw beleid over de sector wordt uitgestort.

Voor de veehouderij betekent dit voor nu dat er alsnog op krimp wordt ingezet. Bij iedere transactie buiten familierelaties om, zal er 30% (melkvee), 25% (varkens) of 15% (pluimvee) worden afgeroomd. Omdat deze aanname gebaseerd is op foute data is dat een slechte en onnodige zaak. Zeker met de dreiging van een oorlog aan de Oostelijke EU-grenzen en de oproep vanuit de Europese Commissie om voor boeren meer ruimte te maken: deze (dreigende) realiteit gaat kennelijk aan een groot deel van Den Haag voorbij, terwijl ook de oproep van de Europese Commissaris om boeren meer en beter te beschermen, weinig gehoor krijgt in de Tweede Kamer.

In de mestbrief lezen we ook verschillende positieve punten die een deel van de foute aannames hierboven – op termijn - kunnen verlichten:

  • Het vergroten van de plaatsingsruimte via aanpassing van de Nitraatrichtlijn: afschaffing van de grens voor plaatsing van dierlijke mest (170 kg N/ha). In zetten op Europese maatregelen ter overbrugging naar een volgende derogatie.
  • Aanpassing derogatievrije zones langs N2000 gebieden naar 100 meter
  •  Vergroten uitrijdseizoen
  • Correctiefactor gasvormige verliezen
  •  Vergroten exportmogelijkheden mest
  •  Verhogen graslandsubsidies
  • En – zeker niet het minst belangrijke - wordt in de brief van de Minister uitdrukkelijk gewezen op de noodzaak om de inkomenspositie van boeren te verbeteren. Een onderwerp waar de DDB al vanaf haar oprichting op hamert én ideeën over heeft hoe dit te realiseren is! Ideeën die we graag met de Minister bespreken.

Acute mestcrisis

Waar we ons zeer grote zorgen over maken is dat we nog niet hebben kunnen ontdekken in de mestbrief hoe vóór 2026 de acute mestcrisis zal worden opgelost. Er moet nog erg veel in Brussel worden geregeld en dat is een onzekerheidsfactor die niet te negeren is.

Deze mestbrief is opgesteld zonder dat de melkveesector geconsulteerd is. Terwijl juist de melkveesector veel kennis in huis heeft. We zijn zeker bereid om samen met de Minister een uitweg te zoeken om een koude sanering in de melkveehouderij te voorkomen.  

Mestplaatsingsruimte en mestimport

Want er zijn nu al meer mogelijkheden om mestplaatsingsruimte te creëren (o.a. geboden door EU Commissaris Von der Leyen) die nog niet benut worden, zoals afschaffing van de braaklegging.  RVO vindt dat te lastig maar dat mag geen argument zijn om noodzakelijke mestplaatsingsruimte onbenut te laten. Zelf heeft dit Kabinet aanpassing van de bufferzones opgenomen in het Hoofdlijnenakkoord en aangezien deze bufferzones langs grasland zijn opgelegd terwijl ze aantoonbaar géén positieve uitwerking hebben op het behalen van de gestelde doelen, moeten ze doorgehaald worden met terugwerkende kracht. Veel grondgebonden boeren, werden door deze bufferzones verplicht mest af te voeren – op een al overvolle markt.

Ook vragen wij ons af waarom er in Nederland nog mest wordt geïmporteerd, zoals publicatie van cijfers op de site van de Rijksoverheid aantonen.

Graslandnorm

Een graslandnorm is voor de DDB op dit moment absoluut niet aan de orde: gedegen onderzoek zal eerst moeten aantonen wat in de praktijk de situatie is.

Emissiebeleid

De DDB is niet voor verplicht emissiebeleid: dat betekent ten eerste een kop op EU-beleid (en dit Kabinet heeft in het Hoofdlijnenakkoord toegezegd dat dit niet meer aan de orde zou zijn), terwijl verplicht emissiebeleid de bestaande vergunningen op losse schroeven zet! Geen PAS 2.0 alstublieft.   

Tenslotte

De DDB roept tenslotte alle betrokkenen die invloed hebben op het beleid op, om in de ‘mestdiscussie’ in te zetten op de feiten. Laat politieke spelletjes eens achterwege. Deze politieke spelletjes kosten mensen hun bestaan en Nederland onze noodzakelijke voedselproducenten in een tijd dat voedselzekerheid in de EU met de dag belangrijker én onzekerder wordt.

De ‘spielerij’, die we nu al jaren vanuit de Tweede Kamer én de media ervaren gaat aan de menselijke maat en de toestand in de wereld voorbij. Dat alleen zou al reden moeten zijn om ten aanzien van het mestbeleid allemaal voor hetzelfde doel te gaan: de beste boeren ter wereldruimte bieden om goed en veilig voedsel te produceren met wetgeving die realistisch is in plaats van het product van wensdenken!

Het DDB-bestuur

16 september 2024