woensdag 15 mei 2019auteur: Boerenbusiness
Niet Brussel, maar de Haagse politiek is star
In de aanloop naar de Europese parlementsverkiezingen van donderdag 23 mei legt Boerenbusiness dagelijks 6 agrarische vragen voor aan personen met een visie op het Europese landbouwbeleid. Vandaag is dat Sieta van Keimpema, de voorzitter van de Dutch Dairymen Board (DDB).
Wilt u meer of minder Europees landbouwbeleid voor de Nederlandse boer?
"De subsidies en steunprogramma's die in Brussel te halen zijn, worden niet goed door de Nederlandse overheid benut. Zo is de inkomenssteun die Nederland gebruikt in de melkprijs veel lager dan in andere landen. Een ander voorbeeld is de Europese steun die door lidstaten kon worden aangeboord voor droogteschade. Nederland maakte daar geen gebruik van, omdat de schade als bedrijfsrisico werd gedefinieerd. Dat geldt ook voor de muizenschade in Friesland enkele jaren geleden. Waar ik voor pleit, is dat de Nederlandse politiek het Europese landbouwbeleid beter benut."
"Ook pleit ik ervoor dat Brussel er meer op toeziet dat de boeren eerlijk behandeld worden ten opzichte van collega's in de rest van de Europese Unie. Tot nu toe onthoudt de Europese Commissie zich van commentaar én hulp als boeren constateren dat hun overheid niet de mogelijkheden benut die er zijn, met betrekking tot subsidies en dergelijke. Dan zou Brussel ook meer nut hebben voor veel boeren."
Moeten we toe naar een Europees mestbeleid, in plaats van een landelijk beleid?
"Een Europees mestbeleid is praktisch gezien vrijwel niet te realiseren, omdat er grote klimatologische verschillen zijn tussen de 4 windstreken. Daarom is er derogatie. Echter, ook hier geldt: in Brussel is qua wet- en regelgeving veel meer mogelijk, dan wij in Nederland denken. Ik heb de afgelopen jaren diverse gesprekken gevoerd met de ambtenaren van het nitraatcomité van de Europese Commissie en daaruit kwam onder meer naar voren dat het bijvoorbeeld mogelijk is om het fosfaatplafond voor de melkveehouderij te verhogen als dat wetenschappelijk onderbouwd kon worden. De Nederlandse politiek wilde daar echter niet aan."
"De Nederlandse politiek is wel vaker star. Zo werkt Nederland met fosfaatexcretienormen die al 30 jaar lang niet zijn aangepast en daardoor achterhaald zijn. Willen we toe naar kringlooplandbouw, dan zal daar iets aan gedaan moeten worden. De melkproductie per koe is in de afgelopen decennia fiks toegenomen, terwijl de fokkerij verbeterd is. Hierdoor wordt er veel meer fosfaat in de melk opgenomen en minder via de mest uitgescheiden."
Kijkende naar de uitvoering van het ketenrapport van Cees Veerman: hoe bereik je een level playing field in de Europese Unie?
"Het rapport van Cees Veerman is een goede eerste stap, maar er is meer nodig. Een 'level playing field' bereik je in elk geval niet door de productie van overschotten te stimuleren, zoals dat nog altijd gebeurt. Waar wij als de Dutch Dairymen Board voor pleiten, is een Market Responsibility Programme waarbij de temperatuur van de zuivelmarkt wordt gemeten in een index. Op die manier kan een crisis worden voorspeld en kunnen de melkveehouders hier in een voorstadium alert op worden gemaakt. Als er toch een prijscrisis ontstaat, dan krijgen melkveehouders in dit systeem een bonus als zij de productie vrijwillig terugschroeven. Melkveehouders die in crisistijden uitbreiden, moeten daarnaast worden gekort op hun melkgeld."
Europese boeren moeten altijd de kostprijs verdienen
- Sieta van Keimpema
"Tijdens de zuivelcrisis van 2016 bewees het plan van vrijwillige melkmindering van Phil Hogan, Eurocommissaris, dat de melkprijzen met 10% stegen als gevolg van een lagere productie van 2%. Waar het het rapport van Veerman ook geen rekening mee houdt, zijn handelsverdragen. De grote zuivelbedrijven (zoals FrieslandCampina, Arla, Vreugdenhil en het Ierse Glanbia) hebben een grote mond over 'planet proof' en duurzaamheid, maar kunnen nog steeds ongelimiteerd 'Fat Filled Milk Powder' richting West-Afrika exporteren. Dat is een product op basis van melkpoeder en palmolie. Het product wordt gedefinieerd als industrieel product, waardoor het niet onder de zuivelstatistieken valt. Om het product te maken, wordt eerst palmolie uit Maleisië geïmporteerd en vervolgens wordt het naar West-Afrika geëxporteerd. Totaal niet duurzaam dus."
"Bovendien is het voor lokale Afrikaanse melkveehouders onmogelijk om met dergelijke bulkstromen te concurreren, waardoor de boeren naar de stad trekken voor een beter bestaan. Uiteindelijk is dit ook een oorzaak voor de grote migratiestromen richting Europa. Daarbij drukt het de prijs van volle melkpoeder. Dit verhaal is bij weinig mensen bekend, maar zou middels handelsverdragen verboden moeten worden. In Pakistan is dit FrieslandCampina en Nestlé overigens al fataal geworden door de afkeer van dat land tegen melkpoeder met palmolie. Zij hebben verpakte melk daarom grotendeels de rug toegekeerd, wat FrieslandCampina een gigantisch omzetverlies heeft bezorgd."
Is de Brusselse macht rond de toelating gewasbeschermingsmiddelen te groot?
"Ook hier geldt, wordt beleid in Brussel of Den Haag gemaakt? Bepaalde gewasbeschermingsmiddelen en diergeneesmiddelen die in Nederland niet te verkrijgen zijn, worden wel toegelaten in andere Europese landen. Met betrekking tot dit onderwerp pleit ik vooral voor praktijkkennis. Dat bepaalde producten van de markt worden gehaald, hoeft geen probleem te zijn als er alternatieven zijn. Voor beleidsmakers geldt: laat je minder leiden door emotie en meer door wetenschappelijke onderbouwing."
Wat moet in het Brusselse landbouwbeleid tot een speerpunt worden gemaakt?
"Kostendekkende opbrengsten voor Europese boeren. Dat is ook de enige manier om te kunnen bezuinigen op premies van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid. Daar worden de laatste jaren ook meer vraagtekens bij gezet. Het huidige beleid werkt de schaalvergroting in de hand en leidt bovendien tot een industrialisering van de landbouw. De bevolking in de Europese Unie wil juist dat het familiebedrijf intact blijft, maar dat kan alleen bij kostendekkende prijzen."
Welke mythe over het Europarlement klopt niet in uw ogen?
"In de wandelgangen hoor je weleens dat Europarlementariërs hun geld gemakkelijk verdienen. Gekscherend gezegd: dat het ambtenaren zijn die de ruif leegvreten. Die mythe klopt in mijn ogen niet. De Nederlandse afgevaardigden in Brussel werken hard en verdienen meer respect dan ze doorgaans krijgen. Overigens bepleit ik hiermee niet dat de lonen van de Europarlementariërs te laag zijn en omhoog zouden moeten."