donderdag 14 maart 2019
Regiogerichte landbouw is de toekomst
Trouw heeft de discussie over de toekomst van de landbouw in Nederland aangejaagd. Dat werd de hoogste tijd. Veel boeren en tuinders staat bedrijfsmatig het water aan de lippen, de EU tolereert ons mestoverschot niet meer, insecten kun je met een lampje zoeken en Schiphol is een gezwel. Een samenhangende, doelmatige aanpak van de problemen ontbreekt. Het zogenaamde visiestuk van minister Schouten en een recente bijeenkomst over de toekomst van de landbouw in aanwezigheid van haar maken dat duidelijk. Misschien is de problematiek te complex. Misschien zijn betrokkenen te veel bezig met hun deelbelangen. Hoe het ook zij, hier komt de aanzet tot een regiogerichte landbouw om de problemen integraal aan te pakken.
Uitgangspunt is dat wij productie en afzet van landbouwproducten weer dichter bij elkaar brengen. Nu leggen producten doorgaans duizenden kilometers af van producent naar consument. Het gevolg is een grote milieubelasting door het transport, dure tussenhandel en vervreemding tussen landbouwer en burger. Het heeft ook tot gevolg dat de landbouwer in een slechte onderhandelingspositie zit. Zo komt slechts een fractie van het geld dat de consument voor het dagelijks voedsel betaalt bij de landbouwer terecht. Landbouwproducten gaan feitelijk voor dumpprijzen de wereldwijde handel in.
Regiogerichte landbouw brengt producent en consument dichter bij elkaar voor een scala aan landbouwproducten. Bij zo'n 'regio' valt te denken aan ongeveer de schaal van een land als Nederland. Misschien zouden het zuiden en oosten van Nederland deel kunnen gaan uitmaken van grensoverschrijdende regio's.
Gedifferentieerd btw-tarief
Binnen een regio is overleg mogelijk tussen landbouwers en winkels over de afzet van producten, een soort cao-onderhandelingen. De overheid vervult in dezen een belangrijke regiefunctie. Daarnaast kan de overheid prijsinstrumenten inzetten om de regionale afzet van landbouwproducten te stimuleren. Dat kan, bijvoorbeeld, een gedifferentieerd btw-tarief zijn. Geen btw voor regionaal geproduceerde producten, het 'normale' tarief van 9 procent voor producten uit de EU en het hoge tarief van 21 procent voor producten van buiten de EU. En natuurlijk geldt een dergelijke tariefstelling alleen voor producten die in de regio worden geproduceerd. Het geldt niet voor, bijvoorbeeld, bananen. Belangrijk is ook dat de logistiek is gericht op regionale afzet. Nu is de situatie zo dat het makkelijker is, en goedkoper, om naar Shanghai te exporteren dan transporteren naar een willekeurige plaats in Nederland.
Regiogerichte landbouw betekent niet kleinschalig denken. Ik zie de EU als een bundeling van deels grensoverschrijdende regio's. Elk van de regio's is zelfvoorzienend wat betreft de eigen landbouwproducten. Een eventueel overschot kan echter weer bruikbaar zijn in een regio die niet of onvoldoende van die producten produceert. Er vindt een opschaling, export, plaats. Belangrijk is wel dat de exportprijs minimaal gelijk is aan de afzetprijs in de eigen regio.
Export mag geen dumping betekenen ten koste van de landbouwers. De export kan geregeld worden door directe onderhandelingen tussen vertegenwoordigers van de betrokken regio's of via afspraken binnen de EU. De regionale logistiek wordt uitgebreid ten behoeve van de export tussen regio's.
Tot slot is er export naar landen buiten de EU. In regiogerichte landbouw zal die een ondergeschikte rol gaan vervullen, tenzij een product exclusiviteitswaarde heeft. Maar dat betekent meteen ook een goede prijs. En daar gaat het in regiogerichte landbouw om: verantwoorde productprijzen voor de landbouwers, die een mens- en milieuvriendelijke bedrijfsvoering mogelijk maken.
Breng koper en producent van agrarische producten weer dichter bij elkaar, bepleit Jos Frantzen