maandag 28 oktober 2019auteur: Sieta van Keimpema
Staatsvijand nummer 1 (?)
Ingezonden
Inmiddels zijn we bijna 2 weken verder na de meest indrukwekkende boerendemonstratie die Nederland ooit heeft gekend. Met duizenden trekkers die allereerst optrokken naar De Bilt, en nog meer die op en rond het Malieveld stonden en in de Haagse straten.
Het Kabinet verschanste zich 16 en 17 oktober achter groot machtsvertoon (of was het toch blinde paniek en angst?) door het Nederlandse leger in te zetten: tientallen grote legervrachtwagens met containers waren opgeroepen om de omgeving rond de Tweede Kamer en het Binnenhof, af te zetten. Een provocatie waarmee de indruk gewekt moest worden dat “de sfeer grimmig was”. Niets was minder waar: opnieuw en in nog grotere getale stonden duizenden burgers de boeren aan te moedigen: op viaducten, langs wegen en tussen de boeren op de Koekamp in Den Haag waar de boeren actie voerden. Wij stonden schouder aan schouder!
Een verbolgen (en verscholen) Haagse burgemeester Remkes klaagde er over dat “de boeren zich niet aan de afspraken hielden” toen zij hun trekker op het Malieveld parkeerden. Dat met de gemeente (dus de burgemeester) afspraken waren vastgelegd dat twee straten – Benoorden- en Bezuidenhout - afgezet zouden worden voor de trekkers op 16 oktober “vergat” burgemeester Remkes gemakshalve even te vermelden aan de verzamelde pers. Zoals hij ook “vergat” deze straten daadwerkelijk te reserveren voor de trekkers. Waarna de boeren hun trekker opnieuw op en rondom het Malieveld parkeerden.
De burgemeester weerde vervolgens zonder noodverordening, de boeren uit de Haagse binnenstad. Iedereen ’die eruit zag als een boer’, werd teruggestuurd als hij naar de binnenstad wilde. Agenten selecteerden op uiterlijke kenmerken die bij een boer(in) zouden kunnen horen zoals werk- of wandelschoenen. Mensen die de hoorzitting op 16 oktober wilden bijwonen, werd dit onmogelijk gemaakt. Als je boer bent (of er zo volgens agenten zo uit ziet) mag je blijkbaar gediscrimineerd worden zonder dat daar enige rechtsgrond aan ten grondslag ligt. Dan mag je geweigerd worden uit de binnenstad, verwijderd worden van terrasjes of geweerd worden uit cafés.
Een kritische beoordeling welke partijen continue de boeren schofferen en laten vallen, levert een pijnlijke conclusie op: het was Ferdinand Grapperhaus (CDA) die het gezin in Boxtel compleet liet zitten. Meer dan 10 uur konden extremisten daar hun gang gaan. En denkt u nu niet dat dit Kabinet wat geleerd heeft van de maatschappelijke verontwaardiging door dit lamme optreden van destijds: de extremisten die twee weken geleden op heterdaad betrapt werden toen zij inbraken bij een konijnenfokker, komen er mee weg met een boete van 200 euro; te betalen aan de overheid - getuige de brief van het Openbaar Ministerie d.d. 23 oktober 2019. Dan wordt je even stil van zo’n mislukt “rechtssysteem” dat opnieuw op geen enkele wijze recht doet aan het leed dat de boerenfamilie in kwestie is aangedaan! In Den Haag zette Grapperhaus op 16 en 17 oktober het leger tegen de boeren in. In Groningen waren het Commissaris van de Koning René Paas (CDA) en gedeputeerde Henk Staghouwer (ChristenUnie) die te arrogant waren om de boeren fatsoenlijk te behandelen waardoor de emoties hoog opliepen. In Den Haag hield Johan Remkes (VVD) zich niet aan de afspraken én gaf de politie de opdracht om boeren, volledig op basis van willekeur, te discrimineren. Commissaris van de Koning, Wim van den Donk (CDA) deed er nog een tandje bij op 27 oktober met deze tweet: 75 jaar geleden kregen wij vrijheid, rechtsstaat en democratie terug. Vandaag herdenk ik mee in Bergen op Zoom en Tilburg. Nu wordt openlijk gedreigd met geweld. Dat wijs ik categorisch af. Daarvoor is geen ruimte in Brabant en Nederland. Vergelijkt Van de Donk boeren hier met de bezetters van 1940 – 1945? Terwijl het mensen gedwongen verjagen van hun erf/bedrijf en huis, het afnemen van eigendom en ontnemen van hun rechtspositie, juist fascistoïde elementen zijn. Uitgevoerd door deze overheid. Niet de bezetters, maar het gerechtvaardigde verzet stond vóór het Brabantse Provinciehuis.
Als de partijen waar boeren van oudsher op stemmen de boeren zo de rug toekeren, dan roept dat een reactie op. “Niet alles kan”, zei Helma Lodders (VVD) na het incident in Groningen. Inderdaad mevrouw Lodders: niet alles kan. Je kunt als politicus niet denken dat je ongestraft je achterban, je electoraat, zo kunt schofferen en elimineren zonder dat dit gevolgen heeft. Wat is een stem aan een partij waard, als deze partij het niet de moeite waard vindt om je als een volwaardig mens te behandelen? Je neer probeert te zetten als staatsvijand nummer 1?
Iedere dag heeft elke politicus de gelegenheid om zijn/haar waarde voor de plattelandsbevolking en de boeren te bewijzen: in de Tweede Kamer. Tot nu toe hebben we daar weinig van gemerkt. Ik hoop dat de “boerenpartijen” zich beseffen dat ze nú aan de bak moeten voor het platteland en de boeren. Nu. Vóór 1 december. Met concrete oplossingen. Lukt dat niet? Dan zullen de volgende verkiezingen voor velen van ons, een keerpunt zijn.
Sieta van Keimpema Voorzitter Dutch Dairymen Board (DDB)