donderdag 17 maart 2016
DDB stelt vragen in Brussel over Nederlandse besteding 30 miljoen euro
De Dutch Dairymen Board (DDB) heeft een aantal schriftelijke vragen gesteld aan Commissaris Hogan over de besteding van de 30 miljoen euro die Nederland ontving uit het hulppakket, dat in september 2015 door de Europese Commissie werd toegekend als steun voor de veehouderij.
De DDB deed dit naar aanleiding van de brief die staatssecretaris Van Dam op 2 februari 2016 aan de leden van de Tweede Kamer stuurde waarin de staatssecretaris uiteen zette hoe hij invulling wil geven aan de doelstellingen die door de Europese Commissie in september zijn aangeven.
Onderstaand vindt u de Nederlandse versie van de brief die de DDB in Engelstalige versie aan Eurocommissaris Hogan heeft verstuurd.
Geachte heer Hogan,
De Dutch Dairymen Board (DDB) is een Nederlandse belangenorganisatie voor melkveehouders, die een substantieel deel van de Nederlandse melkveehouders vertegenwoordigd. De DDB heeft, naar aanleiding van de brief die de Nederlandse staatssecretaris van Economische Zaken, de heer Martijn van Dam, op 2 februari 2016 aan de leden van de Tweede Kamer heeft gestuurd, een aantal vragen.
In deze brief heeft de heer Van Dam aangegeven hoe hij invulling wil geven aan de doelstellingen die door de Europese Commissie in september zijn aangegeven bij het verstrekken van een pakket aan maatregelen voor de melkveehouderij en de varkenshouderij in verband met de grote marktproblemen. In dit hulppakket van in totaal € 500 miljoen, die de marktsituatie in zijn geheel moeten verbeteren, ontving Nederland voor zijn melkvee- en varkenshouders in totaal € 29,94 miljoen.
In uw “Q & A on the package of measures to address the market situation”, wordt vermeld bij punt 1.2 dat: “Member States will be allowed the maximum flexibility to target aid for appropriate measures to address the negative market impact on farmers, including those farmers impacted by falling dairy and pigmeat prices or who have been affected by drought.” En in uw press release van 7 september 2015 vermeldt u het volgende: “The focus of this response is threefold: (1) addressing the cash-flow difficulties farmers are facing, (2) stabilising markets and (3) addressing the functioning of the supply chain”.
De staatssecretaris heeft voor de zuivelsector echter besloten dat de middelen in worden gezet zoals vermeld in de Kamerbrief “voor verdere verduurzaming van de melkveehouderij”, door:
a. Het uitrollen van de Kringloopwijzer. Hiermee wordt het mineralen-management op melkveebedrijven verbeterd en de milieubelasting door de melkveehouderij verminderd. De middelen worden ingezet voor het opstellen van een database en een borgingssystematiek voor de Kringloopwijzer. Daarnaast wordt deelname aan de Kringloopwijzer gestimuleerd door het verstrekken van een korting van maximaal € 500,- per melkveehouder voor de analyse van kuilvoer- en grondmonsters. In totaal is voor deze maatregel € 3 miljoen beschikbaar;
b. Het terugdringen van Infectieuze Bovine Rhinotracheïtis (IBR, koeiengriep) en Bovine Virusdiarree (BVD) op melkveebedrijven door het verstrekken van een korting van maximaal € 500,- per melkveehouder als bijdrage aan de kosten van de Gezondheidsdienst voor Dieren (GD) of een andere aanbieder voor het vrij worden van melkveebedrijven van IBR en/of BVD en/of het uitvoeren van een bedrijfsantibiogram voor uierontsteking (mastitis). Op deze wijze wordt een bijdrage geleverd aan het verbeteren van de diergezondheid op melkveebedrijven en het verder terugdringen van het antibioticumgebruik in de melkveehouderij. Het bedrijfsleven zal de resultaten hiervan inzichtelijk maken. Voor deze maatregel is € 3 miljoen beschikbaar;
c. Het stimuleren van weidegang en weidevogelbeheer. Hiervoor is in totaal € 3,98 miljoen beschikbaar. Dit vindt plaats door het verstrekken van een vergoeding van maximaal € 750,- per melkveehouder, die zijn koeien volledig weidt, onder de volgende voorwaarden:
- vóór het maaien van de eerste snede gras (circa 15 april 2016) wordt weidegang voor melkvee toegepast. Hiermee ontstaat binnen de stimuleringsaanpak voor weidegang meer mozaïek tussen weidepercelen die geweid en gemaaid worden en wordt meer ruimte geboden aan weidevogels in het weidevogelbroedseizoen;
- melkveehouders, die opteren voor een tegemoetkoming voor vroege weidegang, werken mee aan een vervolgproject dat gezamenlijk door de Duurzame zuivelketen, ZuivelNL en NGO’s als de Vogelbescherming wordt opgezet en waarin de leerervaringen van vroege weidegang worden gedeeld. Dit project is gericht op kennisontwikkeling, kennisverspreiding en begeleiding van melkveebedrijven met vroege weidegang. De kennis en ervaring die in 2016 wordt opgedaan met weidevogels en vroege weidegang werkt dan door naar volgende jaren. Deze kennis zal ook worden benut bij het opstellen en de uitvoering van het Plan van aanpak bescherming weidevogels.
Daarnaast wordt binnen het beschikbare bedrag voor weidegang en weidevogelbeheer een klein bedrag (€ 250.000,-) gereserveerd waarmee projecten worden gestimuleerd voor groepen melkveehouders die deelnemen aan een weidevogelpakket in het kader van de Regeling agrarisch natuurbeheer en geborgd weidevogelvriendelijke zuivelproducten op de markt brengen of gaan brengen. Volgens de staatssecretaris “stimuleert hij op deze wijze initiatieven die gericht zijn op het vermarkten van de inzet van melkveehouders voor weidevogelbeheer”
Bovendien vermeld de staatsecretaris in zijn Kamerbrief het volgende: “Ingevolge de gedelegeerde Verordening (EU) 2015/1853 moet de invulling van nationale envelop worden genotificeerd aan de Europese Commissie. Commissaris Hogan heeft aangegeven hierbij een marginale toets te laten plaatsvinden”.
De Dutch Dairymen Board heeft over zowel de invulling van het maatregelenpakket door de Nederlandse staatssecretaris van Economische Zaken als over de gesuggereerde opmerking van de heer Hogan betreffende een marginale toets, een aantal vragen:
. Stelt staatsecretaris Van Dam terecht dat er slechts een marginale toets op de invulling van de nationale enveloppe zal worden gedaan? Wanneer de opmerking van de heer Van Dam correct is, hoe rechtvaardigt uw Commissie een bij uitstek marginale toets, voor deze extra fondsen die door de Europese belastingbetalers moeten worden betaald?
· Wordt volgens uw Commissie door de Nederlandse staatsecretaris van Economische Zaken voldaan aan de door u vermelde doelstellingen: addressing the cash-flow difficulties farmers are facing, (2) stabilising markets and (3) addressing the functioning of the supply chain. In het geval u het met de toekenning van de Nederlandse overheid eens bent, zou u ons dan kunnen aangeven in hoeverre een a) mineralenboekhouding, b) weidevogelbeheer, c)het bestrijden van dierziektes of d) het bemonsteren van veevoer, aan uw bovenvermelde doelstellingen to ‘target aid for appropriate measures to address the negative market impact on farmers’ of (1 ) addressing the cash-flow difficulties farmers are facing, (2) stabilising markets and (3) addressing the functioning of the supply chain’, voldoet?
· Aan de Nederlandse melkveehouders wordt, voor zij in aanmerking kunnen komen voor gelden uit het hulppakket, aanvullende investeringen gevraagd, die niet leiden tot een verbetering van de cashflow problemen, het stabiliseren van de markten of het functioneren van de supply chain. Voldoet deze invulling van de Nederlandse staatssecretaris van Economische Zaken aan de voorwaarden van uw Commissie? Graag uw toelichting.
· Bijna 10 miljoen van de nationale enveloppe, wordt geïnvesteerd in mestverwerkende capaciteit. Hiertoe wordt een privaat mestfonds opgericht dat onder bepaalde voorwaarden de Europese middelen beschikbaar stelt aan mestcollectieven, door middel van het verdubbelen van de inleggelden van veehouders in een mestverwerking initiatief. Ook bij deze maatregel wordt van de melkveehouders een investering gevraagd en komen de gelden niet ten goede aan hun bedrijfsvoering of cashflowproblemen. Is uw Commissie van mening dat een derde van de nationale enveloppe kan worden uitbesteed aan een private onderneming? Is ook in dit geval aan de voorwaarden van uw Commissie voldaan? Graag uw toelichting.
· Wat ons opvalt aan de besteding door de Nederlandse staatssecretaris van Economische Zaken van de gelden uit ‘Brussel’, is dat slechts een beperkt deel van de Nederlandse melkveehouders aan de voorwaarden zal kunnen voldoen die zijn opgeworpen door de staatssecretaris van Economische Zaken en zal kunnen profiteren van de door de Europese Raad toegekende gelden. Is het volgens uw Commissie toegestaan dat slechts een beperkt deel van de (melk)veehouders toegang zal kunnen krijgen tot deze gelden? Voldoet deze invulling door de Nederlandse overheid aan de doelstellingen zoals geformuleerd door uw Commissie? Graag uw toelichting.
Hoogachtend,
Sieta van Keimpema,
Voorzitter Dutch Dairymen Board